De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor. En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het! Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord. Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden. En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been. En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot den geest: Zo zegt de Heere HEERE: Gij geest! kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden. En ik profeteerde, gelijk als Hij mij bevolen had. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir. Toen zeide Hij tot mij: Mensenkind! deze beenderen zijn het ganse huis Israels; ziet, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord, en onze verwachting is verloren, wij zijn afgesneden. Daarom, profeteer en zeg tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal uw graven openen, en zal ulieden uit uw graven doen opkomen, o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het land Israels. En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk! En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven, en Ik zal u in uw land zetten; en gij zult weten, dat Ik, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE. Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen Israels, zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen. Doe gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen tot een worden in uw hand. En wanneer de kinderen uws volks tot u zullen spreken, zeggende: Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn? Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand. De houten nu, op dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn voor hunlieder ogen. Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in hun land; En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn. En zij zullen zich niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, in dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. En Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn; en zij zullen allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen in Mijn rechten wandelen, en Mijn inzettingen bewaren en die doen. En zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, zij en hun kinderen, en hun kindskinderen tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal hunlieder Vorst zijn tot in eeuwigheid. En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, het zal een eeuwig verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten en zal ze vermenigvuldigen, en Ik zal Mijn heiligdom in het midden van hen zetten tot in eeuwigheid. En Mijn tabernakel zal bij hen zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, Die Israel heilige, als Mijn heiligdom in het midden van hen zal zijn tot in eeuwigheid.
Uitleg
Waar moeten we beginnen met evangeliseren? Dicht bij huis! Heel dichtbij! Als de blinde een blinde leidt, zullen ze samen in de gracht vallen. Met andere woorden: eerst moeten je eigen ogen geopend worden en moet je de weg weten te bewandelen om andere de weg te kunnen wijzen, om een getuige te zijn. Want wanneer ben je een getuige? Als je zelf iets gezien hebt, zelf ervaren hebt Wie God si en als je hebt mogen bekennen de liefde van Christus met het verlangen vervuld te worden tot al de volheid van God.
Dus allereerst moet de akker van je eigen hart omgeploegd, bezaaid worden en vrucht voortbrengen
Maar ik kan van mezelf toch geen vrucht voortbrengen? Nee, dus wat moet je doen? Die vruchteloze akker, die woestijn van je leven God aanbieden en bidden: ‘Heere, U bent de God Die het leven geblazen hebt in de dorre doodsbeenderen toen Ezechiël profeteerde. U bent de Profeet van de Allerhoogste. O, blaas Uw Geest in mij, maak mij levend, Heere, naar Uw Woord. En stel mij vervolgens tot een zegen voor hen die mij omringen. Maak mij een getuige tegenover mijn broer(tje), of zus(je), mijn vader en moeder, mijn klasgenoten, mijn buurjongen.’
Het Engelse spreekwoord zet: Charity begins at home (liefdadigheid begint thuis). Zo ook het evangeliseren.
Je kunt verschillende definities geven van het woord ‘evangeliseren’. We zoomen nu in op het inhoudelijke van evangeliseren. Waar gaat het over?
Evangeliseren is: doen wat de Heere Jezus zegt. In Zijn Naam moet gepredikt worden bekering en vergeving. Het was Zijn opdracht: ‘Predik het Evangelie alle creaturen.’ Ieder die troost wil halen uit de woorden: ‘En zie, Ik ben ...
Waarom zouden we de goede boodschap van het Evangelie brengen? Omdat er een hemelse bruiloft aanstaande is. God heeft Zijn eniggeboren Zoon een bruiloft bereid en nu moet de bruid genodigd worden! Opdat Zijn huis vol worde! God heeft Zijn Zoon en vreugde in het vooruitzicht gesteld, en omwille van die vreugde heeft Hij het kruis verdragen en de schande ...
Iemand die vertegenwoordiger is voor een firma die dure kostuums verkoopt en zelf in een rafelige spijkerbroek loopt met een slordig overhemd waar drie knopen vanaf zijn en die ruikt alsof hij zich twee weken niet gewassen heeft, hoeft weinig orders te verwachten.
Daarom is het volgende heel belangrijk als je je bezighoudt met de vraag naar het ‘hoe’ van ...
Waar moeten we beginnen met evangeliseren? Dicht bij huis! Heel dichtbij! Als de blinde een blinde leidt, zullen ze samen in de gracht vallen. Met andere woorden: eerst moeten je eigen ogen geopend worden en moet je de weg weten te bewandelen om andere de weg te kunnen wijzen, om een getuige te zijn. Want wanneer ben je een getuige? ...
‘Maar die meneer die ik aanspreek, zit er helemaal niet op te wachten! Kan ik niet beter wachten totdat ik iemand op mijn pad krijg die al voorbereid is? Kun je niet beter een gesprek aangaan met mensen die door ziekte of zorgen wat meer openstaan voor het Evangelie?’ Inderdaad, zegt de duivel. Hoe dan ook, vandaag niet! Hij bedoelt: ...
‘Maar ik ben niet vrijmoedig, dus…’ Dus wat? Je mond maar houden? Dan maar niet evangeliseren? Nee, eerst de oorzaak van je on-vrijmoedigheid onderzoeken. David bad om (vernieuwde) vrijmoedigheid. Waarom was hij het kwijt? Vanwege zijn zonde. Moet er eerst misschien nog gebroken worden met bepaalde zonden? De duivel weet dat als er iets verlammend werkt, het de zonde is. ...
En hebt u ook vrucht op uw werk? zo vraagt men een evangelist wel eens. Antwoord: Ja, veel brokken, tenminste dat zijn de vruchten op mijn werk. Gods werk zal hoe dan ook gezegend worden. Zijn Woord keert niet ledig terug. Het zal doen wat Hem behaagt.
Voor een doorn zal een dennenboom opgaan, voor een distel een mirteboom. O ...
Evangeliseren: waar?
Ezechiël 37:1-37:14
Uitleg
Waar moeten we beginnen met evangeliseren? Dicht bij huis! Heel dichtbij! Als de blinde een blinde leidt, zullen ze samen in de gracht vallen. Met andere woorden: eerst moeten je eigen ogen geopend worden en moet je de weg weten te bewandelen om andere de weg te kunnen wijzen, om een getuige te zijn. Want wanneer ben je een getuige? Als je zelf iets gezien hebt, zelf ervaren hebt Wie God si en als je hebt mogen bekennen de liefde van Christus met het verlangen vervuld te worden tot al de volheid van God. Dus allereerst moet de akker van je eigen hart omgeploegd, bezaaid worden en vrucht voortbrengen Maar ik kan van mezelf toch geen vrucht voortbrengen? Nee, dus wat moet je doen? Die vruchteloze akker, die woestijn van je leven God aanbieden en bidden: ‘Heere, U bent de God Die het leven geblazen hebt in de dorre doodsbeenderen toen Ezechiël profeteerde. U bent de Profeet van de Allerhoogste. O, blaas Uw Geest in mij, maak mij levend, Heere, naar Uw Woord. En stel mij vervolgens tot een zegen voor hen die mij omringen. Maak mij een getuige tegenover mijn broer(tje), of zus(je), mijn vader en moeder, mijn klasgenoten, mijn buurjongen.’ Het Engelse spreekwoord zet: Charity begins at home (liefdadigheid begint thuis). Zo ook het evangeliseren.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Wat is evangeliseren?
Je kunt verschillende definities geven van het woord ‘evangeliseren’. We zoomen nu in op het inhoudelijke van evangeliseren. Waar gaat het over? Evangeliseren is: doen wat de Heere Jezus zegt. In Zijn Naam moet gepredikt worden bekering en vergeving. Het was Zijn opdracht: ‘Predik het Evangelie alle creaturen.’ Ieder die troost wil halen uit de woorden: ‘En zie, Ik ben ...
-Woensdag: Waarom evangeliseren?
Waarom zouden we de goede boodschap van het Evangelie brengen? Omdat er een hemelse bruiloft aanstaande is. God heeft Zijn eniggeboren Zoon een bruiloft bereid en nu moet de bruid genodigd worden! Opdat Zijn huis vol worde! God heeft Zijn Zoon en vreugde in het vooruitzicht gesteld, en omwille van die vreugde heeft Hij het kruis verdragen en de schande ...
-Donderdag: Hoe evangeliseren
Iemand die vertegenwoordiger is voor een firma die dure kostuums verkoopt en zelf in een rafelige spijkerbroek loopt met een slordig overhemd waar drie knopen vanaf zijn en die ruikt alsof hij zich twee weken niet gewassen heeft, hoeft weinig orders te verwachten. Daarom is het volgende heel belangrijk als je je bezighoudt met de vraag naar het ‘hoe’ van ...
-Vrijdag: Evangeliseren: waar?
Waar moeten we beginnen met evangeliseren? Dicht bij huis! Heel dichtbij! Als de blinde een blinde leidt, zullen ze samen in de gracht vallen. Met andere woorden: eerst moeten je eigen ogen geopend worden en moet je de weg weten te bewandelen om andere de weg te kunnen wijzen, om een getuige te zijn. Want wanneer ben je een getuige? ...
-Zaterdag: Evangeliseren: wanneer?
‘Maar die meneer die ik aanspreek, zit er helemaal niet op te wachten! Kan ik niet beter wachten totdat ik iemand op mijn pad krijg die al voorbereid is? Kun je niet beter een gesprek aangaan met mensen die door ziekte of zorgen wat meer openstaan voor het Evangelie?’ Inderdaad, zegt de duivel. Hoe dan ook, vandaag niet! Hij bedoelt: ...
-Zondag: Ja maar...
‘Maar ik ben niet vrijmoedig, dus…’ Dus wat? Je mond maar houden? Dan maar niet evangeliseren? Nee, eerst de oorzaak van je on-vrijmoedigheid onderzoeken. David bad om (vernieuwde) vrijmoedigheid. Waarom was hij het kwijt? Vanwege zijn zonde. Moet er eerst misschien nog gebroken worden met bepaalde zonden? De duivel weet dat als er iets verlammend werkt, het de zonde is. ...
-Maandag: Resultaat
En hebt u ook vrucht op uw werk? zo vraagt men een evangelist wel eens. Antwoord: Ja, veel brokken, tenminste dat zijn de vruchten op mijn werk. Gods werk zal hoe dan ook gezegend worden. Zijn Woord keert niet ledig terug. Het zal doen wat Hem behaagt. Voor een doorn zal een dennenboom opgaan, voor een distel een mirteboom. O ...