Wetenschap | 4 juli 2000 |
Futuroloog: Verschil tussen mens en machine vervaagtHersenen op batterijenDoor S. M. de Bruijn
Een halfuur later knippert het lampje nog steeds. Toch maar even de tandarts raadplegen. De jongeman stapt uit bed, gaat in zijn fauteuil zitten en schakelt het Sensorium aan. Goeiemorgen, jij bent er vroeg bij. Als uit het niets doemt midden in de kamer de virtuele tandarts op. Linksonder, zie ik, zegt hij als hij meekijkt naar het controlepaneel in het oog van Xeres. De tandarts plaatst een scanner op de kin van Xeres, tegen de linkeronderkaak. Ik had je vorige keer toch al gewaarschuwd dat je beter ál je tanden en kiezen kunt laten vervangen? Xeres gromt een beetje: Ik heb al genoeg kunst aan mijn lijf. Kun je het echt niet repareren? De tandarts kijkt bedenkelijk. Het is een ontstoken wortelkanaal. Je zult toch even langs de kliniek moeten komen, dan krijg je een injectie met voorgeprogrammeerde nanobots. Die vervangen het tandmerg door een elektronisch tandinterieur. Ze installeren minipompjes in je tand, die de doorbloeding verbeteren. Voor pijn hoef je niet bang te zijn, want je zenuw schakelen ze uit. Tijdens zijn uitleg projecteert de tandarts een dwarsdoorsnee van de tand op het netvlies van Xeres. Hij begrijpt hoe het werkt, kortgeleden is zijn ingescheurde enkelband ook op die manier gerepareerd. Hij knikt, en met een enkele hoofdbeweging is de tandarts weer verdwenen. Nou ja, tandarts het is maar een computer, bedenkt hij. Sciencefiction? Het verhaal is fictie, verzonnen, maar er zit wel degelijk science achter. Er zijn zelfs topwetenschappers die in veel sterkere verhalen geloven en veronderstellen dat er over enkele tientallen jaren machines rondlopen die nauwelijks van mensen te onderscheiden zijn, robots met een eigen persoonlijkheid, die je leraar of je huishoudhulp, je vriend of je partner, en zelfs je vader kunnen zijn. Internet van 2040 We beschikken dan over microscopische robots, nanobots, zo groot als een bloedcel. Die circuleren door ons bloed en scannen bijvoorbeeld de activiteit van onze hersenen. De gegevens seinen ze draadloos door naar een computer, die een driedimensionaal beeld van onze hersenen maakt. Weer een korte pauze. Je kunt die nanobots niet alleen gebruiken om te kijken hoe de hersenen werken, om de verbindingen tussen de neuronen in kaart te brengen, maar ook om signalen richting de hersenen te sturen. Als we eenmaal precies in beeld hebben hoe onze hersenen werken, in 2040, kunnen we de nanobots inzetten om een virtuele ervaring in onze hersenen te creëren. Je hebt dan het gevoel dat je je hand beweegt, terwijl je die in werkelijkheid stilhoudt. Je ervaart dat je met iemand samen bent, een spel doet, op het strand ligt, terwijl je in werkelijkheid in je stoel zit. Die ervaringen zullen niet van echt te onderscheiden zijn. Je hebt toegang tot een denkbeeldige omgeving die helemaal niet bestaat. De nanobots vullen je geheugen aan, zodat je in enkele seconden hele boeken en films tot je kunt nemen. Hersenen op batterijen. Vertaaltelefoon Maar als iemand wat handig is met de computer, is dat toch nog geen reden zijn toekomstbespiegelingen te slikken als zoete koek? Inderdaad niet. Evenmin wanneer Bill Gates zijn boeken aanbeveelt of als er negen eredoctoraten op zijn naam staan, zoals bij deze uitvinder het geval is. Overtuigender en controleerbaar zijn de voorspellingen die Kurzweil in 1988 deed over de situatie rond het jaar 2000. De computer zal de menselijke wereldkampioen schaken in 1998 verslaan. Kurzweil zat er één jaar naast: in mei 1997 werd Gary Kasparov verslagen door Deep Blue van IBM. Rond het jaar 2000 duiken chips op met meer dan 1 miljard componenten. Keurig op schema. Een wereldwijd informatienetwerk verbindt vrijwel alle organisaties en tientallen miljoenen particulieren. Deze voorspelling dateert nota bene uit de tijd dat het World Wide Web nog niet bedacht was. Een nationale beweging wil dat alle klaslokalen een internetverbinding krijgen. Zou minister Hermans daar zijn idee vandaan hebben? Veel documenten bestaan nooit op papier omdat ze informatie in de vorm van geluid of video bevatten. Inmiddels gaat het om 2,5 miljoen van deze documenten. De techniek voor zelfsturende auto's met behulp van sensoren in het wegdek raakt beschikbaar. Een snelweg in Californië werd er in 1997 al mee uitgerust. Onsterfelijk Al voortfilosoferend heeft Kurzweil zijn blik verder verruimd. In zijn boek Het tijdperk van de levende computers enkele weken geleden in het Nederlands verschenen kijkt hij vooruit tot aan het eind van de komende eeuw. Het beeld van de maatschappij die dan zal bestaan, is ronduit schokkend. Het onderscheid tussen mens en machine is volledig vervaagd. Al halverwege de eeuw is de mens in staat zijn intelligentie over te dragen op een computer, die daardoor een eigen 'leven' gaat leiden. In 2099 bestaan er meer 'mensen' gebaseerd op software dan mensen die nog nadenken met behulp van ouderwetse zenuwcellen. Die laatste groep is bovendien royaal voorzien van zogenaamde zenuwimplantaten, waardoor ze beter en meer kunnen horen en zien, maar ook hun geheugen kunnen uitbreiden. Zonder deze protheses zal iemand niet meer zinvol kunnen communiceren met mensen die wel over implantaten beschikken. Mensen zullen volgens Kurzweil ook niet meer sterven. Gedurende het begin van de komende eeuw neemt de levensduur al sterk toe, vooral door de kennis van de menselijke genen. Aan het eind van de eeuw kan iemand van wie het lichaam 'versleten' is, zijn geest verplaatsen naar een nieuw lichaam, net zo gemakkelijk als je een computerprogramma van de ene naar de andere pc kopieert. Korte pauze. Is dat immoreel? Als je een nieuwe pc koopt, plaats je toch ook je oude computerbestanden over op die nieuwe? Een tijdschrift vatte dat zo samen: Doodgaan is voor de dommen. Denkt Kurzweil. Mede n.a.v. Het tijdperk van de levende computers, door Ray Kurzweil; uitg. Lannoo, Tielt (België), 2000; ISBN 90 209 3975 0; 475 blz.; 49,50. | Zie ook: Op schoot bij een robot |