Wetenschap4 juli 2000

Homo sapiens cyberneticus

Door Ir. W. J. Eradus
”Doodgaan is voor dommen”, zo kopte het tijdschrift FEM/DeWeek vorige maand over de toekomstvisie van Ray Kurzweil. Hij is niet van plan dood te gaan. „Nu niet en ook niet als hij tachtig is. Hij is ervan overtuigd dat door een slimme combinatie van mens en machine de dood kan worden overwonnen.” Als je niet meer van deze Amerikaan weet, ben je geneigd hem te beschuldigen van sciencefiction van het slechtste soort. Toch is zijn geruchtmakende boek ”The age of the spiritual machines”, dat onlangs in het Nederlands werd vertaald, wetenschappelijk behoorlijk onderbouwd. Althans, als je vertrekpunt de evolutieleer is.

Het kernbegrip in Kurzweils filosofie is de zichzelf versnellende ontwikkeling met exponentiële groeicurven. Na een langzame aanloop volgt een doorbraak waarbij in steeds kortere tijd steeds meer verandert. Verfijnde scantechnieken zullen het straks mogelijk maken de volledige structuur van de hersenen in kaart te brengen en die vervolgens te kopiëren in een computer met voldoende capaciteit. Als Kurzweil dit nog meemaakt, zou hij onsterfelijk worden door verder te leven als de computer die dezelfde kennis heeft als deze baanbrekende wetenschapper, hetzelfde bewustzijn, eigenlijk dezelfde persoonlijkheid. Voor de zekerheid wordt er nog een kopie gemaakt op een super-cd-rom.

Kurzweil ziet vanuit zijn evolutionaire visie dergelijke ontwikkelingen met een zekere dwangmatigheid aankomen. De evolutie zal overspringen van de Homo sapiens naar de intelligente machine.

Cyborg
Deze gedachte wordt over een breed wetenschappelijk front gedragen. Bekend is ook de visie van de Engelse hoogleraar in de cybernetica Kevin Warwick, die al een voorschot op de toekomst nam door in zijn linkerarm een chip te laten implanteren. De bedoeling is op deze wijze direct contact te maken met computers. Volgend jaar komt er een tweede chip, die aangesloten wordt op zenuwbanen in de bovenarm. Door het overdragen van lichaamssignalen hoopt hij steeds meer één te worden met de machine. Ook gevoelens kunnen worden overdragen, bijvoorbeeld naar zijn vrouw, die eveneens een chip bij zich draagt. Warwick zou dan de eerste ”cyborg” zijn, een mengvorm tussen mens en machine.

In zijn boek ”In the mind of the machine” gaat Warwick verder dan Kurzweil. Heeft Kurzweil nog een utopisch toekomstbeeld voor ogen waarin plaats is voor een symbiose van mens en machine, Warwick meent dat de machine, de intelligente robot, over vijftig jaar de macht zal overnemen en de mens gaat onderdrukken.

Neuraal netwerk
Ik ben ervan overtuigd dat een groot aantal van de door Kurzweil geschetste ontwikkelingen realiteit zal worden. De exponentiële groei in de chiptechnologie maakt het mogelijk dat op middellange termijn het aantal transistors dan wel geheugenelementen in een computer of zelfs op een chip even groot zal worden als het aantal neuronen in het menselijk brein, circa 100 miljard.

Volgens Kurzweil is het mogelijk daarmee een elektronisch neuraal netwerk te maken dat dezelfde mogelijkheden krijgt als het menselijke brein. Op dit moment wordt er in Colorado (VS) al een robot gebouwd, met als naam Robokoneko, die een kunstmatig brein met 40 miljoen neuronen krijgt. Omdat kunstmatige neurale netwerken –evenals menselijke hersenen– het vermogen hebben een bepaald gedragspatroon aan te leren door de juiste voorbeelden aan te bieden, denkt men dat Robokoneko uiteindelijk het niveau van een hoger ontwikkeld dier, zoals een kat, zal kunnen bereiken. Overigens zijn in Japan nu al kunstmatige huisdieren, katten, honden en goudvissen, weliswaar in eenvoudiger vorm, te koop.

Geest
De hamvraag is hier echter: kan er dan op een gegeven moment ook bewustzijn, emotie in zo'n kunstbrein ontstaan, iets wat je met geest of mogelijk ook ziel kunt aanduiden? Wordt een intelligente machine dan ook een redelijk, zedelijk wezen? Veel evolutionisten zoals Kurzweil en Warwick denken van wel, als je maar voor voldoende rekenkracht zorgt. Andere wetenschappers hebben echter twijfels, al is het alleen maar omdat begrippen zoals intelligentie en zeker bewustzijn erg moeilijk te definiëren en technisch te hanteren zijn.

De bijbelse openbaring staat echter volkomen haaks op deze hoogmoedige evolutionaire profetieën waarin de mens zijn onsterfelijk digitaal evenbeeld maakt en mogelijk zelfs aanzienlijk verbetert.

De menselijke geest omvat meer dan een gigantisch ingewikkelde kluwen van neuronen die via elektrische pulsen informatie uitwisselen. Een mens is meer dan een supercomputer. De geest die God in de mens blaast, ontbreekt. Deze is niet met wetenschappelijke meetapparatuur te registreren.

Kurzweil heeft gelijk als hij spreekt van zichzelf versnellende ontwikkelingen met exponentiële groeicurven, maar dat geldt dan in het bijzonder voor de technocratische babelcultuur in het laatste der dagen.

Ir. W. J. Eradus doet bij het Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG) in Wageningen onderzoek aan de ontwikkeling van sensor- en robottechnologie en doceert vanaf volgend cursusjaar techniek en maatschappij aan de Evangelische Hogeschool.