Wetenschap 22 februari 2000

Zie ook: Elektrokor lijkt goed alternatief voor boomkor

Uitvinder maakt elektrisch vistuig geschikt voor zeewater

Vissen onder spanning

Door H. van den Berge en S. M. de Bruijn
Een visnet dat vlak boven de bodem zweeft en de platvis als het ware uit de grond omhoog trekt – daar droomde een Zeeuwse uitvinder van. Zover is het nog niet, maar het komt wel dichtbij. Nog dit jaar gaat een echte kotter met een elektrisch tuig vissen. Een stroomstoot zorgt voor een schrikreactie bij schol en tong, waardoor ze van de zeebodem omhoog komen. Een 'schepnet' doet de rest. De elektrokor komt eraan.

Elektrisch vissen in zout water is uniek. Nooit eerder is het gelukt een systeem te ontwikkelen dat in de praktijk goed werkt. Het bedrijf Verburg-Holland uit het Noord-Bevelandse Colijnsplaat is al een eind op weg. In 1992 is de onderneming gestart met onderzoek naar een alternatief voor de boomkor, een visnet dat voorzien is van een aantal kettingen om de platvis het net in te jagen.

Aanleiding is de toenemende kritiek op het gebruik van deze kettingen, de zogenaamde wekkers, die grote schade aan de bodemfauna zouden aanrichten. Een ander nadeel is dat een boomkorvisser niet selectief kan vissen op schol, tong, schar en dergelijke. Er is een grote bijvangst van ondermaatse vis en dieren zoals zeesterren en krabben. Na het binnenhalen van de netten gaat die bijvangst weer overboord. Het grootste deel ervan overleeft dit niet.

Om deze problemen op te lossen, ontwikkelde het Zeeuwse bedrijf de elektrokor. De motor achter het onderzoek was Bram Verburg, de inmiddels overleden oudere broer van directeur Pieter Jan Verburg. De gedachte achter de elektrovisserij is de vis even te prikkelen, aldus Verburg. „Het gaat ons om de schrikreactie. De vis lijdt er niet door.” Ook visserijbioloog dr. R. Boddeke, hoofd biologie van het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek (RIVO) in IJmuiden, werd erbij betrokken. Samen hadden Verburg en Boddeke in de jaren zestig al met succes een spoelsorteermachine ontwikkeld, die inmiddels op vrijwel elke garnalenkotter te vinden is. De garnalenvisserij is hierdoor selectief en milieuvriendelijk geworden.

Kaasschaaf
Het idee van elektrovisserij is niet nieuw. In de jaren tachtig was de Amsterdamse firma Okay al bezig met een elektrisch vistuig, waarbij stroomdraden over de grond sleepten. De resultaten waren erg positief. De vangst van tong bleek 20 tot 30 procent groter te zijn dan bij een gewone boomkor, al werd er wel minder schol gevangen. Aan de proeven kwam snel een einde omdat de overheid uit angst voor overbevissing het elektrisch vissen verbood.

Bij het onderzoek in de jaren tachtig kwamen er technische problemen aan het licht. „Weliswaar bestaat de elektrovisserij al lang in zoet water, maar in zeewater werkt het niet. Door het zout is de geleidbaarheid in zee aanzienlijk groter. Je hebt dan een veel hogere spanning nodig –duizenden volts– om dezelfde reactie bij de vis te krijgen. Het principe werkte wel, maar in de praktijk bleek het niet mogelijk de warmteontwikkeling in de apparatuur onder controle te houden. Een ander probleem waren de koperelektroden: binnen korte tijd loste het giftige koper in het zoute water op”, zegt Boddeke. De bioloog is inmiddels gepensioneerd, maar hij is nog wel volop bij het onderzoek betrokken.

Boddeke vindt het erg belangrijk dat er een alternatief komt voor de boomkor met wekkerkettingen. „Ik denk niet dat de boomkorvisserij het ecosysteem op de zeebodem blijvend verandert –hooguit is er een tijdelijke invloed– maar het is natuurlijk het mooist als je alleen díé vis naar boven haalt die je wilt hebben. Visserij is prachtig, maar je moet selectief te werk gaan. Het moet zoiets zijn als het plukken van kersen.”

Het grootste probleem bij het zoeken naar een alternatief voor de boomkor is het vinden van een geschikte methode om de platvis van de bodem los te krijgen. Dat geldt zeker voor de tong, een soort die vanwege de hoge prijs aantrekkelijk is voor vissers. Boddeke: „De tong graaft zich in het zand in –soms wel 15 centimeter diep– en de enige manier om deze vis te vangen, is met kettingen die voor het net over de bodem rollen. De kettingen, tot zestien stuks, schrapen laagje voor laagje zand weg, totdat de tong blootligt en in het net terechtkomt. Vandaar de bezwaren van milieuminnaars: als je met zo'n kaasschaaf werkt, vang je allerlei andere ingegraven schelpdieren mee.”

Rolmops
Bram Verburg liet zich door de problemen bij eerdere proeven niet afschrikken. Hij zag goede mogelijkheden in de elektrovisserij, maar dan was er wel een andere aanpak nodig. Over de manier waarop de elektrokor werkt, laat het bedrijf het achterste van de tong niet zien. „De concurrentie ligt op de loer. Er zijn veel pottenkijkers”, stelt de huidige directeur. Om de uitvinding te beschermen, zijn er patenten aangevraagd, die inmiddels wereldwijd geldig zijn.

Volgens Verburg heeft zijn bedrijf een uniek vistuig ontwikkeld. In plaats van met een diffuus elektrisch veld van gelijkstroom, zoals bij de zoetwaterelektrovisserij, werkt zijn vistuig met korte pulsen die telkens een bijna-kortsluiting veroorzaken. Vlak voor de opening van het net sleept een aantal kunststoflinten over de zeebodem, waarop koolstofelektroden aangebracht zijn. De afstand tussen de elektroden is ongeveer een halve meter. Als reactie op een stroomstoot rolt de tong zich onmiddellijk als een soort rolmops op, zelfs als hij zich in het zand ingegraven heeft. Die reactie duurt maar een fractie van een seconde, dus het net moet er meteen achteraan komen.

Na eerst onderzoek in een aantal waterbassins aan wal gedaan te hebben, volgden in 1995 de eerste proeven op zee met een onderzoekschip van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Tot verrassing van Boddeke bleek daaruit dat grote vis sterker reageert op de stroomstoten dan kleine.

„De ruggengraat van de vis werkt als een soort antenne, waardoor een grote tong al reageert bij een relatief lage spanning van 200 volt of minder. Dat is interessant, omdat grote tong veel meer geld opbrengt dan kleine. Schelpdieren reageren helemaal niet op de stroompulsen, ze blijven netjes op de bodem. Garnalen zijn juist weer heel gevoelig. Daarom hebben we op garnalen gevist met aan de ene kant van het schip een elektrokor, aan de andere kant een boomkor. In de boomkor hadden we alleen garnalen, in de elektrokor twee keer zo veel garnalen met mooie grote tong erbij”, aldus de bioloog.

Sortering
Bioloog Boddeke is enthousiast over de voordelen van de elektrokor. „Het mes snijdt aan alle kanten. De elektrische kor is een voortreffelijk antwoord op een reeks van problemen in de platvisvisserij. De kwaliteit van de vis is veel beter, en je kunt hiermee bewust vissen op een bepaalde sortering van de vis. De vangst van ingegraven schelpdieren is vrijwel tot nul gereduceerd. Je hoeft geen zwaar net meer te trekken en je hoeft niet zo snel te varen, dus het brandstofverbruik kan flink omlaag. Dat is belangrijk want de diesel wordt steeds duurder.” Door het grote gewicht van het vistuig verbruikt een grote kotter per week 30 tot 40 ton gasolie – genoeg om met een personenwagen vijftien keer de aardbol rond te rijden.

Een ander voordeel van de elektrokor is de kwaliteit van de gevangen vis. Boddeke: „Je kunt je voorstellen dat een tong eronder lijdt als er zestien zware kettingen over z'n rug zijn gegaan. Er ontstaan dan kneusplekken. Voor onze experimenten in de bassins hebben we tong opgevist met een boomkor, met kettingen, waarbij we het net maar 5 minuten over de bodem trokken om een goede kwaliteit vis te krijgen. Die vis leek de eerste dagen heel gezond maar na een week trad massale sterfte op, zeker de helft van de tong ging dood. Die kettingen richten blijkbaar nog meer schade aan dan we al vermoeden. Daar heb je met de elektrokor helemaal geen last van. Uit de proeven blijkt dat de dieren nauwelijks lijden van de schok. In onze bassins gaan ze na 20 minuten weer op zoek naar voedsel.”

Opbrengst
Belangrijk is natuurlijk de opbrengst van de elektrokor. Boddeke wijst op het resultaat van een proefvaart in april vorig jaar. „De hoeveelheid schol in de elektrokor was minder, maar deze ving wel bijna twee keer zo veel tong als de boomkor. Tenminste, als je niet te snel vaart, met 3 mijl per uur. Vaar je sneller, dan wordt het verschil kleiner. Maar het voordeel van die lage snelheid is dat je met minder brandstof toch een goede vangst hebt.”

Het vistuig is nog niet helemaal klaar voor de markt. Een van de problemen die afgelopen winter boven water kwamen, is dat het net bij stormachtig weer te licht is en niet goed aan de bodem blijft. Boddeke: „We hebben dat opgelost door het net te verzwaren met een ketting, maar dat moet beter kunnen. Ons net wordt aan de bovenzijde opengehouden door een soort vleugel, maar we willen de Technische Universiteit Delft vragen die zodanig aan te passen dat het net ook bij zwaar weer en bij een ongelijke bodem goed aan de grond blijft.

Om die kinderziektes onder de knie te krijgen, zal Verburg in april zijn net weer uitgooien vanaf een van de onderzoeksschepen van het ministerie. Onderwatercamera's moeten dan registreren hoe het net en de vis zich gedragen. Dat was afgelopen winter vanwege het stormachtige weer niet mogelijk.

Boddeke: „Wat nog resteert, betreft enkele kleine technische problemen, het kost even tijd ze op te lossen. Ook de huidige boomkor functioneerde niet direct naar volle tevredenheid. Daar is vijftien jaar aan gesleuteld.”

Dit is het vierde artikel in een serie over de boomkorvisserij.

Vorige afleveringen:
Big Brother jaagt op vissers

Drijfjacht op de zeebodem

Europese storm bedreigt kottervloot