Duikers stoppen met
bergingswerk Koersk

Tijdens de achttien dagen durende, riskante operatie zijn de lichamen van twaalf van de 118 bemanningsleden die op 12 augustus met de onderzeeër ten onder gingen naar boven gehaald. Marinefunctionarissen hadden van tevoren gewaarschuwd dat de meeste lichamen waarschijnlijk niet geborgen zouden kunnen worden. De zware explosies die de Koersk tot zinken brachten hebben waarschijnlijk veel lichamen opgeblazen en zo'n grote ravage aangericht, dat een groot deel van de onderzeeër voor de duikers niet toegankelijk was.

Een woordvoerder van de Noordelijke Vloot zei dat het besluit om de berging te beëindigen was genomen na overleg tussen de Russische en Noorse functionarissen die toezicht hielden op het werk. De duikers waren vervolgens voor een korte plechtigheid bijeengekomen op het moederschip Regalia, voordat dit de terugreis naar Noorwegen ondernam. De Russische duikers blijven nog enkele dagen aan boord van het Noorse schip voor decompressie, nodig na het duiken naar grote diepte. De Russische kruiser Peter de Grote en een schip dat het zeewater controleert op radioactiviteit blijven voorlopig boven het wrak liggen.

Stalen plaat
Voordat zij voor het laatst naar boven gingen hebben de duikers een stalen plaat gelast over het gat dat zij eerder in het vierde compartiment hadden gemaakt. Daar had de marine gehoopt nog lichamen aan te treffen. Het werk in het compartiment was echter vrijwel onmogelijk, omdat het ondoordringbaar was vanwege verwrongen metaal. Duikers konden slechts 2 meter binnengaan en troffen daar geen menselijke resten aan. Besloten werd het vijfde compartiment niet binnen te gaan, omdat eventuele lijken in een laaggelegen deel werden vermoed, waar de duikers in geen geval konden komen.

Nadat de pogingen om meer lichamen boven te halen op niets waren uitgelopen, daalden de duikers dinsdag nogmaals naar het wrak af om de romp te inspecteren met het oog op een eventuele operatie, volgend jaar, om het wrak in zijn geheel boven water te brengen.