Weerwoord: Welke hoop biedt Pasen in crisistijd?
Hoop is schaars in onze cultuur en ieder mens heeft er behoefte aan. Een crisis maakt die behoefte sterker dan ooit. De opstanding van Jezus biedt grond voor hoop.
De Vlaamse schrijver Hugo Camps merkte vorige week in Nieuwsuur op: „Het enige dat ik nog verwacht is dat iemand iets van hoop uitspreekt. Dat we uit het circuit van dreiging, van straf treden. En dat we ons een beetje à l’improviste kunnen overgeven aan een sprankje hoop.” Hij verwoordde daarmee een gevoelen dat breed in de maatschappij leeft: behoefte aan hoop.
Het heilsfeit van Pasen leert ons dat de christelijke hoop niet binnenwerelds is, maar inbreekt in onze werkelijkheid. Het gaat mij in dit Weerwoord niet om de bewijzen, maar om de betekenis van Pasen. Ik doe dat vanuit drie perspectieven.
1. Het leven is niet uitzichtloos. De opstanding van Jezus heeft laten zien dat er voor Hem geen grenzen zijn. Zelfs de absolute grens van ons leven – de dood – was voor Hem géén grens. In Zijn opstanding heeft Christus getriomfeerd over het graf en de dood. Ieder sterven herinnert ons eraan dat ook óns de dood wacht. Voor een christen is de dood echter een tijdelijk, geen definitief einde.
Een christen belijdt dat er geen twee, maar drie stadia zijn: leven, dood en het toekomende leven. In dit hoopvolle perspectief onttrekt een christen zich niet aan de verantwoordelijkheden van het aardse bestaan. Leven in het licht van Pasen is geen vorm van ”escapisme” of ”wishful thinking”. De geschiedenis leert zelfs dat christenen die het meest betekenden voor de tegenwoordige wereld het meest dachten aan de komende wereld (C. S. Lewis).
Pasen geeft aan het tegenwoordige leven trouwens ook meer diepgang en doelgerichtheid. Ons werk lijkt soms niet meer dan zwoegen in het zweet van ons aanschijn, maar is ten diepste niet ijdel in de Heere. (1 Korinthe 15:58) De wetenschap dat het beste nog komt, maakt ons getrouw in de kleine dingen van ons leven. Onze wandel is in de hemelen, en daarom nemen we onze aardse roeping uiterst serieus.
2. Het leven is niet inhoudsloos. Ieder mens is een vat vol verlangens en zoekt naar levensvulling. De ellende is dat we veelal genoegen nemen met het jagen naar vervulling van verlangens die binnenwereldlijk zijn. Op geen enkele manier kan het gat van onze ziel gevuld worden met een leven dat zich afspeelt onder de zon. We zijn als een kind dat tevreden is met het modderen in een zandbak, terwijl het brede strand en de onmetelijke zee beloofd zijn (C. S. Lewis).
Een bestaan zonder geloof in de Opgestane is een gesloten bestaan, een leven zonder vulling en zonder bodem. Een leven waarvan men in Korinthe zei: „Laten we eten en drinken, want morgen sterven wij” (1 Korinthe 15:32). Pasen verkondigt ons dat God ingrijpt in de geschiedenis: Hij is opgestaan! Het leven is niet aan de dood vervallen. De God die in Christus beslissend ingreep in de geschiedenis grijpt even krachtig in mensenlevens in (1 Petrus 1:3).
3. Het leven is niet zinloos. We leven in een gebroken werkelijkheid. Het woord ”corona” roept bij ons angst en pijn wakker. Je zult er maar mee te maken krijgen in je directe omgeving of zelf besmet zijn geraakt. Door het dagelijkse coronanieuws vergeten we haast dat natuurrampen, hongersnood en oorlog ‘gewoon’ voortwoekeren. De wereld bloedt en ons hart huilt. Wat is de zin van dit alles? In het meezuchten met de schepping hoopt Paulus op een vernieuwde schepping (Romeinen 8:21). Deze hoop is geen zoethoudertje, maar is belichaamd in Christus, „Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is” (Romeinen 8:34). In de realiteit van het lijden weegt het lijden van deze tegenwoordige tijd daarom niet op tegen de heerlijkheid die geopenbaard zal worden (Romeinen 8:18). Er is geen hoopvoller leven dan een leven in het licht van Pasen.
De auteur is predikant van de hersteld hervormde Victorkerk in Apeldoorn. In Weerwoord worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof. >>rd.nl/weerwoord