„Satan is voor mensen in Zambia alledaagse werkelijkheid”
Voor veel mensen in het Westen is het onvoorstelbaar, maar in Afrika is het geloof in de satan alledaagse werkelijkheid. Vele vormen van kwaad en ziekte worden aan de duivel toegeschreven. Johanneke Kroesbergen-Kamps promoveerde deze week in Utrecht op het satanisme in Zambia.
Kroesbergen-Kamps (1981) studeerde godsdienstwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2011 werden zij en haar man Hermen namens Kerk in Actie binnen de Protestantse Kerk in Nederland uitgezonden naar Justo Mwale Theological University in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka. Johanneke Kroesbergen gaf daar onder meer de vakken godsdienstwetenschap en sociologie. Recent keerde het echtpaar terug naar Nederland. Naast haar proefschrift ”Speaking of Satan in Zambia” schreef zij samen met haar man een populair werk over haar verblijf in Afrika onder de titel ”Alles anders, alles hetzelfde. Leven en geloven in Zambia” (uitg. Boekscout, Soest).
Verkeersongevallen
In Zambia is het satanisme bijzonder actueel, aldus Kroesbergen in haar proefschrift. „Er wordt veel over de duivel en zijn menselijke helpers, de satanisten, gesproken. Satanisten zijn mensen die eropuit zijn om kwaad en ongeluk te veroorzaken, bijvoorbeeld door middel van verkeersongevallen of ziekte, in het bijzonder gericht tegen christenen. Verhalen hierover worden serieus genomen en gretig doorverteld. Ze worden gedeeld op Facebook, of gepresenteerd tijdens gebedsdiensten die de hele nacht duren. Ze zijn het onderwerp van gesprek op school en op de markt, tussen vrienden en collega’s.”
Verhalen over satanisme lijken in veel opzichten op verhalen over hekserij, aldus de onderzoekster. „Voordat het christendom zijn intrede deed in Afrika, was hekserij een bekend verschijnsel. Door het christendom kwamen alle heksen en kwade geesten in het kamp van de duivel terecht. Net als heksen veroorzaken satanisten ongeluk, zoals problemen met gezondheid, huwelijk, werk, soms leidend tot de dood. Geloof in satanisme wil zeggen dat er een geestelijke oorlog woedt, een universele strijd tussen de machten van goed en kwaad, God en satan.”
De rol van de predikant is hier van groot belang. „Als mensen dingen in hun leven meemaken die niet lekker lopen of ze krijgen ziektes, gaat de predikant voor hen bidden. Hij laat hun dan zien dat verschillende dingen in het verleden te maken hebben met de invloed van de satan. Zo wordt iemand als een satanist gezien, iemand die onder invloed van de satan staat, hoewel hij zich dat niet bewust is. Satanisme is hier dus iets heel anders dan een bewuste keus voor de satan.”
Ex-satanisten vertellen vaak over hun verleden tijdens kerkdiensten of bij andere christelijke gelegenheden. Predikanten regelen spreekbeurten voor ex-satanisten. Kroesbergen: „De bekrachtiging van een getuigenis door een predikant maakt het verhaal van de ex-satanist geloofwaardiger voor het publiek. Voor een predikant zijn getuigenissen belangrijk als visitekaartje voor hun kerk. Ze laten zien dat er onder zijn bediening een overwinning op het kwaad heeft plaatsgevonden. Door de presentatie van getuigenissen wordt de geestelijke oorlog tastbaar voor kerkgangers.”
Zambia bestaat voor 90 procent uit christenen. Binnen deze groep groeien de pinksterkerken explosief, aldus Kroesbergen. Satanisme leeft binnen álle kerken. „Predikanten in opleiding vertellen dat gemeenteleden vragen met hen te bidden tegen de satan. Als dat niet gedaan wordt, gaan ze naar andere voorgangers die dat wel doen. Met als gevolg dat dominees die weigeren niets te eten hebben.”
Angst
Terecht wordt er volgens Kroesbergen wel gezegd dat mensen in Zambia meer lijken te geloven in satan dan in God. „Dat zullen ex-satanisten niet zeggen, want zij wijzen juist op het feit dat God sterker was dan satan. Maar de praktijk is dat er onder gelovigen veel angst en onzekerheid heerst. Wij hebben daarom gelovigen in Zambia geleerd kritisch na te denken. Als iemand een ongeluk op de weg krijgt, hoef je dat niet toe te schrijven aan de satan; je kunt ook denken aan de slechte wegen of dat mensen soms dronken achter het stuur zitten. Gelovigen hebben een eigen verantwoordelijkheid en mogen niet alles op de invloed van de satan afschuiven.”