Romeinen 5:3b en 4
„Wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; En de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop.”
Opdat u ook zou begrijpen uit de woorden van de apostel hoeveel ruimte er ontstaat uit de verdrukking: luister dan naar Paulus, wanneer hij de vruchten noemt van de verdrukking. „Wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop” (Romeinen 5:3-5). Ziet u nu die onuitsprekelijke ruimte? Dat toevluchtsoord van vreugde? De verdrukking werkt lijdzaamheid. Waar kun je beter mee te maken krijgen dan met een man die in verdrukkingen ervaren is, die in staat is om alles gemakkelijk te verdragen? Wat zou er sterker kunnen zijn dan een man die beproefd is? Wat is gelijk aan de vreugde die hieruit ontstaat? Want hij zegt dat er drie vreugdevolle zaken uit voortkomen: de lijdzaamheid, de bevinding en de hoop op de toekomende goede dingen. Over deze zaken heeft de profeet David uit liefde voor de wijsheid gezegd: „In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt.” Aangezien hij immers in het begin al gezegd had: „God heeft naar mij gehoord”, zegt hij hier op welke wijze God hem verhoord heeft. Niet door rijkdommen, want daarnaar was hij niet op zoek. Niet door zijn vijanden te overwinnen, want dat zocht hij ook niet. Maar hoe werd hij dan verhoord? Door de rust die midden in de verdrukking ontstaat! Heb medelijden met mij en hoor naar mijn gebed!
Johannes Chrysostomus, priester te Antiochië (”Homiliën”, circa 390)