Dr. De Boer: Antisemitisme ook in gereformeerde gezindte
In de gereformeerde gezindte bestaat nog steeds een theologische onderstroom met een antisemitisch gedachtegoed.
Dat stelde dr. C. P. de Boer dinsdagmiddag tijdens een symposium over Israël. De bijeenkomst in de Bethlehemkerk in Woerden was georganiseerd door Steunfonds Israël/Isaac da Costa.
De predikant van de christelijke gereformeerde kerk Bethel te Sliedrecht ging in zijn toespraak in op de vraag hoe het er 75 jaar na ‘Auschwitz’ voorstaat met het antisemitisme in de reformatorische gezindte. Hij besteedde eerst aandacht aan de situatie voor de Tweede Wereldoorlog. Zo stond er na de Kristallnacht in 1938, het begin van de Jodenvervolging in Duitsland, in het blad De Banier dat de Joden door Gods oordelen getroffen werden vanwege hun zonden. In Terugblik, studieblad van de SGP, werden de Joden, aldus dr. De Boer, zelf verantwoordelijk gehouden voor de Jodenhaat en weggezet als sluw, bedrieglijk, onbetrouwbaar, heerszuchtig en geldgierig. In De Waarheidsvriend, van de Gereformeerde Bond, werd gesteld dat de Jood „jaagt naar geld en goed en beschikt over een grote geheimzinnige invloed.” In De Wekker, van de Christelijke Gereformeerde Kerken, werden Joden handlangers van de communisten, brutaal en hoogmoedig genoemd en werd er geklaagd dat Joodse immigranten Nederlanders op de arbeidsmarkt verdrongen.
Tegenstemmen waren ver in de minderheid, constateerde de predikant. Reformatorische christenen onderscheidden zich niet van de rest van de samenleving.
Oordeel
De uitspraken over de Joden waren theologisch onderbouwd, aldus dr. De Boer. Daarbij werd vooral een beroep gedaan op de tekst Mattheüs 27:25: „En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen.” Door dit te roepen, zouden de Joden een oordeel van God over zichzelf afgeroepen hebben. Dr. De Boer vindt dat een laakbare gedachte.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zagen diverse kerken het gevaar van het nazisme ten opzichte van de Joden in, maar dat was bij de kerken in de reformatorische gezindte in mindere mate het geval. Ds. De Boer herinnerde aan de verhitte polemiek over twee en drie verbonden in oorlogstijd, om vervolgens te concluderen: „Hoe kan men discussiëren over het verbond, wanneer het volk van Gods verbond vernietigd wordt en men dit in het debat negeert?”
Niet gebroken
Naar aanleiding van de kritiek die hij na een bijdrage over antisemitisme kreeg, zei hij: „We kunnen constateren dat ondanks Auschwitz, ondanks de stichting van de staat Israël, ondanks de toenemende aandacht voor het Joodse volk en het prachtige werk onder de Joden in onze achterban, er nog steeds een theologische onderstroom bestaat die met een beroep op bijvoorbeeld Mattheüs 27:5 een gedachtegoed aanhangt en verdedigt dat antisemitisch is. Dit betekent dat 75 jaar na Auschwitz een deel van onze achterban niet gebroken heeft met het denken van onze voorvaders in de periode voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.”
Ds. G. T. van Appeldoorn, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Melissant, sprak over de Dode Zeerollen. Hij concludeerde dat het verstaan van het Nieuwe Testament niet is veranderd als gevolg van de vondst van de rollen bij Qumran. Wel bevestigen de rollen, aldus ds. Van Appeldoorn, het Joodse karakter van het Nieuwe Testament, bijvoorbeeld in de tegenstelling tussen licht en duisternis.