Aan de rand van het Betuwse dorp Kesteren staat zorgcentrum het Anker. Hier vinden zo’n tachtig bewoners een huis. „Wat hier van belang is, is dat wij een ander huis moeten kennen, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.”
In De Hof zit pastoraal werker M. van Dam aan een van de tafeltjes. De Hof is de ontmoetingsruimte waar de bewoners bijeenkomen voor de weeksluiting, een zangavond of een Bijbeloverdenking. In de hoek staat een elektronisch orgel met het koraalboek van Worp op de plank. Aan de wand hangen foto’s van vroeger. Rechts voorin staat een kleine lessenaar.
In het Anker wordt „professionele en liefdevolle zorg verleend”, zo meldt de website van het zorgcentrum. Van Dam (71): „En dat doen we vanuit een zorgvisie die verankerd is in het Woord van God. Dit is een interkerkelijk huis dat zijn identiteit ontleent aan de Bijbel.”
Tien jaar geleden werd Van Dam, ouderling van de gereformeerde gemeente te Opheusden, benoemd als pastoraal werker voor het Anker. De benoeming lag niet echt voor de hand, vindt hij. „Ik was docent aan het Hoornbeeck College en was altijd gericht geweest op de ontwikkeling van jongeren. Pastoraal werk verlenen aan ouderen is toch echt iets heel anders. Ik heb het toch maar gedaan, en ben nu de vriend van oud en jong geworden.”
Bekering
Wat drijft een pastoraal werker? „De boodschap is eenvoudig. Wie je ook bent, en waar je kerkelijk ook thuishoort, we moeten bekeerd worden. De Bijbel leert ons: Zoek de Heere en leef! Hoe oud we ook zijn, er moet een wonder aan onze ziel gebeuren, opdat we voor God kunnen verschijnen.”
Anderhalve dag in de week is Van Dam aan het werk in het Anker. Hij bezoekt de ouderen op hun kamer, houdt eens per maand een Bijbelvertelling in de ontmoetingsruimte, behandelt ”De Christenreis” van Bunyan, spreekt eenmaal per maand op zondagmiddagen een eenvoudige meditatie uit en leidt op verzoek begrafenissen. „En we zingen ook graag. Bij dementerende ouderen is het vaak moeilijk om echt contact te krijgen. Als je gaat zingen, is het er vaak zomaar opeens. Dan zingen we psalmen die ze kennen: 23, 42, 116 of 121.”
Verrassend
Het omgaan met ouderen die aan het einde van hun leven gekomen zijn, legt wel een groot stuk ernst op het pastoraat, zegt Van Dam. „De schaduwen van de eeuwigheid zijn over sommige bewoners al uitgestrekt. Je moet weleens constateren dat hoe ouder een mens wordt, hoe kouder hij kan zijn. Maar de Heere is toch ook een verrassend God. Want ik mag weleens van iemand horen dat de Heere goed is. En dan gaan we samen maar een versje zingen: „God heb ik lief, want die getrouwe Heer’, hoort mijne stem, mijn smeking en mijn klagen.” Dat kennen ze hier allemaal.”
In het Anker wonen mensen die de Heere vrezen, zegt Van Dam. „Je maakt het wel mee dat er iemand met ruimte heen mag gaan. Pas zei iemand: „Meneer Van Dam, ik hoef niet meer op te knappen, ik ga liever naar de hemel.” En toen ik vroeg wat ze daar dacht te gaan doen, zei ze: „Ik ga daar eeuwig God groot maken.””
Het Anker is een interkerkelijk huis. Van Dam: „Hier maakt het niet meer uit van welke kerk je bent. Als je oud geworden bent, bestaan er niet veel theologische discussies meer. Daar zijn de scherpe kantjes wel vanaf.”
Grote stap
In een van de kamers woont mevrouw N. A. M. Koster-Doornenbal. De laatste tijd is ze niet zo goed ter been. En vannacht heeft ze slecht geslapen. Op een tafeltje staat het portret van haar overleden man. Aan de muur hangt een houtsnijwerk met de trouwtekst: „Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid.” Op het plankje van de salontafel liggen boeken van Wulfert Floor en ”De Christenreis” van Bunyan.
Mevrouw Koster is blij dat ze in het Anker woont. „Het was wel een grote stap, van huis naar hier, maar er geschiedt niets buiten Gods voorzienigheid. De Bijbel gaat hier open. Er is iedere dag een dagopening en elke week een weeksluiting. En de Heere weet dat ik hier woon.”
serie Geloven in de zorg
Dit is het vijfde deel in een serie over pastoraal werk in verzorgings- en verpleeghuizen.