Twee derde van de Nederlanders vindt dat er een minimumleeftijd moet zijn voor het veranderen van het geslacht op de geboorteakte. Dat blijkt uit een peiling in opdracht van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).
Daarmee is de Nederlandse bevolking de afgelopen negen maanden beduidend kritischer geworden op de voorgestelde wijzigingen van de Transgenderwet.
In de vorige peiling, die onafhankelijk onderzoeksbureau Direct Research tussen december 2021 en januari 2022 uitvoerde, stemde 56 procent in met de stelling dat een minimumleeftijd een goed idee is. Dat percentage is in een peiling van half oktober –onder 1007 Nederlanders– gestegen naar 66 procent. Het wetsvoorstel wil de bestaande minimumleeftijd van zestien jaar juist schrappen uit de wet.
Daarnaast is er een verschuiving te zien in wat mensen een geschikte minimumleeftijd vinden voor het wijzigen van het geslacht in de geboorteakte of het paspoort. In de meest recente peiling geeft 35 procent van de respondenten aan 25 jaar een goede minimumleeftijd te vinden. In de vorige peiling ging dat om 26 procent. Zo’n 72 procent van de ondervraagden vindt de huidige minimumleeftijd van zestien jaar te jong om te beslissen over een geslachtsverandering in de geboorteakte.
Deskundigenverklaring
Opvallende uitkomsten zijn verder dat Nederlanders kritischer zijn geworden op de mogelijkheid om een X in het paspoort te vermelden in plaats van een M of V. In de meest recente peiling is zo’n 42 procent van de mensen het oneens met de stelling dat een X in het paspoort mogelijk moet zijn. In de vorige peiling was 33 procent nog tegen zo’n X.
Over de deskundigenverklaring, een oordeel van bijvoorbeeld een arts of psycholoog over de wens tot geslachtsverandering, zijn de meningen grotendeels gelijk gebleven.
In de vorige peiling, begin 2022, vond 52 procent zo’n verklaring een goed idee; dat percentage is gestegen naar 54 procent. Het aantal mensen dat zo’n verklaring niet nodig vindt, bleef gelijk op 14 procent. Het wetsvoorstel wil de deskundigenverklaring schrappen uit de wet.
Ver-van-mijn-bedshow
Nu het inhoudelijke debat over de nieuwe Transgenderwet meer op gang is gekomen, nemen de zorgen bij Nederlanders over die wet toe, stelt Diederik van Dijk, directeur van de NPV. „Ook in het vorige onderzoek bleek al dat een meerderheid van de Nederlanders moeite heeft met de voorgestelde wijzigingen. Toen was de nieuwe Transgenderwet voor veel mensen echter nog een ver-van-mijn-bedshow. Door onder meer de campagne van Gendertwijfel, over de gevolgen van de nieuwe wet, is er reuring ontstaan. De zorgen zijn sindsdien alleen maar groter geworden, vooral over de risico’s van de nieuwe wet voor jongeren.”
Volgens de NPV-directeur moet het recente onderzoek voor de politiek een reden zijn om pas op de plaats te maken. „We zien een heldere uitslag. Ik zou zeggen: gooi het wetsvoorstel in de prullenbak.”
Eind september debatteerde de Tweede Kamer over het wetsvoorstel dat in 2019 werd ingediend door oud-ministers Sander Dekker (VVD) en Ingrid Van Engelshoven (D66). Het voorstel wil het wijzigen van het geslacht in de geboorteakte of op het paspoort vergemakkelijken door de deskundigenverklaring te laten vervallen. Ook zou de minimumleeftijd van zestien jaar moeten worden geschrapt.
Het vervolgdebat staat vooralsnog ingepland voor de tweede week van december. Of er een meerderheid is voor het wetsvoorstel, is nog niet duidelijk.