Nu een peiling duidelijk maakt dat nog geen 15 procent van de Nederlanders de voorgestelde transgenderwet steunt, moet de wet terug naar de tekentafel, zegt Elise van Hoek van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).
Uit onderzoek blijkt dat 14 procent van de Nederlanders ermee instemt om het geslacht op de geboorteakte te kunnen veranderen zonder een verklaring van een dokter of psycholoog. Opheffen van de minimumleeftijd van zestien jaar, zoals de wet ook voorstelt, vindt bij 13 procent van de respondenten steun.
De peiling van bureau DirectResearch maakt duidelijk dat er geen draagvlak voor de wet is, concludeert Elise van Hoek, manager Onderzoek en Beleid bij de NPV „Wij hadden sterke vermoedens dat de wet niet op brede steun kon rekenen en deze vermoedens blijken juist.”
De NPV uit Veenendaal is opdrachtgever van het onderzoek, waar 1083 Nederlanders aan meewerkten.
Wat valt u in de uitkomst van het onderzoek op?
„Mensen willen het niet makkelijker maar eerder moeilijker maken om juridisch van geslacht te veranderen. Ze blijken voorstander van het vasthouden van de minimumleeftijd te zijn en kiezen daarbij voor 18 jaar of zelfs 25 jaar. Dat is dus een aanscherping van de huidige wet, die 16 jaar als grens aangeeft.
Mensen zien geslachtswijziging in het verlengde van andere keuzes die met wilsbekwaamheid en leeftijd samenhangen, zoals autorijden en gebruik van alcohol. Ze trappen dus feitelijk op de rem. Dat is een duidelijk signaal dat in dit onderzoek doorklinkt.”
Waarom voert de NPV deze peiling uit?
„Het is opvallend dat er geen debat over de wet is, terwijl die niet alleen over transgenders gaat, maar iedereen raakt. Als NPV vinden we het belangrijk dat een open gesprek plaatsvindt, omdat het om een belangrijke wetswijziging gaat.”
Vindt de NPV emancipatie van transgenders een probleem?
„Wij zijn tegen discriminatie van wie ook. Het punt is dat deze wet aan veel meer raakt dan alleen de vraag of je van geslacht kunt veranderen. Het gaat over hoe we geslacht definiëren. Als we gender belangrijker vinden dan geslacht, en gevoel belangrijker dan biologie, dan heeft dat vergaande consequenties. Ik denk aan beleid, taal en de maatschappelijke ordening. Deze wet zorgt niet voor emancipatie maar voor verwarring.
Het is opvallend dat in het buitenland evolutionair biologen zich actief in dit debat mengen. Zelfidentificatie, waarbij gevoel bepalend is voor wat iemand is, zien zij als een groot probleem, omdat deze haaks staat op de biologische werkelijkheid. Ook het idee dat er meer is dan man en vrouw mist volgens hen elke wetenschappelijke basis.”
In hoeverre zijn Nederlanders goed op de hoogte van dit onderwerp?
„Ongeveer een derde van de respondenten lijkt inderdaad niet goed te weten waar de wet over gaat. Dat is begrijpelijk, omdat er op dit moment nauwelijks debat is.”
In landen waar juridische geslachtsverandering al vergemakkelijkt is, doen zich incidenten voor. Zien respondenten eventueel misbruik van de wet als risico?
„We hebben hier niet expliciet naar gevraagd. Vanuit de open antwoorden komen fraude en misbruik wel naar voren. Bij fraude kun je denken aan de doorwerking in databestanden. Misbruik raakt de fysieke werkelijkheid. De wet maakt mogelijk dat biologische mannen vrouwenruimten betreden, zoals kleedkamers, toiletten en sauna’s, en dat roept negatieve reacties bij vrouwen op. Daarnaast raakt het de sportwereld.
De transgenderwet is bedoeld voor een kleine groep transgenders, maar het opent de deur voor iedereen die dat wil om er gebruik of misbruik van te maken. Daarom moet dit voorstel terug naar de tekentafel. Hierover moeten we eerst het gesprek voeren. We hopen dat andere partijen zich ook laten horen.”
Kan de wet voor transgenders winst zijn?
„De wet is niet het antwoord op de ontwikkelingen die zich momenteel in de transgenderzorg voordoen. Het voorstel om de leeftijdsgrens voor juridische geslachtsverandering te verlagen, kan vergaande consequenties voor jonge tieners hebben, waarbij de ouders buiten spel kunnen worden gezet. Dat vinden we risicovol voor tieners en voor de verhouding met hun ouders. We weten dat het aantal meisjes dat zich als jongen identificeert in een korte periode is verdrievoudigd. Dat kunnen we niet naast ons neerleggen. Kunnen tieners de consequenties van geslachtsverandering overzien?
Genderdysforie is een mentale aandoening. Wij pleiten ervoor dat mensen die hiermee worstelen passende ondersteuning krijgen. Vaak openbaart zich ook andere problematiek, zoals autisme. Dat vraagt om goede zorg, die breder is dan de enkele wens van geslachtsverandering.”