Column: Recht op seks in het huwelijk?
Wij leven in een maatschappij waarin seksuele prikkels op veel verschillende manieren tot ons komen. Met deze boodschap: seksuele behoeften zijn er om bevredigd te worden. Per direct. Seks is als consumptieartikel overal verkrijgbaar. Het woord seks veronderstelt al dat het om platte lust gaat. Het is te koop. Voor geld, voor een goede positie op de arbeidsmarkt, reëel of virtueel. De bevrediging van je lust ligt binnen handbereik. Een pornoactrice zegt nooit nee, en is slechts één muisklik van je verwijderd.
Ben je single? Daar is Tinder voor een leuke seksdate. Je hebt tenslotte recht op seks. Zit je in een verpleeghuis of leef je in een instelling voor mensen met een beperking? Er zijn organisaties die gespecialiseerde sekswerkers opleiden en aanbieden. De redenering: ook deze mensen hebben hun behoeften. Recht op seks dus.
Kom je niet voldoende aan je trekken in je eigen huwelijk of relatie? Vreemdgaan lijkt wel een epidemie, verzuchtte laatst een collega. De stap om ”het ergens anders te halen” lijkt klein geworden. Helaas dus ook in refokring. Van de Nederlanders heeft 4 tot 5 procent zelfs afgesproken om voor een ”open relatie” te gaan. Als je seksuele behoefte binnen de relatie niet voldoende wordt bevredigd, kun je afspreken een extra seksuele relatie aan te gaan.
In deze context is de oproep tot celibatair leven voor mensen met homoseksuele behoeften uiteraard onbegrijpelijk. Hoe kun je van iemand met homoseksuele gevoelens vragen de behoefte aan seksuele intimiteit niet uit te leven? Daar heeft hij of zij toch recht op?
Kardinaal Eijk schreef recent een lijvig werk over rooms-katholieke ethiek op het gebied van huwelijk en seksualiteit, ”De band van de liefde”. Veel waardevols wordt hierin beschreven, juist ook over de exclusiviteit van het huwelijk tussen man en vrouw. Eén zinnetje blijft echter hangen: „Als een man door bepaalde signalen merkt dat zijn echtgenote met hem seksuele gemeenschap wil hebben, al zegt zij dat niet uitdrukkelijk, dan is hij verplicht die met haar te hebben.” En andersom: „De vrouw die gehuwd is, heeft haar man recht over haar lichaam gegeven en daarmee de plicht op zich genomen om haar echtgenoot seksuele gemeenschap toe te staan, wanneer hij daarom vraagt.” Volgens de kardinaal, die zich beroept op woorden van Paulus, heb je binnen het huwelijk dus altijd recht op seks als je die behoefte voelt, en heb je binnen het huwelijk eigenlijk geen recht om te weigeren.
Ineens zie ik echtparen voor me. Mannen, zelf worstelend met seksverslaving, die hun vrouw dwingen tot gemeenschap, ook als zij niet wil, en vooral op een manier die zij niet wil.
Ik zie vrouwen die de gemeenschap wekelijks ondergaan, zodat hun man zijn behoefte maar weer kwijt is. „Anders gaat hij het ergens anders zoeken”, zeggen ze. Of: „Het is toch mijn plicht?” Bij bespreking hiervan blijkt dat mannen het helemaal niet fijn vinden als de vrouw zich op deze manier, als een robot, geeft.
Nu is het als vrouw uit de 21e eeuw niet altijd makkelijk om Paulus goed te begrijpen. Aan de Korinthiërs schrijft hij dat je als man en vrouw „niet de macht hebt over je eigen lichaam” en dat je elkaar „de schuldige goedwilligheid” dient te betalen. Dit gedeelte kunnen we echter niet lezen zonder hier andere Bijbelgedeelten bij te betrekken. En dan blijkt het in het christelijke huwelijk te gaan over geven in plaats van nemen. Geven, zoals Christus zich gegeven heeft voor Zijn Kerk en zoals de Kerk zich in vertrouwen overgeeft aan haar Bruidegom.
In tegenstelling tot wat onze maatschappij doet geloven, gaat het bij seksualiteit dus niet om het nemen van waar je recht op hebt. Het gaat om overgave in een veilige relatie als het huwelijk. Het geven van jezelf, én de macht over je lichaam, betekent dat je jouw (grote of kleine) behoefte in handen van de ander legt.
Dat is enorm kwetsbaar. Een grote verantwoordelijkheid voor man en vrouw om goed voor die kwetsbare behoefte van de ander te zorgen. Inclusief wensen en grenzen. Ook daarin mag het beeld van Christus en de bruid zichtbaar worden in een maatschappij die uitgaat van recht op seks.
De auteur is relatiehulpverlener bij Stichting De Vluchtheuvel.