Onderwijs & opvoedingkinderopvang
Op agrarisch kinderdagverblijf De Vossebelt in Holten deert wat zand of modder niet

Een rijtje peuters, gestoken in warme jassen en broeken, vergaapt zich aan een graafmachine die kuilvoer in een opraapwagen laadt. Op kinderdagverblijf De Vossebelt komt het boerenleven dichtbij, ook voor stadskinderen.

Op kinderdagverblijf De Vossebelt leren kinderen al van jongs af aan met dieren omgaan. Op de foto: eigenaren Gerrit en Johanna Stam met een aantal kinderen.  beeld Ruben Meijerink.
Op kinderdagverblijf De Vossebelt leren kinderen al van jongs af aan met dieren omgaan. Op de foto: eigenaren Gerrit en Johanna Stam met een aantal kinderen.  beeld Ruben Meijerink.

Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel, is een van de motto’s op agrarisch kinderdagverblijf De Vossebelt in het Overijsselse Holten. Ook op deze mistige, miezerige vrijdagochtend zijn de kinderen dus buiten te vinden. De regen lijkt ze niet te deren. Ze vermaken zich uitstekend. Kinderen rijden rond op speelgoedtractors en laden zand in kleine graafmachines.

Agrarische kinderopvang, dus op een boerderij, is aan een opmars bezig, bleek donderdag uit onderzoek van boeren- en tuindersorganisatie LTO. In 2007 ging het om twintig Nederlandse bedrijven, inmiddels is dat aantal gegroeid naar 263.

Vee hebben ze in Holten niet meer, vertelt eigenaresse Johanna Stam. Ze runt samen met haar man Gerrit het bedrijf. Nadat ze zo’n elf jaar geleden hun 125 varkens de deur uitdeden en de kinderdagopvang begonnen, verkochten ze dit jaar ook hun veertig melkkoeien. Nu leeft het echtpaar volledig van de opbrengst van het kinderdagverblijf. Volgens Johanna is het agrarische aspect echter nog volop aanwezig.

Schuren

Op het erf in Holten ademt alles boerenleven. Grote schuren, sommige al van generaties terug, de geur van kuilvoer en het uitzicht op landerijen.

Leidster Mariska Potman kijkt toe hoe de kinderen zich buiten vermaken. Ze heeft, net als de andere medewerkers, een groen jack aan met het logo van De Vossebelt. Het werk hier vindt ze „geweldig”, vertelt ze. „Hiervoor was ik leidster op een regulier kinderdagverblijf. Daar verliep iedere dag volgens een vast programma. Hier is het tegenovergestelde het geval: iedere dag is anders, omdat de natuur steeds weer verschilt. En we zijn heel veel buiten.”

De natuur speelt een belangrijke rol op De Vossebelt. Eigenaresse Johanna Stam straalt uit dat ze een buitenmens is. Gestoken in een dik jack, een spijkerbroek en stevige schoenen, geeft ze een rondleiding door het kinderdagverblijf. Op De Vossebelt blijken de kinderen vooral buiten te zijn.

Neem de babygroep. Kinderen slapen niet binnen, maar in de tuin, ook als het, zoals vandaag, zachtjes regent. In buitenbedjes, kastjes waar plaats is voor twee baby’s boven elkaar. Kinderen liggen rustig te slapen, zacht gesnurk klinkt vanachter het gaas. Dit idee komt uit Scandinavië, vertelt Stam. Buiten slapen is heel gezond, want het is goed voor de opbouw van vitamine E.

De baby’s hebben op De Vossebelt een buitengedeelte dat afgesloten is van de plaats waar oudere groepen spelen. Rondcrossende peuters op speelgoedtractors tussen kindjes die al vanaf 2,5 maand op de opvang komen, dat is vragen om moeilijkheden.

Schaafwond

Toch, legt de eigenaresse uit, willen ze op De Vossebelt niet alle risico’s wegnemen voor de oudere kinderen. „Ouders weten dat er bij ons kans is op een schaafwond of een bult. Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen zelf op ontdekkingstocht gaan, en op die manier leren.”

Zo wijst naar het boomstampad, gemaakt door haar man. Stammen van verschillende hoogtes vormen een voetpad. De harde, scherpe randen zijn rondgemaakt. De leidsters vertelden op een dag aan Stam dat het pad gevaarlijk was, omdat er vaak kinderen vanaf vielen. In plaats van het dan maar weg te halen, stelt Stam voor om heel precies te kijken hoe vaak er iets gebeurt, en met wie. Na twee maanden blijken er bijna geen valpartijen meer te zijn. „Het laat zien dat de kinderen leren omgaan met het pad. Zo kunnen ze hoogtes en risico’s leren inschatten.”

Ze noemt een ander voorbeeld, het kippenhok. „De inspectie zag dat daar geen slot op zit en oordeelde dat dat een gevaar vormde. „Wat kan er gebeuren”, heb ik gevraagd. Het is juist een prachtige leerervaring als een kind het hok een keer open laat staan en daardoor merkt dat de kippen er dan zomaar uit kunnen lopen. Uiteindelijk is het slot er ook niet gekomen.”

Op De Vossebelt lopen behalve kippen ook drie geiten, drie konijnen en twee loopeenden rond. „De kinderen ervaren hier dat dieren niet zonder meer knuffels zijn en dat ze zonder te praten wel communiceren. Als een konijn zijn oren plat legt, dan weten de kinderen dat ze hem moeten laten gaan omdat hij zich niet fijn voelt.”

Buizerd

Ook voor dieren die niet op de boerderij gehouden worden, leren de kinderen op De Vossebelt aandacht krijgen. „Als er een buizerd rondcirkelt, liggen we soms plat op onze rug naar boven te kijken. Hoe mooi hij zweeft, wat een bijzonder geluid hij maakt. Zo delen we onze verwondering voor de natuur.” Ook de kleine beestjes worden op waarde geschat, al heeft niet iedereen het daar even makkelijk mee, vertelt Stam. „Bij ons worden spinnen niet doodgemaakt, maar gevangen en buitengezet. Leidsters die panisch zijn voor spinnen, moeten daar soms een collega voor roepen.”

Kinderen hebben op De Vossebelt flink wat ruimte om te ravotten. Gras, zand en struiken vormen een ideale speelplek. Maar ouders waren niet altijd even blij als hun kind weer eens met zand tussen de rits van de jas thuiskwam, vertelt Stam. Daar bedacht ze iets op. Nu hangt er een hele lading oude jassen in het portaal naar de tuin. Ze tikte het spul tweedehands op de kop, of kocht restpartijen oude ski-jassen. Ze zijn ideaal om er de natuur mee in te gaan. Precies wat Stam wil. „We gunnen de kinderen echt deze ruimte om lekker los te gaan.”

Ondertussen vergt een agrarische kinderopvang heel wat onderhoud, laat Stam zien tijdens een wandeling op het terrein. Bomen en heggen moeten gesnoeid worden, hekwerk moet in orde zijn. „Boer Gerrit”, zoals de kinderen Johanna’s man noemen, doet het onderhoud.

De verantwoordelijkheid voor de kinderen van een ander, „iemands kostbaarste bezit”, drukt soms zwaar op Stam. Toch zou ze niet anders meer willen. „De natuur zit zo mooi in elkaar. Het is prachtig om dat aan kinderen mee te geven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer