Uitspraak Raad van State kan gezellige houtkachel de das omdoen
Houtstook staat in een kwade reuk. De rook geeft stankoverlast in de buurt, vervuilt de lucht en verkort levens, zo luidt de kritiek. De Raad van State doet deze maand uitspraak in een slepende Zeeuwse kwestie.
Het vonnis van de Raad van State kan weleens de doodsteek betekenen voor tal van oude haarden en kachels. Wanneer de Raad beslist dat de overheden moeten gaan handhaven op luchtkwaliteit, geldt die beslissing niet alleen Zeeland, maar ook andere provincies. Ondeugdelijke stookinstallaties zullen dan genadeloos door de mand vallen.
Het begon met een handhavingsverzoek van familie Pientka in ’s-Gravenpolder. De ervaren overlast door het stookgedrag van een buurtgenoot was de druppel. Een ambtenaar van de gemeente kwam één keertje ruiken, maar rook toen niets.
Omdat de gemeente in 2020 niet adequaat op hun verzoek was ingegaan, stapten Dieter en Marleen Pientka naar de Raad van State. „Ik kan u beelden laten zien van zwarte en zwartbruine rook uit de schoorsteen”, tekende de Zeeuwse krant PZC in augustus op uit de mond van Pientka.
In de kachelbranche zijn de familie Pientka en Stichting Houtrookvrij bekend vanwege hun strijd tegen alle vormen van houtstook. Gert Kooij, woordvoerder van stichting Nederlandse Haarden- en Kachelbranche (NHK), betreurt de opstelling van de stichting. „Ze scheren alles over één kam en dat blokkeert de dialoog.” Dat mensen overlast kunnen ervaren door houtstook, ontkent hij niet. „Maar ze zijn door de opeenstapeling van gebeurtenissen vaak zo emotioneel, dat van een goed gesprek niets meer terechtkomt.”
Of en in welke mate iemand last heeft van houtrook verschilt van persoon tot persoon, weet Ronald Kooren, woordvoerder van het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Maar het instituut doet geen uitspraken over individuele gevallen, zoals dat van Pientka. „Onze rol is om de luchtkwaliteit te monitoren en in algemene zin te onderzoeken tot welke gezondheidseffecten blootstelling aan luchtverontreiniging, waaronder houtrook, kan leiden.”
De problemen beginnen klein. Maar de emoties stapelen zich door de jaren heen op. Terwijl de oplossing eenvoudig kan zijn, meent Kooij. „In alle gevallen dat een NHK-installateur werd ingeschakeld en slachtoffers ervoor open stonden, is er een uitweg gevonden.”
Vuurkorf
Als het gaat over vervuiling is de ene haard de andere niet, vervolgt Kooij. „Het zijn vooral de buitenshuis gestookte vuurkorven en tuinkacheltjes die sterk vervuilend zijn. Hierbij gaat het om ongecontroleerde, ongereguleerde verbranding bij lage temperaturen.”
Bij de verbranding van hout in kachels, haarden en vuurkorven komt een mengsel aan stoffen vrij, waaronder (ultra)fijnstof, koolmonoxide, verschillende vluchtige organische stoffen, kankerverwekkende PAK’s en roet . „Maar het is lastig op voorhand in te schatten hoeveel van een bepaalde stof door een specifieke kachel wordt uitgestoten”, laat RIVM-woordvoerder Ronald Kooren weten.
„De uitstoot hangt vooral af van de volledigheid van de verbranding en van de verbrandingsefficiëntie. Veel factoren hebben hierop invloed, onder meer het stookgedrag, het type kachel, de soort brandstof, de verbrandingsduur, de weersomstandigheden, de ventilatiecapaciteit van de woning en de soort schoorsteen.”
Voor de uitstoot van kachels en haarden gelden steeds strengere regels. Zo heeft de EU de lidstaten verplicht alle nieuwe verbrandingstoestellen per januari van dit jaar te laten voldoen aan de Ecodesign Richtlijn. Gert Kooij: „De eisen voor het rendement en de uitstoot zijn daarin drastisch aangescherpt.” Zo heeft een ouderwetse open haard een verwarmingsrendement van 15 procent, een Ecodesign kachel of haard van 80 procent, en een pelletkachel van 96 procent. „De uitstoot van met name fijnstof door moderne verbrandingstoestellen binnenshuis is daardoor ook significant lager dan die van oudere kachels en haarden.”
De verbrandingstemperatuur in de stookruimte is cruciaal voor het rendement en de uitstoot. Hoe heter, hoe beter. Moderne houtkachels zijn daarom uitgerust met een getrapte naverbranding, waardoor fijnstof en allerlei verbrandingsgassen vollediger verbranden.
Een moderne houtkachel wordt volgens Kooij vaak ingezet als bijverwarming om het gasverbruik te drukken. „De centrale verwarming staat het grootste deel van het jaar op een laag pitje. En sfeer en gezelligheid krijg je er gratis bij.”
Dieselvrachtwagen
Hein Lars, hoogleraar Milieusysteemanalyse aan de Wageningen Universiteit, ontraadt mensen het nemen van een houtkachel. De hoogleraar zet grote vraagtekens bij de milieuvriendelijkheid van de moderne houtkachels. „De tests die ik heb gezien over verminderde uitstoot van deze kachels waren niet betrouwbaar. Ecodesign kachels zijn wel iets beter dan oude verbrandingstoestellen. Maar ze stoten nog net zoveel fijnstof uit als zes dieselvrachtwagens. Het zijn dus heel erg vieze, vervuilende en ongezonde energiebronnen.”
Daarnaast wordt het effect op het verwarmen van het huis overschat, vervolgt Lars: „Naast de kachel wordt het warm maar de rest van het huis koelt af. Dat komt doordat kachels lucht aanzuigen zodat extra koude en vervuilde lucht de woning binnenkomt.”
Over fijnstof is het laatste woord nog niet gezegd. In Nederland overlijden jaarlijks 11.000 mensen vroegtijdig aan de gevolgen van luchtverontreiniging; vier op de vijf keer is fijnstof de oorzaak, aldus Paula Bronsveld, programmamanager Klimaat en Luchtkwaliteit van TNO. Het instituut doet er al jaren onderzoek naar.
„Niet al het fijnstof is van zichzelf schadelijk. Het wordt pas een probleem als het ultrafijn is – kleiner dan 0,1 micrometer. Als je hieraan wordt blootgesteld, kan het via de luchtwegen doordringen tot in de bloedbaan.” Bronsveld noemt houtrook expliciet als bron van schadelijk fijnstof.
Onderzoek van RIVM en TNO toont aan dat houtrook één op één leidt tot gezondheidsklachten. „Ik zou mensen alleen een houtkachel adviseren als ze geen behoefte hebben om gezond oud te worden. Fijnstof en ultrafijnstof zijn een directe veroorzaker van hartinfarct, herseninfarct, longkanker, astma en bronchitis”, somt Hein op.
Maar de emissies van houtrook zijn de laatste 20 jaar sterk afgenomen, weet Kooij. Deels doordat het aantal open haarden en houtkachels van 2006 tot 2018 is gedaald van 1,2 miljoen naar 840.000. Ook zijn de winters zachter geworden en zijn de nieuwe toestellen beter dan de oude. Hein betwist deze uitstootcijfers van de kachelbranche. „Volgens de emissieregistratie van het RIVM is houtstook verantwoordelijk voor 21 procent van de Nederlandse fijnstofuitstoot.”
Belangen
Maar er is volgens de brancheorganisatie nog veel meer mogelijk. Kooij: „Wanneer oude kachels worden vervangen door Ecodesign toestellen kan de uitstoot met meer dan 80 procent omlaag. Houtrook zou in dat geval minder dan 1 procent gaan uitmaken van de fijnstofuitstoot in Nederland, in plaats van de huidige 4 procent.”
Een probleem waar de NHK tegenaan loopt, is dat de belangen van de drie betrokken ministeries nogal eens strijdig zijn met elkaar. Het ministerie van Economische Zaken bevordert verwarming met hout door van 2016 tot 2019 subsidie te verstrekken op pelletkachels. „Helaas is deze door ernstig falend beleid onder druk van de politiek weer ingetrokken”, constateert Kooij.” Het ministerie van Infrastructuur gaat over de luchtkwaliteit en het Schone Lucht Akkoord (zie ”Houtrook speerpunt Schone Lucht Akkoord”), waarin ook stichting NHK participeert. Maar het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat over het Bouwbesluit. „Volgens dat ministerie is er geen enkele urgentie om kwaliteitseisen te stellen aan installateurs van haarden. Want er zijn geen slachtoffers aan te wijzen.” En dat steekt Kooij.
Het is voor een goede verbranding belangrijk dat een vakman de kachel plaatst. „Een verwarmingstoestel is een halffabricaat”, verduidelijkt Kooij. „Er hoort een passend rookgasafvoerkanaal en vakkundige installatie bij. Alleen dan kunnen de toestellen hun maximale rendement en minimale uitstoot halen.”
Een ander aandachtspunt is het onderhoud van de kachel en het jaarlijks vegen van de schoorsteen. „Een verouderd toestel is ongeschikt en ongewenst. Ze stoten tot wel 25 keer meer schadelijke stoffen uit dan een modern toestel, en leiden vaker tot brandgevaarlijke situaties, waaronder schoorsteenbrand.”
Hij ergert zich eraan dat „oma’s potkacheltje” nog steeds mag worden verhandeld via Marktplaats. „Dat zijn toestellen van inferieure kwaliteit. België, Duitsland en Frankrijk hebben al vele jaren een betere regelgeving dan Nederland.”
Mensen moeten ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen, vindt Kooij. Hij benadrukt dat ze alleen schoon en droog hout moeten verbranden. „Geverfd of behandeld hout is uit den boze, ook het stoken van te vochtig hout draagt bij aan een sterke toename van ongewenste uitstoot.” Hij roept houtstokers dan ook op om een stooktraining te volgen bij hun leverancier. Volgens de typegoedkeuring uit 2002 beschrijft de fabrikant exact de hoeveelheid, het vochtigheidspercentage en de afmeting van de houtblokken die in het toestel zijn toegestaan. „Wanneer het RIVM met mistig en windstil weer een stookalert uitgeeft, moet je niet stoken omdat de rookgassen dan blijven hangen.” MilieuCentraal komt met vergelijkbare tips.
Enkeling
Het is vaak de enkeling die het verbruit voor de rest. „Het gaat dan om mensen die zich niets aantrekken van hun omgeving. Bovendien wordt de bestaande wetgeving, die er volop is, nauwelijks gehandhaafd.” Het NHK heeft hierover een brief gestuurd aan staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur. Maar de overheid heeft nu eenmaal weinig trek in nieuwe wetgeving en handhaving van bestaande regels”, sombert Kooij. Als de rechterlijke uitspraak van de Raad van State bijdraagt aan het terugdringen van de uitstoot door ondeugdelijke kachels, juicht hij dat toe. „Dat is niet alleen terecht, maar ook dringend nodig.”