De tiende International Conference of Reformed Churches (ICRC) is donderdag in Windhoek, Namibië, begonnen. Afgevaardigden van ruim dertig lidkerken uit alle delen van de wereld zijn samengekomen voor ontmoeting, bemoediging en verdieping.
Woensdagavond vond de bidstond plaats die werd geleid door ds. Paul de Bruyn (Zuid-Afrika). Hij preekte over Efeze 4:8-16 waarin Paulus ingaat op het doel van Christus’ gave van ambtsdragers, namelijk om de gemeente op te bouwen in de liefde.
De conferentie staat dit keer in het teken van de theologische opleiding van predikanten voor hun bediening. Elke avond wordt een lezing gehouden rondom het thema, waarna het de volgende ochtend in de brede vergadering wordt besproken tijdens een paneldiscussie. Er is alle ruimte om met elkaar van gedachten te wisselen en om de praktijk in het eigen kerkverband voor het voetlicht te brengen.
Een van de vragen naar aanleiding van de lezing van donderdagavond, van prof. dr. Mohan Chacko (India), was: Wat heeft het zwaartepunt in de theologische opleiding van predikanten: hoofd, hart of handen? Anders gezegd: wat is de verhouding tussen het academische niveau, de geestelijke vorming en de praktijk van het ambt? In het verleden was er op de verschillende gereformeerde theologische opleidingen vooral aandacht voor het hoofd, terwijl er recent meer aandacht is gekomen voor de andere twee aspecten. Er werden concrete voorstellen gedaan om de drie onderdelen te integreren.
Naast aandacht voor het overkoepelende thema is een belangrijk aspect van de conferentie elkaar als lidkerken te spreken. Tijdens de maaltijden worden zorgen en vreugden met elkaar gedeeld. Er wordt voor elkaar gebeden en gedankt. Het is kostbaar om tijdens de vergaderingen samen God te prijzen en om elke dag samen te luisteren naar de prediking van een van de predikanten.
Tijdens het verslag van de gehouden conferentie van Afrikaanse gereformeerde kerken kwam de verhouding met de moslims ter sprake. Ds. Fred Kabenge (Uganda) gaf aan dat er sprake is van toenemende invloed van de islam in diverse Afrikaanse landen. Het is voor christenen belangrijk om moslims te blijven zien als mensen die de liefde van Christus nodig hebben. Afgevaardigden uit Zuid-Soedan, het land dat bekend staat om het strenge moslimregime en waar christenen verdrukt worden, gaven aan dat er bij hen op dit moment niet veel dreiging is van de moslims, hoewel dat snel kan veranderen. Prof. Zacharys Gundu (Nigeria) gaf daarop een aangrijpend getuigenis over de moeiten van de gereformeerde kerk in Nigeria. Deze heeft te maken met onderdrukking door moslims die met het geweer in de hand de islam brengen. Christenen worstelen met de vraag of ze nu zelf een wapen moeten dragen om zich te beschermen of niet. Ze weten zich geroepen om van Gods liefde in Christus te getuigen, maar als ze niets doen, worden ze doodgeschoten voordat ze met de moslims in gesprek kunnen gaan.
Het wordt tijdens de conferentie wel duidelijk dat we nog strijdende kerk zijn. Maar het wordt eveneens duidelijk dat we een God dienen Die almachtig is, heilig, genadig en goed. De kerk is veilig in Zijn hand. Zo wordt er tijdens de conferentie iets beleefd van wat we belijden met Zondag 21, vraag en antwoord 54, van de heilige algemene christelijke kerk.
Ds. P. W. J. van der Toorn uit Bunschoten woont in Namibië de tiende ICRC bij.