ConsumentWeggooien of repareren

Een schone fiets gaat langer mee

De eenvoudigste manier om de levensduur van een fiets te verlengen is regelmatig schoonmaken. „Dat klinkt heel ouderwets, maar het helpt echt”, zegt fietsenmaker Robert-Jan Haaksman (28).

Geertje Bikker-Otten
14 October 2022 18:47
Fietsenmaker Haaksman. beeld RD, Anton Dommerholt
Fietsenmaker Haaksman. beeld RD, Anton Dommerholt

Vroeger was op de loer liggende roest –de velgen!– een reden om een fiets schoon te maken en in te vetten. Tegenwoordig komt oxidatie veel minder voor. „Frame, zadelpen en stuur zijn in veel gevallen van aluminium gemaakt. Dat roest niet. Voor spaken en remschijven wordt vaak roestvrijstaal gebruikt. Dat wordt behandeld om roesten te voorkomen”, weet Haaksman van Haaksman Tweewielers in Oudewater.

Niettemin blijft het belangrijk om een fiets schoon te houden. Vooral de ketting, legt Haaksman uit. „Overal waar zand tussen komt, gaat het schuren en wrijven. Dat zorgt voor slijtage. Vergeet als je aan het poetsen bent ook de binnenkant van de spatborden niet.”

Hij adviseert om voor het schoonmaken een lauwwarm sopje, liefst met een speciaal schoonmaakmiddel voor fietsen, te gebruiken. „Ik zou niet zomaar een willekeurig schoonmaakmiddel kiezen. Daar kunnen stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de onderdelen van een fiets.”

Voor het smeren van de ketting beveelt Haaksman een speciale wax aan. „Die is niet zo vet als een smeermiddel op basis van siliconen. Het voordeel is dat wax als je in de regen fietst wegspoelt en dat dan tegelijk al het aangekoekte vuil ook verdwijnt. Bij een middel op basis van siliconen blijft dat juist zitten.” Wie zijn ketting met wax onderhoudt, zal vanwege het wegspoelen wel wat vaker moeten smeren, zeker bij regenachtig weer. Er is ook een wastechnische reden om voor wax te kiezen. „Een voordeel is dat je kleren er minder vies van worden dan van een smeermiddel op basis van siliconen.”

Hoe vaak een ketting gesmeerd moet worden, hangt af van het gebruik en de weersomstandigheden. „In het pekelseizoen moet je dat toch liefst wel elke twee, drie weken doen, zeker bij een open kettingkast.”

Bandenspanning

Wat een fietser zelf kan doen om zijn vervoermiddel te onderhouden is afhankelijk van ervaring, beschikbare tijd en interesse. Haaksman: „Schoonmaken, smeren, banden plakken en de ketting spannen: ik denk eigenlijk dat dat allemaal wel te doen of te leren is.” Regelmatig de bandenspanning controleren is ook prima zelf te doen. „Dat is zeker bij e-bikes belangrijk; door de ondersteuning heb je minder snel door dat de banden zacht zijn.”

Maar de praktijk leert dat veel mensen niet aan het onderhoud van hun fiets toekomen. Ze zijn te druk. Of ze beginnen er niet aan omdat ze het nooit hebben geleerd. „Ik krijg hier zelfs weleens mensen die me vragen of ik het batterijtje van het fietslicht wil vervangen. Dat doe ik met alle liefde, hoor. Maar ik verbaas me er ook wel over. Zo’n batterijtje vervangen: dat kan toch iedereen?”

Wie dat wil, kan gerust zelf aan een eenvoudige reparatieklus beginnen, ook zonder ervaring, vindt Haaksman. „Als je er interesse voor hebt, pak je het zo op, ook al heb je het in je jeugd niet van je vader geleerd. En als je er niet uitkomt, kun je er altijd nog mee naar de fietsenmaker gaan.”

18688142.JPG
beeld RD, Anton Dommerholt

Hij wijst ook op het belang van regelmatig onderhoud door een fietsenmaker. „Bij zo’n beurt loop je alles langs: zijn de banden nog goed, is de ketting niet versleten, hoe is de staat van de remkabels.” Daarmee voorkom je dat je onderweg onverwacht door iets als een gebroken versnellingskabel wordt verrast.

Antilekbanden

Banden plakken is nog altijd een veelvoorkomende klus, vertelt de jonge fietsenmaker. „Ik denk dat ik op een dag ongeveer 30 procent van de tijd banden aan het plakken ben.” Dit ondanks de opmars van antilekbanden. „Het verschil met gewone banden is dat een antilekband een extra laag heeft die glassplinters en bijvoorbeeld doornen tegenhoudt en als het ware weer naar buiten duwt.” Dat klinkt ideaal, en dat is het ook. Maar dergelijke banden zijn wel duurder in aanschaf.

Haaksman demonstreert hoe je dat ook alweer aanpakt: een band plakken. Hij bevestigt een fiets met een lekke achterband aan twee haken die aan het plafond hangen, hijst hem omhoog, gaat op zoek naar het ventiel en draait dat los. Daarna wipt hij met een bandenlichter de buitenband over de velg heen zodat de binnenband bloot komt te liggen. „Misschien een handige tip: ik probeer de buitenband en de velg zo min mogelijk te verschuiven. Dat helpt om de oorzaak op te zoeken. Je kijkt hoever het lek van het ventiel zit en gaat op dezelfde afstand in de buitenband op zoek naar een scherp puntje.” Hij haalt de binnenband van de velg, draait het ventiel weer vast en pompt de band op. Al snel blijkt waar het lek zit: de lucht verlaat met een sissend geluid de binnenband via een flink gat. Haaksman schat in hoever het gat van het ventiel zit, pakt een doekje en veegt daarmee over de binnenkant van de buitenband. „Je kunt het ook met je vinger doen, maar dan loop je al snel een wondje op. En je wordt er vies van. Een doekje is bij een heel klein scherp puntje bovendien gevoeliger dan je vinger. Het blijft eerder haken.” De boosdoener blijkt een flinke glassplinter, dat hij er met zijn vingers uitpeutert. „Als je dat met een tangetje doet, loop je kans dat het breekt en dat er een stukje in de band blijft zitten.”

Daarna volgt het lijmritueel. Eerst de plek rond het lek licht opschuren. Dan een plakker kiezen die bij het formaat van het gat past. Vervolgens rond het lek solutie smeren op de plek waar de plakker komt. Een paar minuten wachten en dan de plakker aanbrengen. En daarna: de binnenband oppompen om te checken of er echt geen lucht meer ontsnapt. Als het lek gedicht lijkt, moet de lucht er weer uit en wordt het ventiel weer losgedraaid. De binnenband gaat weer om de velg en het ventiel wordt opnieuw bevestigd. Daarna volgt de grootste krachttoer: de buitenband weer om de velg zien te krijgen. „Dat kun je beter niet met een bandenlichter doen: daarmee kun je de binnenband weer lek steken.”

18688146.JPG
beeld RD, Anton Dommerholt

Een algemene tip is om de banden goed op spanning te houden. Dat is zeker bij e-bikes belangrijk; door de ondersteuning heb je minder snel door dat de banden zacht zijn.”

Batterijen

Wat elektrische fietsen betreft adviseert Haaksman om bij aankoop bij de dealer te informeren naar de beste manier om met zo’n vervoermiddel om te gaan. „De optimale methode om batterijen op te laden verschilt per fiets. Je kunt het sowieso het best overdag doen. Als er dan brand uitbreekt, ben je er snel bij.” In z’n algemeenheid verdient het de voorkeur om een batterij zo veel mogelijk leeg te rijden. „Na elke rit “stekkeren” kun je beter niet doen.” Nog een tip: zorg voor een zo stabiel mogelijke temperatuur tijdens het opladen en stallen. “Niet te warm, niet te koud; bijvoorbeeld in de bijkeuken. Bij een stabiele temperatuur floreert een elektrische fiets het best. Net als wij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Repareren

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer