Mijn instrument: Noortje en Rianne geraakt door de warme klank van de panfluit
Beiden noemen de warme klank van de panfluit. Maar dan bedoelen leerlinge Rianne Klok en docent Noortje van Middelkoop wel de originele, gemaakt van bamboe. De een kan haar gevoel helemaal kwijt in het blaasinstrument, de ander kan met de panfluit haar missie optimaal uitvoeren.
Liefde voor muziek en de panfluit bijbrengen
Noortje van Middelkoop (49) heeft in haar muziekkamer in Voorthuizen panfluiten in soorten en maten: van de kleinste sopranino met maar twaalf pijpjes, tot de contrabas, waarvan de langste pijp bijna een meter lang is. Haar lievelingsinstrument heeft ze al vijftien jaar. „Dat heeft een heel mooie, warme klank. En een prachtige sierrand. Hij is van de Roemeense bouwer Preda.”
Overigens kan ze die panfluit niet naar elk concert meenemen. Als ze moet samenspelen met een orgel, is het maar de vraag hoe hoog dat instrument gestemd staat. Ter plekke omstemmen met bijenwas is geen doen. „Daar ben ik drie kwartier mee bezig.” Daarom heeft de panfluitiste drie fluiten op verschillende stemmingen liggen. „Dit is bijvoorbeeld de Kampenfluit, voor als ik daar in de Bovenkerk moet spelen.”
Van Middelkoop, die zo’n twintig leerlingen heeft en veelvuldig concerteert, kan zich een leven zonder de panfluit niet meer voorstellen. Ze vertelt hoe het destijds, toen ze 7 was, begon. Ze had op de muziekschool gekozen voor een instrument, ze weet niet meer welk, maar daarvoor waren te veel aanmeldingen. Een docent zou de kinderen die boventallig waren wel een jaartje bezighouden met… de panfluit. Na dat jaar wilde Noortje niets anders meer. „Ik vond het zo mooi.” Ze ging zelfs naar het conservatorium in Hilversum en werd professioneel panfluitiste.
Lange tijd is er eigenlijk geen muziek voor de panfluit geschreven, zegt Van Middelkoop. „We moeten het repertoire altijd lenen; of zelf iets schrijven.” Vaak moeten er bij een bestaand stuk wel aanpassingen gemaakt worden. Ze noemt de bekende ”Badinerie” van Bach, die dwarsfluitisten razendsnel kunnen spelen. Op de panfluit is dat veel lastiger, omdat je je mond niet zo snel heen en weer kunt laten gaan. „Soms moet je ervoor kiezen een stuk wat langzamer te spelen, of iets aan te passen.”
Van Middelkoop speelt graag heel divers. Ook modern-klassieke muziek kan ze waarderen. Soms speelt ze zo’n hedendaags werk. „Maar dan heb ik vaak zelf meer plezier dan de luisteraar.” Wat haar missie is in haar werk? „God de eer geven met mijn instrument. En mensen liefde voor muziek en voor de panfluit bijbrengen.”
„Ik kan er zo goed m’n gevoel in kwijt”
Rianne Klok (21) uit Barneveld geniet enorm van de panfluitlessen bij Noortje van Middelkoop. „Het is supergezellig en ik leer ontzettend veel.” De verzorgende, die fulltime werkt in een verpleeghuis in Putten, zit nu drie jaar op les bij de musicus in Voorthuizen. Maar ze heeft al veel langer een panfluit. „Ik kreeg er een voor m’n twaalfde verjaardag; een goedkoop houten exemplaar van 88 euro.”
Ze speelde toen al een jaar blokfluit, maar stapte over op de panfluit. Waarom? „Ik had echt het gevoel dat het mijn instrument is. Vanwege de klank. Ik kan er zo goed m’n gevoel in kwijt.”
Op de muziekschool kreeg ze een poosje les op het instrument, maar het meeste leerde ze zichzelf aan via zelfhulpboekjes en met filmpjes online. Daarbij luisterde ze vooral ook naar de muziek die Noortje van Middelkoop maakt. Toen ze drie jaar geleden graag een nieuwe panfluit wilde, vroeg Rianne aan Van Middelkoop of zij niet een instrument voor haar wist. En zodoende kwam ze aan een serieuze panfluit, gemaakt van bamboe. Kosten: 500 euro. „De klank van dit instrument is veel warmer dan die van m’n oude panfluit.”
Toen ze toch in contact was met Van Middelkoop, vroeg Rianne direct maar of ze ook les van haar kon krijgen. En dat kon, tot haar vreugde. Of ze veel moest afleren? Lachend: „Dat viel wel mee. Maar het is nu wel het secure werk. Eerder speelde ik redelijk vrij met YouTube mee, maar we kijken nu echt wat er staat.”
De muziek voor de panfluit is heel divers: het kunnen klassieke stukken zijn, of Roemeense volksmuziek, of hedendaagse werken. Waar Rianne het meest van houdt? „Ik denk van klassiek. En ook van Roemeense liedjes. Dat zijn vaak vrolijke deuntjes.” Als ze één stuk moet noemen dat ze heel graag speelt, is dat het lied ”Wat de toekomst brengen moge”. „Dat is weer heel anders, maar ik vind het een erg mooi nummer.”
Voor Rianne is panfluitspelen een hobby, ter ontspanning; ze zal er haar werk niet van maken. Ze houdt ook niet zo van het podium, geeft ze aan. „Maar ik neem m’n panfluit weleens mee naar het werk. Dan speel ik voor de bewoners. Prachtig vinden ze dat.”