Rutte: Gaswinning werd stap voor stap een nachtmerrie
In de jaren na de zware beving in Huizinge, zag premier Mark Rutte „dat de aardgaswinning van iets dat prachtig leek in de jaren zestig, stap voor stap begint te veranderen in een nachtmerrie”. De premier verklaart dat hij, net als minister Henk Kamp, wel eerst meer informatie over de aardbevingen wilde verzamelen voordat het kabinet nieuwe besluiten zou nemen over de gaswinning.
„Je ziet dat er op dat moment nog veel kennis afwezig was”, aldus Rutte tegen de parlementaire enquêtecommissie die zich buigt over het Groningse gasdossier. Dat de recordhoge gaswinning in 2013, het jaar na ‘Huizinge’ „bizar hoog” was, realiseerde Rutte zich naar eigen zeggen pas in 2018. Aanleiding was een interview met toenmalig inspecteur-generaal Jan de Jong van het Staatstoezicht op de Mijnen.
Rutte benadrukt dat veiligheid toen hij in 2010 aantrad als premier nog nauwelijks „op de radar” stond. Dat veranderde pas na de beving bij Huizinge en een daarop volgend rapport van SodM waarin een verlaging van de gaswinning werd geadviseerd. Maar naast zorgen over veiligheid waren die er ook over leveringszekerheid. Veel huishoudens en bedrijven in Nederland, Duitsland en België waren nog zeer afhankelijk van Gronings gas.
Ook financiële zorgen speelden mee, hoewel die volgens Rutte niet doorslaggevend waren. De premier wijst erop dat Nederland destijds „midden in een economische crisis” verkeerde en al op grote schaal aan het snijden was in de overheidsuitgaven. Bij het besluit voor onder meer 2014 en 2015 speelden de overheidsfinanciën wél een belangrijke rol. Toenmalige ministers Kamp en Dijsselbloem (Financiën) spraken in die tijd met elkaar over de hoogte van de winning en de gevolgen voor de staatskas. Daarbij was Rutte niet betrokken, verklaart hij.
Behalve leveringszekerheid en de staatsfinanciën speelde volgens Rutte mee dat de gaswinning en -handel belangrijk waren voor het economisch toekomstperspectief van Groningen. Er lagen juist grote ambities op tafel om van de provincie „hét energieknooppunt van Europa” te maken. Het wegvallen van de gaswinning zou het een stuk lastiger maken om die waar te maken.