Nijpend tekort aan refodirecteuren in basisonderwijs
Het reformatorisch basisonderwijs kampt met een tekort aan schooldirecteuren. Diverse scholen zijn al maandenlang op zoek naar een bestuurder. Verwacht wordt dat het probleem de komende jaren verder toeneemt.
Ad Geuze is zo’n dertig jaar directeur van de Ds. Joh. Groenewegenschool in Werkendam. Na een halve eeuw in het onderwijs gaat hij in januari 2023 met pensioen. Een opvolger is er niet. Ondanks dat de school zo’n acht maanden geleden begonnen is met de werving van een nieuwe directeur, kwam er tot nu toe geen enkele sollicitatie binnen.
Het baart Geuze, die benadrukt dat je als directeur „boegbeeld, motor en stimulator” van de school bent, grote zorgen. „Voor reformatorisch onderwijs is zowel identiteit als kwaliteit van wezenlijk belang. Nu veel directiefuncties onvervuld blijven of bezet worden door interimmers, vrees ik dat de cultuur binnen basisscholen verzakelijkt.”
Geuze denkt dat het probleem de aankomende jaren alleen maar groter wordt. Een groot aantal reformatorische basisschooldirecteuren loopt volgens hem namelijk tegen de pensioengerechtigde leeftijd aan. „Daarnaast lijken veel mensen niet meer bereid om te verhuizen voor hun baan en kampen we net als andere sectoren met een ontzaglijk lege arbeidsmarkt.”
Het tekort staat hoog op de agenda van de onderwijsbestuurders. Maandag nog organiseerde Driestar Educatief een brainstormsessie met een tiental directeuren uit het christelijk basisonderwijs.
Tijdens de bijeenkomst, waar Ad Geuze ook bij aanwezig was, werd gesproken over de achtergrond van het directeurentekort. „We schieten zo snel in de oplossingsstand en gaan op zoek naar praktische uitwegen. Maar kritisch kijken naar de oorzaak van het probleem is niet minder belangrijk”, vertelt Geuze.
Vrouwelijk talent
Daarbij ging de hand ook in eigen boezem. „Wat draag ik zelf als directeur uit? Straal ik enthousiasme uit of klaag ik altijd over een overvolle agenda?” Zo’n houding kan volgens Geuze de aantrekkingskracht van de functie ondermijnen en een reden zijn dat mensen leidinggeven niet zien zitten.
Diverse Zeeuwse scholen zitten ondertussen met de handen in het haar. Van de acht reformatorische basisscholen die aangesloten zijn bij Coöperatie Zuid-West-Nederland (ZWN), zijn er drie op zoek naar een nieuwe directeur. Jan-Willem de Leeuw, college van bestuur van Coöperatie ZWN, doet er naar eigen zeggen alles aan om de vacatures vervuld te krijgen. „We adverteren veel en breed. In kranten, tijdschriften en op websites. Daarnaast doen we echt een beroep op ons netwerk, maar de stroom lijkt opgedroogd.”
De directeursfuncties op zijn scholen worden inmiddels ingevuld door interimmers. De Leeuw is blij met de tussenoplossing, maar had het liever anders gezien. Met name bij de totstandkoming van zogenoemde schoolplannen –vierjarige ontwikkelingsplannen– is het lastig dat de school geen vaste directeur heeft. „Het standaardwerk gaat door. De school wordt in stand gehouden. Maar sprake van ontwikkeling of werken aan een langetermijnvisie gebeuren niet”, zegt De Leeuw.
Bestuurder Pieter Moens van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) ziet het tekort aan directeuren ook met lede ogen aan. Zo’n 15 van de in totaal 175 refo-basisscholen zijn volgens hem op zoek naar invulling van een directiefunctie. „Al tien jaar lang is het moeilijk om een directeur te vinden voor een refoschool, maar het zijn er nu wel erg veel.” Daarnaast zijn scholen volgens hem uitzonderlijk lang op zoek naar een directeur. Sommige moeten het al langer dan een jaar zonder vaste bestuurder doen.
Moens vindt het lastig een reden aan te wijzen voor het tekort, maar ziet wel dat de geringe aanwas van mannelijke docenten het tekort vergroot. Daarnaast is de complexiteit van het vak van schooldirecteur volgens de VGS-bestuurder de afgelopen jaren toegenomen. „Als directeur onderhoud je contact met ouders, leerkrachten, kinderen en de politiek. Daarnaast is het een intensieve baan en moet er veel gecommuniceerd, overlegd en verantwoord worden.”
Een deel van de leerkrachten ziet zo’n directiefunctie dan ook niet zitten. „Veel juffen en meesters kiezen voor het lesgeven en vinden fulltime leidinggeven te veel van het goede”, aldus Moens.
Volgens de bestuurder is het echter niet alleen maar kommer en kwel. „Op Driestar Hogeschool volgen ruim veertig studenten de minor leidinggeven. Natuurlijk moeten zij nog ervaring opdoen voor de klas, maar nieuwe aanwas lonkt.” Daarnaast vestigt Moens zijn hoop op zogenoemde zij-instromers: werknemers uit het bedrijfsleven die op zoek zijn een „betekenisvolle baan in het onderwijs.”
De inzet van vrouwelijk talent behoort volgens Moens ook tot de mogelijkheden om het tekort op te lossen. Hij zag het aantal leidinggevende vrouwen binnen het refo-onderwijs de afgelopen jaren toenemen. „Alleen zien veel scholen toch liever een man dan een vrouw als directeur.” Moederschap combineren met een fulltime baan blijft volgens Moens „lastig.”
Basisschooldirecteur Geuze denkt dat scholen vooral bij zichzelf te rade moeten gaan. „Scholen moeten de verantwoordelijke taken meer spreiden, bijvoorbeeld door de aanstelling van een managementteam.” Een school maakt zich daarmee volgens hem minder afhankelijk van één persoon. In geval van nood zou een directeur ook meerdere scholen onder zijn hoede kunnen nemen.
Geuze stelde zijn pensioen eerder al twee keer uit vanwege corona, maar stopt per 1 januari echt, ondanks het tekort. „Ik zou met liefde nog langer doorgaan, maar het is voor alle partijen beter dat ik ook een keer stop.”