Een tacticus in optima forma. Die reputatie geniet VVD-coryfee Johan Remkes al enkele jaren in politiek-bestuurlijk Nederland. Woensdag, bij presentatie van zijn stikstofrapport, deed hij die opnieuw eer aan.
Niet één van de coalitiepartijen zal bij het doornemen ervan juichen. Maar daar staat tegenover dat ook niemand met lege handen staat. Iedereen wordt door grootmeester Remkes wel een beetje bediend.
Het was met name de agrarische sector die reikhalzend uitkeek naar zijn rapport. In die branche sloeg voor de zomer de vlam in de pan, zeker nadat stikstofminister Van der Wal haar inmiddels beruchte stikstofkaart presenteerde. Die wekte de indruk dat de overheid tot op de vierkante millimeter wilde dicteren hoe elke boer de stikstofopgave diende in te vullen. Kon dat niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Later bleek het iets genuanceerder te liggen, maar de vertrouwenscrisis tussen het kabinet en de boeren was een feit.
Het is duidelijk dat Remkes zich heeft ingespannen om ook tussen deze twee partijen een brug te slaan. Zo is 2030 als streefjaar waarin de reductiedoelen behaald dienen te zijn niet meer helemaal in beton gegoten. Remkes adviseert enige flexibiliteit. Daar komen VVD, D66, CDA en CU wel uit en de boeren hopelijk ook.
Anders ligt het met de klemmende aanbeveling om uiterlijk binnen een jaar onomkeerbare stappen te zetten die effect realiseren. Concreet: 500 tot 600 piekbelasters moeten gericht en versneld hun bedrijfsactiviteiten beëindigen; een traject dat zonder dwang (in jargon: zonder verplichtend instrumentarium) vrijwel niet te realiseren zal zijn. Dat komt aan.
Duidelijk is dat de uitwerking van die aanbeveling van de kant van het kabinet een behoorlijke mate van precisie en zorgvuldigheid eist. Hoe lastig de omstandigheden ook zijn, van de overheid mag worden verwacht dat zij ook op moeilijke momenten betrouwbaar en integer is.
Op dat punt is het goed nog eens in herinnering te roepen hoe de boeren destijds door de overheid is verzekerd dat aanwijzen van de Natura2000-gebieden het voortzetten van hun bedrijfsvoering in de nabije omgeving daarvan niet onmogelijk zou maken. Daar komt het kabinet, als het Remkes raad op dit punt tenminste opvolgt, op terug. Weliswaar om uiteenlopende reden en in bepaalde zin ook met het mes op de keel, maar toch. Dat schept beslist verplichtingen.
Kom met een PlusRegeling voor de 500 à 600 stoppers, adviseert Remkes in het rapport. Die moet hen binnen de mogelijkheden van de wet maximaal compenseren. Duidelijk is dat dit een harde ondergrens dient te zijn. Hoe het kabinet die procedure ook gaat uitwerken; een royale schadeloosstelling is echt het minste van het minste wat nu van Rutte IV mag worden verwacht. Het stikstofbeleid heeft veel te lang op de waakvlam gestaan. Dat kan niet worden afgewend op ondernemers voor wie nu het einde van hun levenswerk dreigt.