Lagere prijzen aan de pomp raken uit beeld door OPEC-besluit
Automobilisten in Nederland hoeven voorlopig niet op echt lagere prijzen aan de pomp te rekenen. Door de beslissing van oliekartel OPEC en bondgenoten als Rusland om de olieproductie fors te verlagen ligt dat even niet meer voor de hand, zegt oliemarktdeskundige Paul van Selms van consumentencollectief UnitedConsumers.
Na een piek in juni van zo’n 2,50 euro voor een liter Euro95 werd tanken hier steeds goedkoper, terwijl de olieprijzen mondiaal ook hard omlaaggingen. Maar die dalende trend proberen de olieproducerende landen nu een halt toe te roepen. Met succes zo lijkt het, want voor een vat Amerikaanse of Brentolie ben je inmiddels alweer een stuk meer kwijt op de oliemarkt dan een paar dagen terug.
„Het is een spelletje van vraag en aanbod. De OPEC weet dat ze op deze manier de markt kan sturen”, aldus Van Selms. Wat de precieze gevolgen zullen zijn voor de prijzen van benzine en diesel in Nederland, is volgens hem wel lastig te zeggen. Dat komt omdat die prijzen ook erg afhankelijk zijn van andere factoren. Dan gaat het bijvoorbeeld om de ontwikkelingen rond de oorlog in Oekraïne en de koers van de dollar.
De gemiddelde adviesprijs voor een liter Euro95 ligt met 2,089 euro eigenlijk nog steeds op een heel hoog niveau, zegt Van Selms. Want in dat bedrag zit de tijdelijke accijnsverlaging door de overheid nog verwerkt. Dat de prijzen afgelopen tijd niet verder zijn gezakt is voor een groot deel te verklaren door de dure dollar ten opzichte van de euro, stelt hij. Olie wordt namelijk in dollars afgerekend. Voor een euroland als Nederland pakt dat onvoordelig uit.
Pomphouders kunnen wel afwijken van de adviesprijzen van de grote oliemaatschappijen die UnitedConsumers bijhoudt. In de praktijk betalen automobilisten de adviesprijzen alleen langs de snelweg. Bij enkele goedkope tankstations in Nederland kost een liter Euro95 momenteel rond de 1,80 euro.