De inlijving door Rusland van deels bezette Oekraïense provincies tekent „de ernstigste escalatie sinds het begin van de oorlog” tegen Oekraïne, zegt NAVO-chef Jens Stoltenberg. Hij spreekt van een „sleutelmoment” in de nu ruim zeven maanden durende oorlog.
Rusland mobiliseert sinds vorige week honderdduizenden extra militairen en schermt steeds nadrukkelijker met zijn kernwapens, aldus Stoltenberg. Samen met de annexatie van vrijdag brengt dat het conflict tot een voorlopig hoogtepunt. Maar Rusland „toont met dat alles geen kracht, maar zwakheid”, stelt de secretaris-generaal van het westerse bondgenootschap.
De annexatie zal de Russische president Vladimir Poetin in ieder geval niet baten, waarschuwt Stoltenberg. Oekraïne houdt „alle recht om de bezette gebieden te bevrijden”. En Poetin zal niet slagen in zijn opzet om Oekraïnes medestanders af te schrikken. Wie denkt Kiev om terughoudendheid te moeten vragen uit angst voor een Russische kernaanval „zwicht voor nucleaire chantage”, aldus de Noor.
De dertig NAVO-landen zullen doorgaan met hun hulp aan Oekraïne, zegt Stoltenberg. Zolang als dat nodig is, zodat het zijn verloren grondgebied kan heroveren. De alliantie roept de rest van de wereld op de „schaamteloze veroveringspogingen” van Moskou te verwerpen.
De NAVO-chef wilde niet ingaan op het verzoek van Oekraïne om versneld tot het bondgenootschap te worden toegelaten. De NAVO richt zich „op het leveren van onmiddellijke steun aan Oekraïne om het te helpen zich te verdedigen tegen de brute Russische invasie”, zei hij.