Lecanemab, zoals het medicijn heet, verlaagt de hoeveelheid eiwit in de hersenen die mogelijk verband houdt met de ontwikkeling van alzheimer, zo komt volgens Pijnenburg naar voren uit het onderzoek. Maar of die eiwitten daadwerkelijk van invloed zijn op het ontstaan van de ziekte is wetenschappelijk gezien nog geen uitgemaakte zaak, legt ze uit.

Uit het onderzoek blijkt volgens de neuroloog ook dat bijvoorbeeld het geheugen van mensen met alzheimer die het nieuwe medicijn nemen minder hard achteruit gaat. Maar ook op dat vlak pleit ze voor terughoudendheid: „deze mensen gingen niet vooruit, maar minder snel achteruit. De vraag blijft wat mensen met alzheimer er in de praktijk aan hebben als ze iets beter scoren op zo’n test.”

Voor het antwoord op die vraag is het nu nog te vroeg, stelt Pijnenburg. Er lopen nog meer onderzoeken naar dit medicijn. „Die zullen helpen om nog beter te kunnen bepalen of we hiermee op de goede weg zitten.”

Alzheimer Nederland zegt dat de resultaten van Lecanemab deel uitmaken van „een positieve trend” in het alzheimeronderzoek. Voordat patiënten er iets aan hebben moet het medicijn nog wel worden goedgekeurd in Europa. Voor mensen die net een diagnose hebben gekregen begint daarom nu „een periode van lang wachten”. Voor patiënten in een vergevorderd stadium van de ziekte komt dit middel volgens de belangenorganisatie bovendien te laat. Ook zijn er nog „veel andere vormen van dementie waar nog geen geneesmiddel voor beschikbaar is”.