Wordt het CU-Europarlementariër Peter van Dalen? Provinciebestuurder Andries Heidema? Het vinden van een opvolger voor de vorige week opgestapte landbouwminister Staghouwer is voor CU-partijleider Segers een lastige klus.
„Ik ben niet de juiste persoon om leiding te geven aan de opgaven die er liggen”, zei Staghouwer bij zijn aftreden. Een oppervlakkige toehoorder kan daaruit concluderen dat zijn persoonlijkheid de voornaamste bottleneck was. Het is verleidelijk om te redeneren dat Segers dan maar op zoek moet gaan naar een kandidaat die in alles de tegenpool is van Staghouwer. En dat het vanzelf wel goed komt als die opvolger niet afwachtend, maar assertief en niet coöperatief, maar bruuskerend is.
Zo simpel ligt het natuurlijk niet. De stikstofparagraaf uit het coalitieakkoord is niet alleen een zweepslag voor de sector, ook voor de ambtenaren op het ministerie van LNV. Zeker, daar werd al wel langer nagedacht over andere verdienmodellen voor de boer –de boer als natuurbeheerder, de boer als afvalverwerker– maar nieuw aan de huidige situatie is dat het tamelijk abrupt menens is geworden. Ruwe houtskoolschetsen opstellen volstaat niet langer, het gaat om concrete, uitgewerkte scenario’s.
In de wandelgangen van de Tweede Kamer valt geregeld te beluisteren dat het maken van die switch voor het ambtelijk apparaat van LNV een behoorlijke worsteling is. Staghouwers opvolger moet daar leiding aan zien te geven. Andere complicaties zijn dat Staghouwers mandaat ook acht maanden na zijn aantreden niet helemaal duidelijk was, én dat capabele bestuurders met voldoende affiniteit met de landbouwsector binnen een relatief kleine partij als de ChristenUnie niet voor het oprapen liggen.
Wat het mandaat betreft; duidelijk is dat de visies op landbouw binnen de coalitie verschillen. Het aloude schisma of het verkleinen van de veestapel nu een doel op zich is, of dat het ook de wat meer ongerichte uitkomst kan zijn van het nieuwe stikstofbeleid leeft nog steeds. Voor Staghouwers opvolger is dat ingewikkeld. Moet die nu wel of niet fors inzetten op nog meer technologische innovaties zonder gedwongen krimp? Of kan dat inmiddels wel worden bestempeld als een doodlopend spoor?
Segers, inmiddels gepokt en gemazeld in de politiek, zal zeker zijn best doen om vooraf zoveel mogelijk hobbels weg te nemen voor de nieuwe landbouwminister. In coalitieberaden zal hij ook beklemtonen dat VVD, D66 en CDA de nieuwe man of vrouw de nodige ruimte moeten gunnen, wil hij of zij succesvol kunnen zijn. Of Rutte als regeringsleider erg genegen is zich daar hard voor te maken, is echter nog maar de vraag. Hij zal Segers er zeker fijntjes op wijzen dat het in deze coalitie voor heel veel bewindslieden schipperen en ploeteren is. Én dat de VVD met Van der Wal (stikstof) en Van der Burg (Asiel en Migratie) niet één, maar twee bewindslieden levert die beleid moeten uitvoeren dat stevig wringt met de voorkeuren van een meerderheid van de achterban.
Voor kunstgrepen zoals het in gang zetten van een ministerscarrousel is het nog veel te vroeg. Voor het aantrekken van een specialist van buitenaf eveneens. De stikstofcrisis is geen coronacrisis; er hoeft na het wegvallen van Staghouwer niet op stel en sprong een type Martin van Rijn worden ingevlogen. Zo’n maatregel zou trouwens ook behoorlijk wringen met Segers’ verzekering dat ook de opvolger van Staghouwer uit de ChristenUnie komt.
Wie het wordt? Op het namenlijstje dat nu de ronde doet, staan in elk geval Europarlementariër Peter van Dalen, Tweede Kamerlid Pieter Grinwis, de Edese wethouder Leon Meijer en commissaris van de Koning in Overijssel Andries Heidema. En natuurlijk zijn er bekwame veteranen, zoals André Rouvoet, Arie Slob en Paul Blokhuis, maar of ze kunnen, willen en durven staat nog te bezien. Eén ding is zeker: oudgedienden blijken soms buitengewoon geschikt om een partij uit de brand te helpen. Denk aan Ankie-Broekers Knol (VVD). Zij kwam er als 72-jarige aan te pas toen asielstaatssecretaris Mark Harbers in 2019 kopje onderging, werd bedolven onder de kritiek, maar zat de rit wel uit.