Leer schooljeugd het scherm op afstand te houden
Jongeren zijn nog hetzelfde als duizend jaar geleden. Ze hebben anno nu alleen wat meer mogelijkheden om te doen wat ze niet laten kunnen. Tenzij wij als opvoeders met afstand het verschil gaan maken.
Daar gaan ze weer, onze kids. Met in hun schooltas een agenda, een etui, boeken en schriften. Op de fiets of scooter of met het ov. Naar het vo. Slechts een enkeling loopt, wat overigens volgens wetenschappelijk onderzoek de gezondste beweging is. Dat voorrecht is niet voor iedere jongere weggelegd. De afstand maakt hier het verschil.
In genoemde puberbagage ontbreekt het ingrediënt smartphone? Niet noemenswaardig toch? Zo’n beetje iedereen doet ons geloven dat dit inmiddels net zo normaal is als per fiets, scooter of ov naar het vo gaan. Slechts een enkeling doet het zonder, wat overigens volgens wetenschappelijk onderzoek wel het gezondst is. Dat voorrecht is niet voor iedere jongere weggelegd. De afstand maakt ook hier het verschil.
De afstand tussen school en thuis kunnen we niet veranderen. Alleen een verhuizing doet dat. We kunnen wel heel veel doen aan de afstand van onze zoon of dochter tot zijn of haar digitale device, tenzij ze dat apparaatje, bij gezonde uitzondering, niet bezitten. Afstand, zegt u? Waarom en hoe dan? De motieven daarvoor zijn divers én erg belangrijk.
Grenzeloos
Laten we onszelf eerst drie elementaire vragen stellen. Want we hebben het hier over apps, games en allerlei digitale media. Die zijn ontwikkeld om de schoolgaande kids, u en mij aan te laten haken en verslingerd te maken, om hersenen te hacken en breinen te boeien en om veel geld te verdienen.
Bijwerkingen? Bijvoorbeeld een ”brokkelbrein” en stille seksverslaving. Die staan niet op de bijsluiter. Het zijn ook geen op een achternamiddag bedachte hocus pocus-complottheorieën. Naast de vele voordelen, die we niet moeten wegpoetsen, zijn dit harde gebruiksfeiten. Ervaringsgegevens die inmiddels onderbouwd zijn door gedegen (jarenlange) studies. Te vinden in boeken als ”Superverslavend”, ”Hooked”, ”Hersenhack”, ”Diep werk”, ”Digitaal minimalisme”, ”Focus”, ”Ontketen je brein”, ”Van brokkelbrein naar focus” en de uitslag van het onderzoek van Jeroen van der Laan naar pornoverslaving in onze achterban (RD 17-12-2018). Dat deze onderbouwingen kloppen, kunnen we vanaf de eerste schoolweek weer ervaren. Tenzij wij als opvoeders met afstand het verschil maken.
Neem bijvoorbeeld die begaafde vwo’er die dusdanig ongecontroleerd en onbegeleid uren en uren over haar smartphone gebogen kon en mocht zitten, dat na driekwart jaar de ontvangen talenten er als verwelkte bladen bij hingen. Of die frisse knul die, doordat een maand na binnenkomst in het vo onfrisse beelden met hem waren gedeeld, via een ongezonde belangstelling uitkwam bij een trieste verslaving met veel restschade. Oorzaak? Geen gezonde afstand.
Juist in de meest rumoerige en tegelijk o zo boeiende periode van het leven, de pubertijd, waarin het grenzeloze als nooit tevoren lokt en trekt, krijgen pubers iets heel boeiends in handen en onder ogen waarmee ze moeiteloos over de eerder aangeleerde grenzen heen kunnen. Met een paar tips van mediaslimme leeftijdgenoten, tikken en swipes. O, o, „die jeugd van tegenwoordig…” Jongeren zijn nog hetzelfde als duizend jaar geleden. Ze hebben anno nu alleen wat meer mogelijkheden om te doen wat ze niet laten kunnen. Tenzij wij als opvoeders met afstand het verschil gaan maken.
Nabij leven
Tot zover de bijzaken. Met de drie elementaire vragen waarmee ik zou beginnen, eindig ik nu maar. Brengen al die apps, games en digitale media onze dierbaren dichter bij een leven naar Gods heilige wet, waardoor hun geweten gevormd wordt en ze bewaard mogen worden voor veel uitleving van wat er in het hart zit (Mattheüs15:19)? Wordt het heilig Evangelie daardoor nader aan hun hart gelegd of is er juist sprake van ernstige verduistering door beeldcultuur en ontlezing? Horen we om ons heen hoe wonderlijk God werkt of gewerkt heeft in het hart van jongens en meiden door de smartphone of sociale media? Ik vrees dat dit niet zo is. Als wij als opvoeders dan het verschil in afstand niet gaan maken, vullen ze een enorme hoeveelheid van de van God gekregen en voor Hem bestemde tijd met zaken die niet op Hem gericht zijn.
Dat verschil in afstand ontstaat bijvoorbeeld al door met tijdsblokken van digitale beschikbaarheid te werken. Wen uw kind er direct vanaf het eerste begin aan dat dit normaal is. Dergelijke praktische handreikingen zijn volop te vinden bij organisaties als Mediawijzer, Yona en ToegerustGezin. Steeds meer vo-scholen hanteren een gezond afstandsbeleid. Dat verdient hartelijke steun.
Hoe is het met onze eigen afstand tot digitale media? Mag er soms door genade een ”nabij leven” zijn? Ik verwacht zomaar dat er dan met grote regelmaat sprake is van totale afstand als navolgenswaardig voorbeeld. Dat voorrecht gunnen we toch iedere jongere?
De auteur is media-adviseur van KOC Diensten en kerngroeplid van de stichting Mediawijzer.