Jacht op hooibeestje in Drentse heide
Augustus is de maand van de bloeiende hei. Daar hoef je niet voor af te reizen naar de Veluwe. In elke provincie zijn de paarse planten te vinden. In Drenthe ligt zelfs het grootste natte heidegebied van West-Europa: het Dwingelderveld.
Nou ja, nat? De fietskaart komt deze warme augustusdag niet helemaal overeen met de werkelijkheid. Soms staat er op de kaart een plas of vennetje aangegeven, maar is er in werkelijkheid geen druppel water te bespeuren. Op andere plaatsen is er van een vrij grote plas op de kaart, alleen nog maar een mager vennetje over.
Een grondwatermeter bij het Holtveen –helemaal aan de oostkant van het Dwingelderveld– maakt het probleem duidelijk. Op deze twee meter hoge paal is normaal gesproken te zien hoe hoog het grondwater staat. Om het hoogveen voldoende nat te houden zou het water niet lager dan 2 meter onder maaiveldniveau mogen staan.
De educatieve grondwatermeter gaat niet verder dan min 3 meter. Maar er is nu helemaal geen stand af te lezen, wat betekent dat het grondwater verder weg zit dan 3 meter. En dat heeft negatieve gevolgen voor de natuur. Overal zijn dode heideplanten te zien: totaal uitgedroogd.
Op veel andere plaatsen is helemaal geen heide te zien, omdat het overwoekerd is door grassen. Waar koeien en schapen grazen, is dat probleem duidelijk minder.
Vlinders
Toch is de bloeiende heide niet de belangrijkste reden waarom vandaag de fietstocht door Drenthe gaat. Voorgaande artikelen in deze serie gingen over grofwild (Veluwe), vogels (Zeeland) en planten (Noord-Hollandse duinen). Deze keer staan vlinders centraal. De Vlinderstichting heeft op haar site een kaartje met vlinderrijke gebieden staan. Drenthe staat met vijf gebieden op een gedeelde eerste plaats samen met Limburg.
Nu kun je met een vlinderkenner de natuur in te gaan. Die optie hebben de meeste bezoekers echter niet. Een vlindergids heeft ook niet iedereen op zak. De smartphone biedt uitkomst.
De onder natuurliefhebbers populaire website waarneming.nl prijst drie gratis mobiele applicaties aan waarmee flora en fauna te herkennen en gelijk in te voeren zijn. De eerste app in het rijtje is ObsIdentify.
Omdat het vandaag warm wordt, begint de fietstocht vroeg. Voor achten staat de auto op de parkeerplaats achter het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer in Spier. Recht tegenover het zogeheten oriëntatiecentrum duikt het fietspad het bos in.
Water
Op waarneming.nl is te zien dat vlinderwaarnemingen bijna uitsluitend langs fiets- en wandelpaden zijn ingevoerd. Dat is logisch omdat struinen door het Dwingelderveld verboden is. Ook zijn de waarnemingen veelal in de buurt van water gedaan.
Zodra er dan ook een plas in het zicht komt, is het afstappen geblazen. Even genieten van de rust en het uitzicht van het Koelevaartsveen. Er schiet iets kleins voorbij. Een insect? Iets beter kijken. Ja hoor, het is een vlindertje. ObsIdentify mag zich bewijzen.
Het blijkt nog niet zo eenvoudig om het beestje op de foto te krijgen. Vlinders hebben de neiging om allerlei kanten op te fladderen. En als ze dan gaan zitten, is dat meestal maar voor zeer korte duur. Toch lukt het om een foto te maken. De app geeft snel duidelijkheid: het gaat hier om een hooibeestje, een algemeen voorkomende soort.
Als het beestje zijn vleugels heeft gespreid, is het maar 3 centimeter breed. Bekendere vlinders zoals de gele citroenvlinder zijn al gauw twee keer zo groot en ook vanwege de kleur veel opvallender. Om bijzondere vlindersoorten te ontdekken, moet je dus best een beetje speuren.
Om de fietstocht gevarieerd te houden, maakt de verslaggever vanuit het Dwingelderveld de oversteek naar een ander natuurgebied: het Holtingerveld. Op de T-splitsing bij knooppunt 84 is geen duidelijk bordje te zien naar knooppunt 99; linksaf is de juiste richting.
Weilanden met jongvee en schapen wisselen elkaar nu af met akkers vol aardappelen, tarwe, suikerbieten, mais en lelies. Bij de Wittelterbrug over de Drentsche Hoofdvaart roept een vrouwelijke brugwachter vrolijk goedemorgen.
Langs het weggetje De Broeken dwarrelen diverse witte vlinders. Koolwitjes, is de eerste gedachte. Maar als het eindelijk lukt om er eentje op de foto te krijgen, geeft ObsIdentify aan dat het om een klein geaderd witje gaat. Iets verderop, bij het Wittelterveld, zit er wel een klein koolwitje op de bloem van een akkerdistel naast het fietspad.
De tocht gaat nu door het Westerzand, onderdeel van het Holtingerveld. Twee Schotse Hooglanders kruisen het fietspad. De dieren hebben geen haast, loom kauwend kijken ze de fietser na.
Nu gaat het weer op het Dwingelderveld aan. Inmiddels is het aardig warm geworden. Onder de bomen van landgoed Rheebruggen is gelukkig nog wat schaduw.
Vlindertuin
Bij knooppunt 57 is het de moeite waard om even naar rechts te gaan. Daar ligt namelijk het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten met daarbij een vlindertuin. Hier is het scoren voor wat betreft de vlindersoorten: citroenvlinder, zwartsprietdikkopje, koevinkje en het bruin zandoogje. Allemaal algemeen voorkomende soorten.
Het gevaar van een app zoals deze is dat je gaat jagen op de zeldzamere soorten en vervolgens alleen nog maar druk te bent met die jacht. De kunst is om de telefoon de meeste tijd met rust te laten en vooral te genieten van de natuur.
Toch geeft het wel een soort voldoening om helemaal aan het einde van de fietstocht –bij het Holtveen– een vrij zeldzame vlinder te ontdekken: het heideblauwtje. Een klein vlindertje dat op de Rode lijst van kwetsbare soorten staat. Voldaan gaat zet de fietser zijn tweewieler in Spier weer op de fietsendrager. De kennis van en de interesse voor vlinders is vandaag gegroeid.
nationaalpark-dwingelderveld.nl
staatsbosbeheer.nl/dwingelderveld
natuurmonumenten.nl/bezoekerscentrum-dwingelderveld
holtingerveld.nl
drentslandschap.nl/landgoed-rheebruggen