De meerderheid van de Eerste Kamer eist van minister Kuipers van Volksgezondheid zeggenschap bij invoering en stopzetting van eventuele nieuwe controlemaatregelen.
Tien oppositiefracties in de Senaat hebben hierover een brief ondertekend en de afgelopen week naar de bewindsman gestuurd. Van de oppositiefracties ondertekende alleen de SGP-fractie de brief niet, zo bevestigde staatkundig gereformeerd senator Diederik van Dijk maandagmorgen.
De tien ondertekenaars vertegenwoordigen samen 41 van de 75 zetels in de Eerste Kamer en hebben dus een meerderheid.
De concept-coronawet van Kuipers moet de juridische grondslag bieden voor controlemaatregelen zoals verplicht afstand houden, sluiting van publieke ruimtes, mondkapjesplicht en dergelijke.
In het concept van de wet staat dat de ministers alleen met de Tweede Kamer hoeven te overleggen als het kabinet de samenleving op slot wil doen bij het invoeren van coronamaatregelen.
Het is vrij gebruikelijk dat de Eerste Kamer bij de uitvoering van wetten geen rol speelt en dit overlaat aan de Tweede Kamer.
Volgens GroenLinks-fractievoorzitter Margreet de Boer moet de Eerste Kamer juist wel een vinger in de pap hebben bij de uitvoering. „Coronamaatregelen kunnen onze grondrechten beperken. De gemene deler van deze brief is dat wij iets te zeggen willen houden over zo’n ingrijpende beslissing”, zo stelde De Boer afgelopen zaterdag in het dagblad Trouw.
SGP-senator Van Dijk ondertekende de brief niet. Hij heeft daarvoor een procedurele en een inhoudelijke reden. „De brief komt veel te vroeg. Er ligt alleen nog maar een concept-wetsvoorstel. Wij zijn nog in afwachting van het advies van de Raad van State. Dit is niet de koninklijke weg. Ik vind dat we met een dergelijke brief het gezag van instituties als de Raad van State en de Senaat ondergraven”, aldus Van Dijk.
De senator wijst er verder op dat de Eerste Kamer net voor de zomervakantie een beleidsdebat met de regering voerde: „Daar hebben we de gelegenheid gehad om onze punten te maken. Daar is onder meer gezegd dat de regering er goed aan doet om de evaluaties die nu gaande zijn over de genomen maatregelen in coronatijd af te wachten en pas dan met wetgeving te komen.”
Van Dijk heeft ook een inhoudelijk bezwaar tegen de brief: „Het schrijven richt zich vooral op de zeggenschap. Dat is een te smalle benadering. Er is veel meer te zeggen over de coronawet. De brief wekt op zijn minst de suggestie dat het punt van de zeggenschap het belangrijkste is. En als de regering de Eerste Kamer op dit punt tegemoetkomt, dat dan de grootste hobbel is genomen. Die kant moeten we wat de SGP betreft niet op. Het is voor ons nog maar de vraag of deze wet er sowieso moet komen.”