De muziekbibliotheek: Lenen, luisteren of lekker luieren in Rotterdam
Bladmuziek, studieruimtes, naslagwerken – in de Rotterdamse bibliotheek is muziek zichtbaar aanwezig. En hoorbaar: alle 650.000 cd’s die in het gebouw huizen, zijn er vrij te beluisteren.
Te beleven valt er altijd wel iets in en rond de bibliotheek van Rotterdam, maar deze dinsdag zeker: marktdag. Tientallen kramen en honderden bezoekers vullen het plein tussen de imposante Markthal en het gebouw van de bieb, dat met zijn grote gele buizen langs het dak een herkenbare verschijning is in de Rotterdamse binnenstad.
Binnen heerst een mengeling van rust en rumoer. Rond een groot schaakbord in de hal vindt een levendige discussie plaats over de gespeelde partij. Groepen jongeren, geanimeerd in gesprek, gebruiken de bieb als ontmoetingsplek. Wie verder dwaalt over een van de zes verdiepingen ontmoet vooral rust: snuffelaars tussen rijen boeken of studenten op een van de vele studieplekken.
In de hal staat een zwarte vleugel; regelmatig voor iedereen bespeelbaar. Wie echter speciaal voor muziek komt, moet op de ”vierde” zijn. Daar staan rijen kasten met bladmuziek, ongeveer evenveel klassiek als populair. Klassieke banden staan gesorteerd op genres als ”zangstem”, ”orkest” of ”orgel”. De collectie orgelmuziek is divers: van een serie Bachbanden tot de ”Suite Kerstfeest” van Jan Zwart.
Uitleencijfers
Druk is het er niet, deze middag. Een uur lang doet niemand de kasten klassieke muziek aan en de afdeling popmuziek trekt twee jongeren: ze zoeken hun favoriete liedje voor piano. Qua uitleencijfers is de bladmuziek een „kleine markt”, zegt Barbara van den Bos, manager van de regio centrum en ”missielijnregisseur” collectie en kennisdeling. De cijfers liggen voor bladmuziek lager dan voor de meeste andere onderdelen van de collectie in Rotterdam, en lopen bovendien langzaam terug: veel muziek is digitaal te vinden.
Dat neemt niet weg dat er wel mensen komen voor muziek, zegt Van den Bos. En naast de uitleen is er nog intern gebruik: bijvoorbeeld bezoekers die bladmuziek in de bieb bestuderen. Of die gebruikmaken van een van de twee pianostudiezalen op de zesde verdieping. Daar staan akoestische piano’s met ”silent systeem”, zodat ze met koptelefoon bespeelbaar zijn. Een ideale plek om wat partituren uit te proberen.
De Rotterdamse bieb heeft geen depotfunctie waarbij alle nieuwe titels worden opgekocht, zoals de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag dat heeft. In Rotterdam gelden verschillende criteria voor de samenstelling van de collectie, zoals de relevantie van het materiaal en de vraag ernaar. Speerpunt is Rotterdam: de bieb probeert collectiebreed alles aan te schaffen wat met de stad te maken heeft. „Zo ook op het gebied van muziek”, zegt Van den Bos, „zoals composities over Rotterdam, of stukken die door Rotterdamse componisten zijn geschreven.”
Cavia
Deze ‘specialiteiten’ zijn op de vierde etage duidelijk terug te vinden. Dat levert bijzondere ontdekkingen op, zoals een ”Requiem for a guinea pig” van Andreas Kunstein. De componist, die in Rotterdam zijn opleiding genoot, schreef het pianowerk voor de dood van zijn cavia Mimi in 2008. Ook Rotterdamse musici als Johann Th. Lemckert, Willem Pijper of Peter-Jan Wagemans zijn goed vertegenwoordigd.
De meeste bladmuziek staat in de kasten, terwijl ongeveer een kwart zich in het archief bevindt, zegt Van den Bos. „Maar die zijn meestal ook te lenen. We hebben de laatste jaren sterk ingezet op volledige ontsluiting van alle bladmuziek die we in bezit hebben.”
Verder breidt de bibliotheek de collectie muziek „niet direct uit.” Wel zijn er landelijke afspraken tussen bibliotheken over het beheer van bepaalde genres. Zo bewaart Rotterdam fanfare- en jazzmuziek. „En erfgoed: muziek van voor 1900. Het maakt niet uit hoe vaak zoiets uitgeleend wordt, dat bewaren we uit cultuurhistorische overwegingen.”
Daarnaast wil de bieb een omslag maken van „collectie naar connectie.” „De bieb is, zeker in grote steden, steeds meer een ontmoetingsplaats. We willen toe naar meer programmering rond muziek, zoals muziek- avonden met jongeren. En we verbinden de actualiteit aan stukken in onze collectie. Bijvoorbeeld door tijdens de oorlog in Oekraïne het werk van Oekraïners er uit te lichten.”
Onzichtbaar voor de bezoeker is de grote hoeveelheid muziek áchter de schermen: de Rotterdamse bieb herbergt zo’n 650.000 cd’s, 300.000 lp’s en nog een paar duizend muziek-dvd’s. Het beheer daarvan ligt in handen van Muziekweb – voorheen de Centrale Discotheek en sinds dit jaar gefuseerd met Beeld en Geluid uit Hilversum.
Vrijwel alle Nederlandse openbare bibliotheken zijn aangesloten bij Muziekweb, vertelt medewerker Susan Beckers. Praktisch houdt dat in dat vanuit al die biebs leden een muziekdrager kunnen aanvragen om te lenen, die vanuit Rotterdam wordt verstuurd.
Gedigitaliseerd
Muziekweb koopt bijna alles wat er op de Nederlandse markt uitkomt en schrijft geen cd’s af, zegt Beckers, terwijl ze de lange rijen kasten vol cd’s en lp’s toont. „Er komen gemiddeld wekelijks een kleine 300 cd’s nieuw binnen. En per week lenen we er zo’n 600 uit.”
Alle binnenkomende geluidsdragers worden gedigitaliseerd en komen in de onlinecollectie. Die is te raadplegen op de site van Muziekweb. Van elk fragment zijn 30 seconden te beluisteren. „Binnen de muren van de bibliotheken zijn alle muziekstukken compleet te beluisteren. In Rotterdam kan dat met een zogeheten terminal.”
Die is niet moeilijk te vinden op de ”vierde”: het is een scherm met het logo van Muziekweb en een koptelefoon. De keuze is reuze, blijkt uit een snelle proef. Alleen al de naam Feike Asma levert 767 uitvoeringen op: een aantal van de organist, een aantal van anderen met Asma’s werk.
Van de Tweede Symfonie van Gustav Mahler, ”Auferstehung”, zijn 156 opnames te vinden, te selecteren op –bijvoorbeeld– verschijningsdatum. De nieuwste uitvoering is uit 2021, de oudste dateert uit 1982.
De houten kruk naast de terminal nodigt niet direct uit om er de totale Mahlersymfonie –zo’n 1,5 uur– op te beluisteren. Daar komt verandering in, zegt Van den Bos. Op de vierde etage moeten comfortabele zitplekken komen met Muziekwebterminals. Zo kunnen toekomstige bezoekers al luierend luisteren naar hun favoriete muziek, of juist klanken ontdekken die ze nooit eerder hoorden.