Per fiets de Zeeuwse vogelhotspots langs
Fietsen op een dijk. Geen mens te bekennen, alleen het geluid van krijsende meeuwen klinkt. Een weids uitzicht ontvouwt zich. Dit is Zeeland, de ideale provincie om vogels te spotten.
Lang geleden ging deze verslaggever al op excursie naar Zeeland om overwinterende vogels te bekijken. IJzig koud was het vaak op de open vlaktes, maar vele nieuwe vogelsoorten konden aan het waarnemingslijstje worden toegevoegd. Nu, dertig jaar later, is de temperatuur op deze zomerdag heel wat aangenamer en vogels blijken er nog steeds genoeg te zien. De Zeeuwse natuurkenner Chiel Jacobusse is bereid om een mooie tocht uit te stippelen.
Die begint in zijn woonplaats ’s- Gravenpolder. Achter de eeuwenoude Maartenskerk, midden in het dorp, is precies nog een parkeerplekje. De fiets gaat van de fietsendrager en de tocht kan beginnen.
Wat direct opvalt bij het verlaten van het dorp is de rust op deze doordeweekse dag. Zeker als bij knooppunt 97 de Aalweg wordt ingeslagen. De kreet van een fazant klinkt vanuit een boomgaard. Het mannetje met zijn prachtige kleuren is snel gevonden. Iets verderop zitten twee grote bonte spechten tegen een boomstam aan. Vanuit een rietkraag klinkt het gezang van een kleine karekiet.
Hoedekenskerke lijkt nog te slapen deze morgen. Het ruim 700 inwoners tellende dorp heeft nog een station. Het is het eindpunt voor de Stoomtrein Goes-Borsele. In het water van de Pluimweide achter het station dobberen twee bergeenden.
De Westerscheldedijk doemt op. Voor de route naar knooppunt 33 blijken er twee mogelijkheden te zijn: in de luwte van de dijk fietsen of de wind trotseren erbovenop. De laatste optie geeft het meeste uitzicht, dus die wordt het.
Zeehonden
Het water staat hoog, het is vloed. Bij eb schijn je hier zeehonden te kunnen zien liggen op de zandplaten. Nu is het een kwestie van geluk hebben om een zwemmende zeehond te spotten. Niet gelukt, zo blijkt achteraf.
Maar er is genoeg ander moois. De dijk is uitgestorven, er is geen mens te zien. Vogels des te meer. Zeker als even verderop de route langs het natuurgebied Hoedekenskerkepolder komt. Aan de voet van de dijk ligt een uitgestrekt moerasgebied met lepelaars, kluten, tureluurs, scholeksters, rosse grutto’s en strandlopers. Een vogelaar komt hier volop aan zijn trekken.
Het is niet altijd raak. Bij de Biezelingse Ham is een uitzichtpunt over de Westerschelde. Informatieborden vertellen over vogels zoals wulpen die hier vaak te zien zijn. Nu even niet. Er vliegen wel twee visdiefjes op zoek naar voedsel.
De tocht naar het volgende dorp, Hansweert, gaat bijna uitsluitend langs de Westerschelde. Het is een prachtig gezicht om de enorme zeeschepen te zien varen richting Antwerpen of weer terug.
Op een gegeven moment is er een aantal vierkante meters op de basaltstenen omheind. Een bordje zegt dat hier een bontbekplevier aan het broeden is. Er is wel een afdakje te zien, maar geen bontbekplevier.
Bij Hansweert liggen sluizen waardoor schepen in het Kanaal door Zuid-Beveland kunnen komen. Bij het oversteken van de sluis is te zien dat er een binnenvaartschip ligt te wachten. Aan de overkant gaat de route een eindje noordwaarts parallel aan het kanaal.
Open landschap
Bij de reformatorische woonhoeve Sequoiahof in Vlake gaat het rechtsaf richting natuurgebied de Yerseke Moer. Dat blijkt een open landschap te zijn, waar koeien grazen. Maar er ligt ook een akker vol bloemen die in de wind heen en weer wiegen.
En ook hier laten de vogels zich zien en horen: tureluur en grutto zijn echte weidevogels. In de sloot dobberen een paar kuifeenden.
Saai wordt de route nooit. Via de Postbrug gaat de tocht weer het kanaal over richting Wemeldinge. De Oosterschelde is het doel. Wat met de auto niet kan, kan met de fiets wel: over de Promenade en de Steldijk rijden met uitzicht over deze zeearm. Aan de overkant is het eiland Tholen te zien, een eind verderop de Zeelandbrug.
Duikers
Op meerdere plekken staan auto’s van duikers die hier onderwaterleven bekijken. De meeste komen uit België. Op de zanderige bodem van de Oosterschelde leven platvissen, schelpdieren en slangsterren. Een informatiebord laat zien wat tussen de basaltblokken en de oesterbanken leeft: kreeften, zeenaaktslakken, zeesterren, anemonen, garnalen, zeepaardjes, pijlinktvissen en sepia’s.
Dat zal allemaal vast prachtig zijn, maar als fietser zie je er niets van. Toch blijft het onderwaterleven niet helemaal verborgen. Plotseling springen twee bruinvissen uit het water op. Even later zijn de rolronde rugvinnen van de dieren nog een keer te zien. Een oude naam voor bruinvissen is zeevarkens.
Bij Kattendijke duikt de route het Zeeuwse land weer in. Al snel valt de Deesche watergang op, een restant van een oude getijdenkreek. Even stilstaan levert weer nieuwe vogelsoorten op: kluten en wulpen.
Verdwenen
De fietsknooppunten werken prima, alleen is er hier ten noordoosten van Goes een bordje verdwenen. Op een T-splitsing is het totaal niet duidelijk of de fietser linksaf of rechtsaf moet. Gelukkig heeft hij ook een kaartje uitgeprint en daar is de juiste richting wel uit op te maken.
Een paar kilometer verderop, in het middeleeuwse ringdorp Kloetinge, gaat het weer mis. Het bordje dat op de splitsing van de Bredeweg en de Tervatenseweg naar knooppunt 47 moet verwijzen is overwoekerd door een beukenheg waardoor de pijl niet te zien is. Ook een fietsroute heeft onderhoud nodig.
Met het oversteken van de snelweg A58 nadert de fietstocht zijn einde. In de verte is de spitse torenpunt van de kerk van de gereformeerde gemeente van ’s-Gravenpolder al te zien.
Wie ooit dacht dat Zeeland voor fietsers een saaie provincie is, moet deze tocht maar eens maken. Wie daarnaast ook nog van vogels houdt, heeft al snel een goede dag. Zeeland heeft zijn reputatie als vogelprovincie weer waargemaakt.
> natuurmonumenten.nl/biezelingse-ham > hetzeeuwselandschap.nl/natuurgebieden/yerseke-moer > np-oosterschelde.nl/
serie Flora en fauna per fiets
Vierdelige serie reportages over fietsend zoeken naar bijzondere flora en fauna. Deel 2: vogels en bruinvissen in Zeeland.