Commandeur Jeanette Morang (57) voert als eerste Nederlandse marinevrouw het bevel over een NAVO-eskader. De vloot moet de Russen afschrikken.
Met tromgeroffel en ceremonieel vertoon heeft Morang vrijdag in de marinehaven van Den Helder het commando van de NAVO-vloot op zich genomen. De rest van het jaar staat ze aan het roer van het internationale eskader.
Morang, opvolger van commandeur Ad van de Sande, is daarmee de eerste vrouwelijke eskadercommandant bij de Koninklijke Marine. Bovendien is ze de eerste Nederlandse marinevrouw die een NAVO-zeemacht aanvoert.
De maritieme gevechtseenheid staat permanent paraat. Bij een conflict –of dreigend conflict– op zee zet de NAVO deze vloot als eerste in, als onderdeel van de NATO Response Force (NRF), de snelle reactiemacht van de NAVO. De eerste troepen zijn binnen vijf dagen in touw.
De flitsmacht moet de Russen weerhouden van boosaardige bedoelingen richting NAVO-landen. De NRF kan echter ook uitrukken bij vredesoperaties en rampen. Het bondgenootschap breidt de NRF binnenkort uit van 40.000 naar 300.000 manschappen als reactie op de Russische oorlog in Oekraïne.
Commandeur Morang –één ster– zwaait tot januari de scepter over deze zogenaamde Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1), een van de twee snel inzetbare zeemachten van de NAVO. De samenstelling van de vloot wisselt voortdurend. Qua soort en aantal. Op dit moment telt het SNMG1-eskader –volgens de NAVO– zes oorlogsschepen: het vlaggenschip Zr.Ms. De Zeven Provinciën, het amfibisch transportschip Zr.Ms. Karel Doorman, een Duits tankschip en drie Britse, Duitse en Portugese fregatten.
Marinedagen
De Zeven Provinciën is donderdag Den Helder binnengelopen. Ook de Karel Doorman ligt in de marinehaven. Beide oorlogsschepen luisteren niet alleen de commando-overdracht op, maar ook de Marinedagen van zaterdag en zondag.
Eind juni deed het NAVO-eskader Reykjavik (IJsland) en Trondheim (Noorwegen) aan. Recent oefende de vloot nog in de Noorse Zee rond de poolcirkel op oorlogsvoering. Onderzeeboten uitschakelen bijvoorbeeld.
Mannenbolwerk
Commandeur Morang is een bekende binnen de marine. Ze stoomde in haar carrière voortvarend door rangen en gevechtsfuncties. Morang veroverde in het mannenbolwerk meer dan eens een post als eerste vrouw.
In de zomer van 1983 was zij één van de eerste acht dames die begonnen aan de officiersopleiding van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). Trouw plaatste in 1986 een foto van de eerste drie vrouwelijke marineofficieren, onder wie Morang.
Vanaf 1997 tot 1999 diende zij als de eerste vrouwelijke commandant op Hr.Ms. Alkmaar, een mijnenjager. Bovendien was ze de eerste commandant van het vrouwelijk geslacht op het luchtverdedigings- en commandofregat (lcf) De Ruyter.
In 2019 werd ze de eerste vrouwelijke vlagofficier van de Koninklijke Marine. Een redelijk eenzame positie. Bij haar bevordering tot commandeur telde defensie slechts één andere vrouwelijke opperofficier: commodore Elanor Boekholt-O’Sullivan van de luchtmacht.
Met haar aantreden als eskadercommandant is Morang echter niet de allereerste NAVO-vlootvrouw. De Canadese commandeur Josée Kurtz ging haar in 2019 voor.
Ondanks Morangs flitsende carrière treden vrouwen nog niet massaal in haar kielzog. Het aandeel dames bij de krijgsmacht is nauwelijks hoger dan toen ze bijna veertig jaar geleden naar het KIM ging. Nog altijd is slechts één op de negen militairen vrouw.
Stalen zenuwen
Een fregat op missie is geen cruiseschip op vakantie. Een eskadercommandant moet stalen zenuwen hebben, want overal kunnen onverwachts Russen opduiken. Juni vorig jaar voerden vijftien tot twintig Russische jachtvliegtuigen op de Zwarte Zee urenlang schijnaanvallen uit op Zr.Ms. Evertsen.
Gevechtsvliegtuigen, bewapend met bommen en raketten, vlogen op amper 200 voet (70 meter) over het Nederlandse oorlogsschip. „Duidelijk om een aanval te simuleren”, vertelde overste George Pastoor destijds telefonisch vanaf het fregat. „Onveilig, onprofessioneel en onnodig.”
Commandeur Morang is gewaarschuwd. De Russen ook.