Kerkdienst voor Oekraïners blijft voorlopig, de onzekerheid ook
Op verschillende plaatsen in het land komen Oekraïners ’s zondags samen voor een kerkdienst in hun eigen taal. Hoe moet het verder met deze ‘gemeenten’, nu het einde van de oorlog op zich laat wachten?
Bezochten krap een half jaar geleden nog zo’n 300 Oekraïners de samenkomsten in de Kamper Bazuinkerk, nu komen er ongeveer 150 mensen, zegt initiatiefnemer Dick van den Noort, voorzitter van de stuurgroep internationale diensten in Kampen. De inhoud van de dienst bleef zo’n beetje hetzelfde: een groepje Oekraïners gaat voor in zingen en gebed, waarna ds. D. M. Vinogradsky een preek houdt. Vier kerkverbanden uit Kampen en omgeving faciliteren de diensten.
Intussen bleef de groep –die voornamelijk uit baptisten bestaat– volop in beweging. Vluchtelingen kwamen en vertrokken. Een Oekraïense voorganger die de Bazuinkerk bezocht en een uitnodiging kreeg om te komen preken, besloot in het nabijgelegen IJsselmuiden diensten te gaan beleggen, waarbij hij een deel van de groep meenam.
De familie Vinogradsky, nauw betrokken bij de diensten, overweegt nu om de kerkdiensten te verplaatsen naar Genemuiden, zodat er niet twee min of meer dezelfde gemeenten naast elkaar bestaan. Bovendien komt het merendeel van de vaste kern uit Genemuiden en Staphorst.
„Toen we begonnen”, zegt Van den Noort, „dachten we dat de oorlog een paar maanden zou duren. Nu er een slepend conflict blijkt te zijn, verwachten we dat de vluchtelingen hier nog wel een aantal maanden zo niet jaren zullen verblijven.” De stuurgroep wil hen graag blijven ondersteunen bij het houden van hun diensten. „De ontmoeting na de kerkdienst is voor hen waardevol. Het duurt meestal wel een uur voordat ze weg zijn. Dus ik denk dat de diensten gewoon door zullen blijven gaan, op welke plaats dan ook.”
De groep Oekraïners die op zondagmiddag in Valburg samenkomt, bestaat grotendeels uit Grieks-orthodoxen. De hervormde gemeente Valburg-Homoet organiseert een derde dienst voor hen, alleen al omdat er geen 150 mensen extra in het kerkgebouw passen. Volgens ds. A. Simons, die met behulp van een tolk de samenkomsten leidt, gaan deze Oekraïners gewoonlijk zelden naar de kerk. Een Bijbel bezitten ze meestal niet, bidden doen ze alleen als ze daar behoefte aan hebben.
De liturgie van de samenkomst lijkt op die van een reguliere kerkdienst, maar bevat daarnaast voor Oekraïners bekende elementen zoals het Oekraïense volkslied en een Oekraïens gebed.
In de komende vakantieweken stelt de kerk twee locaties open voor activiteiten. De predikant van Valburg-Homoet heeft nog geen idee hoe het na de zomer verder zal gaan, zowel met de opvang van vluchtelingen als met de kerkdiensten. „Afgelopen zondag vroeg iemand waarom wij alleen ’s morgens het Heilig Avondmaal vieren en niet ’s middags. Daar heb je al een dilemma. Een van de vrouwen is in verwachting. Als straks haar kindje geboren is, zal ze het ten doop willen houden. De samenkomst is geen eredienst. Als deze mensen in onze gemeente blijven, moet de dienst een ander karakter krijgen. Er zal beleid nodig zijn om structuur aan te brengen. Hoe dat moet, weten we nog niet, maar we denken er wel over na.”
De onzekerheid speelt alle betrokkenen parten, merkt ds. Simons. Niemand weet immers wanneer de oorlog zal eindigen. Een ander probleem is dat velen dolgraag terug willen naar Oekraïne. „Ze krijgen heimwee, kunnen hun cultuur niet loslaten, zijn bang dat ze Nederlander worden: zaken die de laatste weken in de groep spelen. Een van de vluchtelingen was zo radeloos dat ze om een fiets met kinderzitje vroeg, zodat ze terug kon fietsen. We kijken dus maar niet te ver vooruit.”
De samenkomst voor Oekraïners die elke zondagmiddag in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Nunspeet plaatsvindt, trekt gemiddeld tachtig tot honderd bezoekers. Een veelvoud volgt de dienst via de livestream. Volgens een woordvoerder van het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten komen onder meer in Middelburg, Kesteren en Opheusden groepen Oekraïners bij elkaar om de uitzending te bekijken. „Zelfs in Oekraïne en Polen kijken er mensen mee.”