„Als een klant een keukenshowroom binnenloopt, vraagt hij zich vaak af: hoe zou deze keuken bij mij thuis staan? In een showroom zijn de opstellingen vaak groter dan bij mensen thuis en ook de lichtinval kan een heel andere indruk geven. Klanten krijgen veel impressies en dat kan ze onzeker maken. En dan duikt er om iedere hoek nog een verkoper op die hard van stapel loopt. Zo’n drie jaar geleden dacht ik: dat moet rustiger kunnen.

Zo kwam ik op het idee om bij klanten op afspraak thuis langs te komen. In hun eigen omgeving voelen mensen zich vaak comfortabeler en ervaren ze geen druk. Ik adviseer de klanten niet alleen, ik monteur de keukens ook. Ik ben dus het enige aanspreekpunt. Ook dat creëert rust.

Ik rijd in een bus, waarin alle handgrepen en voorbeelden van deuren en werkbladen liggen, naar de klant. Nadat we kennis hebben gemaakt loop ik naar de bus en pak daar naar de materialen waarin de klant geïnteresseerd is. Het begint vaak bij de deuren, dan het werkblad en ten slotte de grepen.

Tijdens het gesprek maak ik een 3D-tekening op de computer. Zo kan de klant meteen zien hoe de keuken er bij hem uit komt te zien. Ook kan hij meteen bijsturen.

Ik heb bijna 35 jaar ervaring in het vak. Voordat ik met dit concept begon, heb ik drie showrooms gehad. In de praktijk was ik meer bezig met regelen en organiseren dan met wat ik het liefste doe: contact hebben met mijn klanten.

Daarnaast is het hebben van een showroom niet goedkoop. Allereerst heb je daar een pand voor nodig waar maandelijks de huur voor moet worden betaald. Om de twee jaar moet een keuken worden vervangen. De oude verkoop je vaak met verlies en er moet een nieuwe worden gekocht. Van het geld dat ik bespaar door geen showroom te hebben, laat ik de klant meeprofiteren. Ik kan keukens daardoor vaak tussen de 10 en 15 procent goedkoper aanbieden.

Omdat ik zoveel verschillende werkzaamheden uitvoer, is geen werkdag hetzelfde. Soms heb ik meerdere adviesgesprekken in een week, dan ben ik weer twee weken aan het monteren. Dat is ook het leuke aan mijn werk; eentonig zal het nooit worden.”