Positief protest goed voor imago boer
Het begrip onder Nederlanders voor boerenprotesten is toegenomen, blijkt uit onderzoek van I&O Research. Wat doet de actie van woensdag met het imago van de boer?
Op het weiland van Gert-Jan Brouwer in Stroe, waar tienduizenden boeren protesteerden tegen het stikstofbeleid van de overheid, was de stemming goed. De gemeente Barneveld sprak woensdagavond van een „relatief rustig protest.”
Op de weg was de sfeer echter niet overal vreedzaam. Veel agrariërs gingen met hun tractor de snelweg op, ondanks de oproep van de organisatoren dit niet te doen. Bij Drachten reden boeren door een politieblokkade. De agenten keken ondertussen vaak machteloos toe. „We zijn simpelweg niet opgewassen tegen deze machines”, aldus een politiewoordvoerder. Bij Ede botste een tractor tegen een viaduct. Drie inzittenden raakten gewond.
In het afgelopen halfjaar steeg de steun voor de boerenprotesten van 38 procent naar 45 procent. Toch bewandelen de boeren een smal pad, meent reputatiedeskundige Derk Moor. „Het feit dat de politiek geen antwoord heeft op dit machtsvertoon met duizenden tractors, wekt bij sommigen irritatie op.” Wel tekent Moor aan dat sommige Nederlanders de beelden van tractors op de snelweg „juist stoer” vinden.
Boeren zijn er volgens de reputatiedeskundige zeker in geslaagd media-aandacht te creëren. „Er is woensdag duidelijk gemaakt dat de sector de stikstofplannen niet pikt.”
De NCTV raadde een aantal politici, onder wie D66’er Tjeerd de Groot, af het protest bij te wonen. Juist dat is een van de redenen waardoor de agrariërs de steun van het brede publiek kunnen verliezen, verwacht Moor. „Ik raad boeren aan: speel het niet op de man en zorg dat er geen excessen plaatsvinden die het draagvlak ondermijnen.”
Moor wijst op de protesten in Groningen in 2019, waar een groep boze boeren de deur van het Provinciehuis vernielde en waar een fietser op een haar na geraakt werd door een omvergereden hek. „Op dat moment keerde de publieke opinie zich tegen de boeren.”
Positieve demonstratie
Spreek niet over dé boeren, zegt prof. dr. Jacquelien van Stekelenburg van de Vrije Universiteit in Amsterdam, die onderzoek doet naar protestbewegingen. Ze weet dat er veel sympathie voor de boeren was tot ze geweld gingen gebruiken. Tegelijkertijd waarschuwt de hoogleraar ervoor om over dé boeren te spreken. „De beweging bestaat uit een groot aantal organisaties. De organisatoren van het protest in Stroe wilden een vreedzame en positieve demonstratie. Andere groeperingen binnen de boerenbeweging menen echter dat ze daarmee geen gehoor vinden.”
Tegenwoordig wordt er veel gedemonstreerd. Zo werden er in 2014 in Amsterdam 230 demonstraties ingeschreven, in 2020 was dat gestegen naar 1500, vertelt Van Stekelenburg.
Daarin zit een gevaar voor de boeren, aldus de hoogleraar. „Een demonstratie is per definitie een verstoring van de openbare orde. Als burgers veel sympathie voor de boeren hebben, accepteren ze veel. Ze vinden het dan geen probleem om in de file te staan of een dagje thuis te werken. Als mensen het echter niet meer eens zijn met de tactiek van de demonstranten, zie je dat de sympathie omslaat in irritatie.”