Minister Van der Wal van Stikstof kan geen goed meer doen, de boeren in Nederland worden zwaar gedupeerd. Dat is grofweg de teneur van de reacties op de massale boerendemonstratie deze woensdag.
„Gekookt eitje, meneer?” vraagt een jongeman woensdagmorgen vlakbij Stroe. Nabij het terrein waar duizenden boeren actievoeren wordt gratis voedsel uitgedeeld. Luid toeterend rijdt een konvooi van tractors het demonstratieterrein op. Het aantal actieleuzen op borden en spandoeken is niet te tellen. ”Retteketet, weg met dit kabinet”, ”Met leugens en bedrog regeert het Haagse zog” en ”Van der Wal in de sloot” staat op in roze gekalkte plakkaten in het dorp Stroe. Niet ieder spandoek is even vredelievend. Zo staat op een bus: ”Bom op Den Haag. At your service”. Nogal wat tractoren hebben de Nederlandse vlag op de kop hangen. Een uiting van onvrede met het Nederlandse beleid.
Rond 9.00 uur duikt PVV-leider Geert Wilders op, omringd door beveiligers. Hij staat voluit achter de boerenactie in Stroe. „Reken maar dat ze nu in Den Haag achter hun bureaus zitten te zweten.”
Over het zonovergoten actie-terrein schalt Nederlandstalige muziek. Wie je ook spreekt, allemaal hebben ze hier de buik vol van het stikstofbeleid van de Nederlandse overheid. Arie Hilhorst, tot 2019 boer in de kop van Overijssel, spuugt zijn gal over het Nederlandse kabinet. Hij wijst naar de bomenrij aan de rand van het actieterrein. „Die bomen zien er toch prachtig groen uit? En het wemelt hier van de boeren.”
Ook veel jongeren steken de boeren een hart onder de riem. Een meisje dat net vmbo-examen heeft gedaan op de reformatorische Jacobus Fruytier scholengemeenschap draagt een boerenzakdoek om haar hals. Graag zou ze in haar toekomstige beroep iets met dieren willen doen. „Dus ik wil niet dat boeren door het stikstofbeleid veel kleinere veestapels krijgen. Want op die manier zal er voor mij in de toekomst minder werk zijn.”
De manifestatie trekt vogels van allerlei pluimage. Zo is een jongeman die zichzelf omschrijft als wappie ook naar Stroe gekomen. Achter zijn fiets hangt een karretje met daarin onder meer een rookkanon. De man heeft de afgelopen nacht onder een brug geslapen. In krasse bewoordingen maakt hij premier Rutte met de grond gelijk.
Willem Meestringa en zijn zoon Gerben (18) vertrokken dinsdag vanuit het Friese Wijnjewoude. Meestringa heeft 250 vleeskalveren. Hoewel de stikstofplannen zijn bedrijf niet hard lijken te raken, laat hij toch zijn gezicht zien in Stroe. „Ik wil mijn collega’s een hart onder de riem steken.”
Op camping De Solse Berg in Garderen, nabij Stroe, halen vader en zoon dinsdagavond kampeerspullen uit een Volkswagen Caddy. „We zouden in een tent slapen, maar hebben de verkeerde tentstokken meegenomen. Dus gaan we maar in een chaletje op de camping slapen”, lacht vader. Thuis neemt Willems vrouw even de honneurs waar.
Hij is niet bijster optimistisch over de toekomst van de agrarische sector. Boeren in zijn omgeving gaan mogelijk het loodje leggen door de stikstofplannen van de regering. „Wij zijn alle regels een beetje zat. Ik ben nu haast zover dat ik zeg: Hupsakee, laat ze ons maar uitkopen.”
Zoon Gerben: „Het lijkt mij wel mooi om een melkveehouderij te hebben.” Zijn vader: „We raden je dat sterk af.”
Wat vader Meestringa vindt van de stelling dat een overmaat aan stikstofuitstoot de natuur kapot maakt? „Tja, zeg het maar. Ik twijfel aan de berekeningen. Hoeveel stikstof komt er uit het Duitse Ruhrgebied naar Nederland gewaaid?”
Het Tilburgse stel Martin en Marjel van der Meijs, op vakantie op de Veluwe, steunt het boerenprotest. „Wij gaan voor hen woensdag een duim omhoog steken”, zegt Martin van der Meijs dinsdagavond op camping De Reebok in Garderen. Hij vindt dat de overheid voor het terugdringen van de stikstofuitstoot te veel op boeren focust
„Boerenbedrijven hebben al best geïnvesteerd om de stikstofuitstoot te verlagen. Toch worden de boeren iedere keer gepakt. Vliegverkeer, zeevaart en industrie zouden meer moeten bijdragen aan het indammen van de stikstofuitstoot.” Zijn vrouw: „Bedenk dat het de boeren zijn die voorzien in ons voedsel.”