Liever een stoere Ducati dan een lichte Honda
Ze heeft pas drie jaar haar motorrijbewijs. Toch reed de 44-jarige Willeke Thierry uit Putten al heel wat kilometers. Haar Ducati Scrambler 800 was liefde op het eerste gezicht.
Voordat ze zelf op de beweeglijke ‘Italiaan’ stapte, kwam ze niet verder dan de buddyseat van echtgenoot Koos. Die vond na een tocht naar de Duitse Eifel dat zijn vrouw zelf maar moest leren rijden. „Koos regelde voor de grap een proefles. Ik was direct verkocht. De instructeur nam alle tijd en gaf veel uitleg. De eerste ronde ging goed en ik had het gevoel dat ik dit kon leren.”
De poging van haar man om haar na de rijopleiding een lichte Honda Monkey te geven, strandde al „op de folder.” „Ik bladerde door en zag de Scrambler. Het was liefde op het eerste gezicht.”
Hetzelfde jaar volgde een gezamenlijke toertocht door de Benelux en Duitsland. Een jaar later waren de Italiaanse Dolomieten aan de beurt en vorig jaar reed Willeke een vakantietocht van duizenden kilometers door Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Italië.”
De moeder van vier kinderen noemt zichzelf een voorzichtige rijder. „Ik houd wel van doorrijden”, stelt ze, „maar ik ga niet te snel een bocht in die ik niet vooraf kan overzien. Ik blijf ook altijd op mijn eigen weghelft.”
Resultaat is dat Willeke ondanks de pittige tochten tot nog toe nauwelijks schade heeft gereden. „Op de San Boldo Pass heb ik in een tunneltje een muur geraakt. We reden van het felle zonlicht de tunnel in en ik had mijn zonnescherm nog naar beneden. Voordat ik het door had zat ik al tegen de wand.
Gelukkig reed ik langzaam. Er was vrijwel geen schade. Ik had alleen een deuk in mijn ego.”
De Puttense geeft natuur- en scheikunde op het voortgezet onderwijs. „Soms ga ik met de motor naar school. Mijn leerlingen vinden dat enorm stoer. Collega’s reageerden in eerste instantie verbaasd. Zij zagen mij als een braaf meisje. Daar past blijkbaar geen motor bij. Ik probeer wel onderweg het goede voorbeeld te geven en te laten zien dat er ook fatsoenlijke motorrijders zijn.”
Deel 4 van een korte serie interviews over motorrijden.