Wij|zij: Een stad vermoorden als oorlogstactiek
Een draaimolen voor kinderen naast een uitgebrande auto, met op de achtergrond kapotgeschoten huizen. Dat beeld zit vast in mijn hoofd. Ik zag het tafereel deze week in Mosul, Irak. Die stad was tot 2017 de hoofdstad van Islamitische Staat in Irak. Tijdens de langdurige bevrijding is de stad totaal aan puin geschoten.
Het oosten van Mosul is intussen al aardig opgebouwd, maar zodra je de Tigris oversteekt en in de oude stad komt, grijnst de verwoesting je aan. Met een christelijke vrouw die in Mosul was geboren en getogen, ging ik terug naar haar huis in de oude stad. Of wat ervan over was. Huilend stond ze op de puinhopen. Alleen de toegangspoort stond nog overeind, met daarop de Arabische letter ”N” nog altijd zichtbaar. Die N staat voor Nasrani, het woord dat de Koran gebruikt voor christenen. Hun huizen werden door IS bewust met een N gemarkeerd, en vervolgens gebruikt voor om het even wat hun uitkwam.
De puinhopen van Mosul deden me denken aan die andere IS-hoofdstad die ik ooit bezocht, Raqqa in Syrië. En aan Aleppo, ook in Syrië. Nergens zag ik op zo’n grote schaal stedelijke verwoesting dan in deze drie steden.
Vandaag de dag kunnen Oekraïense steden als Marioepol en Boetsja aan die macabere rij worden toegevoegd. Het is een rij die steeds langer wordt naarmate we langer de beschikking hebben over wapens die op grote schaal vernietiging kunnen aanrichten. Er is zelfs een naam voor verzonnen: urbicide, dat zich vanuit het Latijn het best laat vertalen als ”moord op een stad”.
Nu zou je kunnen zeggen dat urbicide zo oud is als de mensheid, en dat klopt in zekere zin ook wel. „Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden”, zo beëindigde de Romeinse senator Cato om het even welke redevoering. Drie jaar na zijn dood, in 146 voor Christus, werd Carthago inderdaad door Rome verwoest.
Van nog eerder dateert de beruchte verwoesting van Jeruzalem door de Babylonische heerser Nebukadnezar. Die urbicide werd uitgebreid aangekondigd en beweend door Joodse profeten als Jeremia.
Sarajevo
Toch is urbicide pas de laatste dertig jaar als wetenschappelijke term in opmars gekomen. Dat komt doordat de middelen om op grote schaal en bewust een stad te vernietigen, enorm zijn toegenomen. Vooral na de vernietiging van Sarajevo tijdens de Balkanoorlogen in de jaren negentig werd urbicide een prominent thema. Een belangrijke expert op dit gebied is de wetenschapper Martin Coward. Hij zegt dat urbicide er specifiek om te doen is verschillen uit te wissen. Stel, je hebt een dictator die wil afrekenen met mensen die steeds weer in opstand komen tegen je beleid. Dan moet je dus de plaatsen waar die andersdenkenden zich begeven, vernietigen. Ziedaar hoe de moord op een stad onderdeel kan zijn van een bewust beleid.
Volgens onderzoeker Aaron Clements-Hunt is het zonneklaar dat de Russische president Poetin in Oekraïne wat dat betreft bewust een beleid van urbicide voert door al vanaf het begin duizenden raketten af te vuren op stedelijke doelen die soms ver buiten de frontlinie liggen. Het resultaat is een enorme vluchtelingenstroom die Oekraïne murw moet krijgen.
Hiroshima en Nagasaki
En mogelijk zit er ook een geplande demografische verandering achter, door de ‘verkeerde’ mensen uit een stad te verjagen en op termijn te vervangen door anderen. Dat is in elk geval zo in Syrië. De soennitische wijken in Aleppo die de meeste kritiek hadden op de Syrische president Assad, zijn met Russische hulp het hardst getroffen. Met wederopbouw is nog niet eens begonnen, zodat honderdduizenden critici van Assad geen andere keuze hadden dan vertrekken.
Clements-Hunt voorspelt dat de Russische campagne van urbicide voorlopig niet in kracht zal inboeten. Volgens de onderzoeker is urbicide zelfs een centrale tactiek in de Russische militaire doctrine. In Afghanistan, in Tsjetsjenië en vooral ook in Syrië heeft Rusland precies hetzelfde gedaan. Wat dat betreft zien Aleppo en Marioepol er niet alleen even gehavend uit, achter de industriële verwoesting van deze steden zit ook nog eens één en dezelfde man: Poetin.
Maar het is te makkelijk om autocraten als Poetin en de Syrische president Assad alle schuld van urbicide in de schoenen te schuiven. Grootschalige stedelijke vernietiging met moderne wapens begon niet in Marioepol en ook niet in Aleppo. De basis werd gelegd in de Tweede Wereldoorlog, waar zowel de Duitsers als de geallieerden complete steden met de grond gelijk maakten. Denk aan Rotterdam aan het begin van de oorlog, maar denk ook aan steden als Berlijn en Dresden. Vooral die laatste stad is het symbool geworden van een nietsontziende urbicide – niet gepleegd door de ‘foute’ kant, maar door de ‘goede’ kant.
Niet veel later werden de steden Hiroshima en Nagasaki met de grond gelijk gemaakt door atoombommen – de enige keer ooit dat atoombommen zijn ingezet tegen complete steden. Die ultieme vorm van urbicide werd niet door Rusland gepleegd, maar door de Verenigde Staten.
Omdat urbicide op grote schaal nog zo nieuw is, bestaat er eigenlijk nog geen goede veroordeling van in internationale wetten. Veel deskundigen zien het bewust vernietigen van steden als een vorm van genocide en dat wordt natuurlijk wel uitgebreid veroordeeld in internationale wetgeving.
Soms is het echter lastig om genocide bewezen te krijgen, terwijl het doelbewust vernietigen van steden wél bewezen kan worden. Door het optreden van Rusland in Oekraïne zou de term urbicide in het internationale strafrecht best weleens vleugels kunnen gaan krijgen.
Maar wie dacht dat het een extra stok is om autocraten als Poetin mee te kunnen slaan, moet nog even goed nadenken. Daarvoor hebben democratische samenlevingen op het punt van urbicide te veel boter op hun hoofd.
Journalist Jacob Hoekman speurt in de geschiedenis naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws