Onlangs konden we in deze krant de dringende oproep lezen aan de kerk om het huwelijk in ere te houden, omwille van Christus, ook als dat hoongelach oplevert vanuit de samenleving.
Het is inderdaad bijzonder triest en verontrustend om te zien hoe de waardering voor het huwelijk zienderogen afneemt en men spottend opmerkt het ‘boterbriefje’ niet meer nodig te vinden. Wie ziet nog de grote waarde van het huwelijk als instelling van God ons nog als een paradijsbloem geschonken?
Hoe anders was het bij de Heere Jezus Zelf. Ons huwelijksformulier zegt het zo mooi: „Daarom heeft ook de Heere Jezus die zo hoog geëerd met Zijn tegenwoordigheid, giften en wondertekenen te Kana in Galilea, om daarmede te betuigen dat de huwelijkse staat eerbaar gehouden dient te worden bij allen.”
Maar nu staat er iets in deze geschiedenis wat hierbij onze aandacht vraagt: En Jezus was ook genood. De jonge mensen hadden een hartelijke keuze gedaan om Hem uit te nodigen op hun bruiloft. In het Grieks staat het er nog sterker: ze hadden Hem erbij geroepen. Daaruit blijkt het grote belang dat ze gehecht hebben aan Zijn komst. Je proeft erin dat ze zonder Hem niet het huwelijksleven wilden ingaan.
Iets van die gezindheid die er was bij Mozes, toen hij tegen de Heere zei: „Doe mij toch van hier niet optrekken, als U niet medegaat.” Wat is het voor die jongelui toch tot grote zegen geweest. Alles dreigde mis te lopen toen de wijn opraakte. Maar Jezus was bij hen en Hij deed het onmogelijke: Hij veranderde water in wijn, zonder één woord te spreken en zonder één handeling te verrichten. Zo voorzag Hij door dit heerlijke teken van Zijn goddelijkheid in de nood van deze jonge mensen.
Dit doet ons formulier dan ook concluderen: „en dat Hij de getrouwden Zijn hulp en bijstand altijd wil bewijzen, ook wanneer men zulks allerminst verwacht.” Zo wil de Heere zijn voor hen die niet buiten Hem kunnen en Hem in alles nodig hebben.
Geliefde lezer, of u nu alleen door het leven gaat of dat u gehuwd mag zijn, de grote vraag is of u ook Jezus genood hebt om met u te gaan. Omdat u beseft dat u zonder Hem niet leven en niet sterven kunt. Is dat de nood in uw leven geworden? Ziet u dat u die enige troost in leven en sterven mist? Dat u een schuld hebt die u niet betalen kunt en de eeuwige straf uw deel zal zijn?
Laten die jonge mensen u ten voorbeeld zijn en nodig Hem om in uw leven te komen. Weet u wat nu zo’n groot wonder is? Dat Hij wil komen. Hij wil wanneer bij u alles is vastgelopen, de wijn op is en u niet weet hoe het verder moet, in de weg van het onverdiende wonder schenken al wat u ontbreekt. Hij schenkt uit goedheid zonder peil, het eeuwig zalig leven. Van Hem mag de dichter zingen:
Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht;
Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht;
Dat ongeveinsd, in ’t midden der ellenden,
Zich naar Gods troon met zijn gebeên blijft wenden;
Hij geeft de wens van allen die Hem vrezen;
Hun bede heeft Hij nimmer afgewezen.
En Jezus was ook genood. Kom, nodig Hem toch om te komen in uw verloren toestand, Hij alleen kan u ten Redder zijn, ja Hij alleen!
„En Jezus was ook genood.”
Johannes 2:2a