Mijn instrument: De cello stiekem de baas in het orkest
Hij kan hoog, hij kan laag, zijn klank is soms zangerig en dan weer zwaar. Als je het celliste Mirjam Daalmans en haar oud-leerling Geert Pul vraagt, zijn de mogelijkheden van de cello eindeloos. En om goed cello te leren spelen, hoef je helemaal niet jong te zijn.
Winkel dicht, dan anderhalf uur spelen
Ze is „helemaal vergroeid” met de cello. Mirjam Daalmans (50) uit Dieren speelt sinds haar 13e op het snaarinstrument. Die eerste kennismaking kan ze zich nog goed herinneren. „Ik hoorde de cello bij de uitvoering van een cantate van Bach in de Utrechtse Janskerk. Zo ontzettend mooi, vond ik.”
De jonge Daalmans gaat op les en speelt al snel mee in het Amersfoorts Jeugd Orkest. Volgens haar spelen talent en hard werken daarin beide een rol. „Ik wist heel goed dat het sneller zou gaan als ik veel zou oefenen in plaats van buiten te spelen. Hoe meer uren je maakt, hoe beter je je instrument kent.”
De cello is niet het gemakkelijkste instrument, zegt Daalmans, die een eigen cellowinkel runt in Dieren en in diverse instrumentale ensembles speelt. De linker- en de rechterhand gebruiken een compleet verschillende techniek. De vingers van de linkerhand beroeren de snaren, de rechterhand hanteert de strijkstok.
Die stok vasthouden is bovendien lastiger dan het lijkt. „De duim staat in het begin vaak gefixeerd tegen de slot. Je moet die duim ontspannen houden, anders hoor je het in de klank en krijg je kramp in je hand.”
De cello onderscheidt zich onder meer door zijn timbre van andere strijkinstrumenten, vindt Daalmans. „De cello kan bijna net zo hoog als de viool, maar hij houdt toch een warme, open klank. Dat komt doordat de klankkast van de cello groter is. Het is een veelzijdig instrument.”
Bovendien spreekt de manier van spelen Daalmans aan. Anders dan de violist, die zijn instrument op een wat onnatuurlijke manier vasthoudt, zit de cellist achter zijn instrument. „Je omarmt het, tijdens het spelen is het dichtbij. Het voordeel van deze manier van vasthouden is ook dat het geluid niet zo dicht bij je oor komt.”
Cello leren spelen is voor iedereen mogelijk, stelt Daalmans. „Je hoeft niet per se jong te zijn of noten te kunnen lezen. Flexibele handen zijn ook niet nodig. Het enige wat je moet doen, is tijd investeren.”
Er gaat geen dag voorbij of Daalmans bespeelt haar cello. Vaak na het werk, als de winkel dicht is. „Dan ga ik naar achteren en pak ik mijn cello erbij. Ik speel dan zo anderhalf uur. Heerlijk.”
„Cello is de motor van een muziekstuk"
Blokfluit en orgel vond geneeskundestudent Geert Pul (19) uit Kesteren als kind maar niks. Toen hij op de basisschool eens een cello zag, wist hij: die moet het worden. „Ik vond het zo’n groot, stoer instrument.”
Klank maken was in het begin moeilijk, vertelt Geert, die zeven jaar les kreeg van Mirjam Daalmans. „Je moet je vinger op de goede plek leggen, anders klinkt het vals. Dat moet je aanleren. In het begin had ik stickertjes op de toets van de cello.” Bovendien zijn de oren belangrijk bij het spelen, legt Geert uit. „Daarmee bepaal je of een toon zuiver is en past bij de andere tonen.”
Volgens Geert zijn de mogelijkheden van het instrument bijna onbeperkt. Zwaar, zangerig, zacht, virtuoos: de cello kan het allemaal. Ook qua uitvoeringspraktijk is er veel mogelijk. Zowel als begeleidingsinstrument in een orkest als solo of in een klein ensemble komt de cello tot zijn recht. Of het strijkinstrument niet een beetje ondersneeuwt in het muzikale geweld van een symfonieorkest? Geert denkt van niet. „De cello is de motor van het stuk.”
Goed leren spelen betekent genoeg studeren. Toen Geert nog les had bij Daalmans, oefende hij dagelijks een halfuur tot een uur. Nu heeft hij les bij René Berman en oefent hij ongeveer een uur per dag. Het liefst speelt hij klassieke muziek; de cellosuites van Bach zijn favoriet. „Die eerste cellosuite, die heel bekende, speel ik al heel lang.”
Geert is zeker niet de enige in zijn vriendenkring die zich veel met muziek bezighoudt. Zijn ‘lichting’ op het Van Lodenstein College was „best muzikaal”, zegt Geert. „Een goede vriend van me speelt viool; met hem heb ik ook weleens muziek uitgevoerd.”
De student heeft erover gedacht om van zijn hobby zijn beroep te maken. Zover kwam het –tot nu toe– nog niet. Wel pakt hij het musiceren serieus aan: nadat hij het eerste jaar een cello huurde, kocht hij drie jaar geleden een eigen cello bij Daalmans in de cellowinkel. Ook muzikaal timmert hij aan de weg: zo is hij aanvoerder van de cellopartij bij christelijk symfonieorkest Sjosjanim. „Laatst voerden we een cantate van Buxtehude uit. Tijdens de repetities speelde ik die grotendeels alleen.”