Op het Franse platteland: het verdriet van de nieuwe wereld
Van het noordoosten tot het zuidwesten van Frankrijk loopt de ”diagonaal van de leegte”: departementen waar de aansluiting met de rest van het land ver te zoeken is. Bewoners voelen zich in de steek gelaten. Marine Le Pen scoorde bij de presidentsverkiezingen van april juist in deze gebieden hoog. Verslag uit de Haute-Loire.
Alsof de bermen in brand staan. De bochtige weg hoog boven het stroomdal van de Allier is omzoomd door bloeiende brem. Het felle geel contrasteert met de donkere bossen in de vallei. De temperaturen op het plateau zijn dit voorjaar snel opgelopen. Een tiental koeien ligt loom snuivend rond een drinkbak.
Op de plek waar de rivier de Chapeauroux met de Allier samenvloeit, werd eind 19e eeuw een indrukwekkende stuk spoorweg aangelegd. Het bestaat uit een honderden meters lange bakstenen viaduct met haaks daarop een kaarsrechte brug over de rivier. En hoog daarboven tegen de kale bergwand een spoordijk die in een berg verdwijnt. Het had iets futuristisch, zo zou de Nieuwe Wereld er uit kunnen zien.
Maar juist de komst van het spoor veranderde hier alles. De ironie was dat er geen mensen kwamen, maar dat de meesten vertrókken. Uiteindelijk zou Nouveau Monde nooit meer worden dan een armetierig dorp waar geen hond wilde wonen.
Het demografische verval is een realiteit waar Frankrijk geen echt antwoord op heeft. Leerlingen op de middelbare school leren tijdens de les aardrijkskunde dat je van noordoost tot het zuidwesten een lijn kunt trekken; de zogenaamde ”diagonale du vide”, de diagonaal van de leegte. In de verschillende departementen langs deze lijn neemt de bevolking al vele decennia lang af.
Gebrul
Vanuit het dal van de Allier kronkelt de weg naar boven en komt deze uit in het plaatsje Saint-Haon. Bij de laatste telling in 2019 woonden er 307 mensen in de gemeente. Een daling van ruim 18 procent in vergelijking met 2000. Dit is een van de plekken in Frankrijk waar het aantal inwoners zo snel afneemt dat er een gerede kans bestaat dat het dorp verdwijnt als er niets gebeurt.
Opmerkelijk is daarom dat een van de laatste nog overgebleven hotels in de buurt juist hier staat. Een stel uit Lyon dat verliefd was geworden op deze plek nam vier jaar geleden Hotel Le Forfail over. Ze besloten er voor te gaan, kochten het hotel en stelden dat het hele jaar open. Er kwamen muziekavonden en toertochten voor motorrijders en quadliefhebbers.
Maar na vier jaar buffelen zien de eigenaars de toekomst zwaar in. Ze kregen te maken met een lokale bevolking die de initiatieven van de nieuwkomers openlijk tegenwerkten. Natuurlijk, de eigenaars beseffen wel dat er overlast is als er veertig motorrijders het dorp in komen brullen. „We hebben het echter wel over een dag per jaar”, zegt de eigenaresse van het hotel. „Ze willen niet dat er ook maar iets gebeurt hier.”
Deceptie
Dat sombere beeld wordt bevestigd door Marc Gouttebroze, een kenner van de regionale politiek. Hij woont al zo’n tien jaar in de buurt van het dorp Le Pont d’Alleyras, niet ver van Saint-Haon. Het verval van de dorpen in het westen van de Haute-Loire raakt hem diep.
Tijdens de lockdownperiodes leek de belangstelling voor het platteland weer even op te leven, maar op de langere termijn heeft dit volgens hem voor de dorpen geen effecten gehad. Gouttebroze: „Het effect van de pandemie is uiteindelijk nihil geweest voor de dorpen hier. Aan het begin hebben we hier wel wat Parijzenaars gezien. Die kwamen vaak voor familiebezoeken. Die mensen bleven niet. Vergeet niet: er is hier helemaal niks. In kleine, middelgrote steden is er wel sprake van een lichte groei geweest. Daar had je nog een minimum aan publieke diensten. Hier niet.”
Hij vertelt over een jonge arts uit Lyon, die hier drie jaar geleden vol enthousiasme begon. Hij kreeg de gemeente mee en zo veranderde in een mum van tijd het oude postkantoor in een kleine medische hulppost. Gouttebroze: „Er was aan alles gedacht, behalve aan redelijk internet. Uiteindelijk is hij weer vertrokken.” Hij zucht: „We doen alles om ervoor te zorgen dat mensen het niet naar hun zin hebben.”
Geldpotje
Het geld voor de verbouwing van het postkantoor was voor een deel afkomstig uit een pot dat de dorpen langs de diagonaal van de leegte leefbaar moet houden. Al bijna 30 jaar probeert de Franse staat met fiscale voordelen de lokale economie te stimuleren om zo de verschillende gemeenschappen te behoeden voor de ondergang. Maar onderzoek van de INSEE, het Franse bureau voor de statistiek, toont aan dat dit ZRR-beleid (Zone de Révitalisation Rurale) nauwelijks effect sorteert.
Maar ook al verandert er niks, de regeling is voor politici te lucratief om af te schaffen. Met de geldbedragen kunnen ze goede sier maken bij de lokale achterban. Toen in november 2021 het voorstel voor verlenging van de regeling aan de orde kwam in de Franse Senaat was het niet meer dan een hamerstuk. Het kost nauwelijks iets. Volgens de INSEE is het geld dat naar gemeenten in de diagonaal van de leegte gaat niets vergeleken met de bedragen die de staat reserveert voor achterstandswijken in stedelijk gebied. Ondernemers gaan zich daardoor niet in de Haute-Loire vestigen.
En zo lijkt het toerisme de enige sector die de motor van de regionale economie nog kan aanzwengelen. Bijna tien jaar geleden werd een plan op poten gezet om het departement op een positieve manier op de kaart te zetten. Het Parc Natural Sources de l’Allier moest voor meer investeringen zorgen om zo het regionale culturele erfgoed te kunnen uitbaten. Meer toeristen moesten de economie een stevige impuls geven.
Allergisch
Alleen lijkt het er echter op dat de bewoners van de Haute-Loire helemaal niet zitten te wachten op meer toeristen. Een blik op de camping in Chapeauroux zegt genoeg. Het is alsof de jaren zeventig hier nog voortduren. Het enige dat ontbreekt zijn de talloze Renault Viertjes die, als men de dia’s uit die tijd raadpleegt, destijds grotendeels het straatbeeld bepaalden.
Het plan voor het natuurpark verdween in de ijskast. Boeren vreesden tal van nieuwe regelingen en verboden omdat het ging om een ecologisch park. En de beroepsgroep lijkt hier allergisch voor alles dat ook maar riekt naar niet-conventioneel en ecologisch.
Het plan had enkel nog een handtekening nodig. En die kwam er niet. De boeren wilden spuiten en maaien zoals zij dat willen. De lobby bleek sterker dan het verlangen om gezamenlijk uit de economische malaise te klimmen.
Een paar kilometer buiten Saint Haon staat de boerderij van Stéphanie Luthaud. Een enorme stal, zestig koeien, Holsteiners. Met hulp van de 18-jarige Antonin worden de koeien gemolken. Luthaud: „Er zijn veel boerenbedrijven die de afgelopen tien jaar het loodje hebben gelegd. We hebben ervoor gekozen om niet nog meer uit te breiden. We maken kaas en proberen zo de melk beter te valoriseren.” Meer inkomsten, maar ook veel meer werk.
Stéphanie staat vijf keer per week op de markt. Nee, biologische kaas heeft ze niet. Ze wil kunnen boeren zoals zij dat wil. Ecologen die haar komen vertellen hoe ze moet maaien om de beschermde grauwe kiekendief te beschermen, daar moet ze om lachen. „Die vogels worden geringd, maar in Afrika eten ze die beesten op en hangen ze de ringen aan een ketting.”
Ecologen, het zijn mensen van buitenaf. Daar zitten ze in dit deel van Frankrijk niet op te wachten. Het wantrouwen is groot. Michael Forestier in Alleyras snapt het wel dat veel boeren het gehad hebben met mensen die hen komen vertellen hoe ze hun werk moeten doen.
Bescherming
Dezelfde afkeer is voelbaar als Brussel ter sprake komt. De interne markt heeft de boeren machteloos gemaakt. Forestier vertelt hoe de opbrengst van zijn zonder pesticiden geproduceerde groene linzen elk jaar door klimaatverandering steeds lager wordt.
Forestier: „Het is een kwestie van vraag en aanbod. De vraag naar linzen uit Le Puy is groot, en dus neemt de prijs toe. Maar als je dan in de winkel linzen uit Canada aantreft, waarvan de prijs twee tot drie keer lager is, dan vraagt de consument zich af wat de hoogte van onze prijs rechtvaardigt. Dan leggen we uit dat de linzen uit Canada geproduceerd worden met gebruik van pesticiden. Onze markt mag best beter beschermd worden. En dat doet Europa niet.”
Om minder afhankelijk te zijn van de groothandel, slacht hij tegenwoordig zijn kalveren zelf en verkoopt hij het vlees direct aan mensen in het zuiden. Pakketten van tien kilo. Hij zit er graag honderden kilometers voor in zijn wagen. Op die manier heeft hij meer invloed op de prijs van zijn vlees.
Forestier noemt zich dan wel geen bioboer– als de veearts hem adviseert om geen antibiotica te gebruiken dan luistert hij daarnaar. Ook Luthaud behandelt de blessures van haar koeien altijd eerst met homeopathische middelen. Maar o wee als de veearts haar zegt dat ze ook wel biologisch kan worden. Dat wil ze graag zelf bepalen.
Geen bemoeienis. Laat ons met rust. Die houding zal zich wellicht ook weer vertalen in het stemgedrag bij de parlementsverkiezingen op 12 en 19 juni: partijen op de politieke flanken zullen het hier goed doen.
Intussen gaat de neergang door. De kaasjes van Stéphanie vinden in de zomer gretig aftrek. Twee, drie maanden duurt het seizoen. Daarna zijn er altijd nog wel wat oude mensen in de buurt. Nog wel.