Jeanne d’Albret, een calvinistische Debora
Koning Frans I is in hoogsteigen persoon aanwezig bij de huwelijkssluiting van zijn nichtje Jeanne d’Albret. Hij heeft het huwelijk doorgedrukt. Dapper, en koppig als ze is, trotseert de twaalfjarige Jeanne haar machtige oom: halverwege de loper weigert ze verder te schrijden naar het altaar. Op 9 juni is het de 450e sterfdag van de ”koningin van de hugenoten”.
Het is juni 1541. Het stadje Châtellerault, gelegen op een centrale plek in Frankrijk, maakt zich op voor een groot bruiloftsfeest. De bruid is niemand minder dan de enige dochter van Margaretha van Valois, zus van de Franse koning, en Hendrik II, koning van Navarra. Het jonge bruidje draagt een goudkleurige jurk die bezaaid is met edelstenen en een rode mantel afgezet met kostbaar hermelijnbont, een symbool van koninklijke waardigheid.
Dan is daar het dramatische moment in de kathedraal: de bruid weigert halsstarrig om naar het altaar te lopen. Ze wil niet trouwen met de hertog van Kleef. Er ontstaat commotie, ontzet gefluister vult de kathedraal. De koning kan dit niet over z’n kant laten gaan. Hij geeft generaal Montmorency de opdracht om het bruidje te dwingen verder te lopen. Deze aanvaardt de voor hem pijnlijke opdracht. Hij pakt Jeanne stevig beet en dwingt haar te knielen voor het altaar.
Het incident maakt duidelijk dat Jeanne al op jonge leeftijd niet voor een kleintje vervaard is en dat ze een sterke wil heeft. Het zal haar van pas komen als ze zich later aan de zijde van de vervolgde hugenoten zal scharen en als een ”calvinistische Debora” de belangen van deze kleine kudde zal verdedigen.
Pion op schaakbord
Op 16 november 1528 wordt de prinses geboren in het paleis van Saint-Germain-en Laye vlak bij Parijs. Haar vader is koning van Navarra en Béarn, twee zelfstandige vorstendommen gelegen ten noorden van de Pyreneeën. Zijn territorium is klein, maar welvarend en van groot strategisch belang, want gelegen op de grens tussen Frankrijk en Spanje. Haar moeder is de briljante Margaretha van Valois. Iemand die een warm hart heeft voor de nieuwe evangelische ideeën. Zij correspondeert met diverse predikanten en reformatoren, onder wie Calvijn.
De eerste jaren van haar leven groeit Jeanne op in betrekkelijke rust. Ze krijgt een gedegen opleiding, want als nicht van de koning zal zij spoedig entree moeten maken op het Europees toneel.
Al rond haar tiende jaar is men druk doende om een geschikte huwelijkspartner te vinden. Net als de meeste prinsessen in die tijd fungeert ze als een pion op het schaakbord van allerlei diplomatieke belangen. Het belang van haar vader is het terugkrijgen van het Spaanse deel van zijn koninkrijk Navarra. Filips II, zoon van Karel V, lijkt hem daartoe een geschikte huwelijkskandidaat. Moeder Margaretha, die calvinistische sympathieën koestert, is daar allerminst blij mee. Haar broer Frans I nog minder, want Karel V is zijn gezworen vijand.
De keus van de koning valt op de Duitse hertog Willem van Kleef en die keus geeft de doorslag, zeer tegen de wil van Jeanne. Na het huwelijk keert Willem van Kleef weer terug naar het Rijnland. Als Willem zijn bondgenootschap met Frankrijk opgeeft, is Frans I zo boos dat hij er mee instemt dat het huwelijk, dat nog niet geconsumeerd is, wordt ontbonden.
Charmante prins
De kwestie van een geschikte huwelijkskandidaat is een delicate aangelegenheid en pas na de dood van Frans I komt er weer schot in de zaak. Antoine de Bourbon, een telg uit het koninklijke geslacht van de Bourbons, wordt naar voren geschoven. Deze kandidaat met een protestants profiel kan de goedkeuring van moeder wegdragen. En vooral ook van Jeanne, die zwaar verliefd wordt op de charmante prins. Ze trouwen in 1548. Jeanne verblijft meestal op het kasteel in Pau, de hoofdstad van Béarn-Navarra, terwijl haar man meestentijds op militaire missie is. De twee schrijven elkaar brieven. Een tijdgenoot meldt dat Jeanne’s grootste genoegen „het praten over of schrijven aan haar man is.” Antoine heeft romantische invallen: „Ik kan evenmin zonder jou leven als een lichaam zonder ziel”, schrijft hij. Hij ondertekent vaak met „je goede en trouwe echtgenoot.”
Helaas is dat laatste niet waar, want na enkele gelukkige huwelijksjaren blijkt dat Antoine het niet zo nauw neemt met de huwelijkse trouw. In 1554 verwekt hij zelfs een bastaard. Een andere breuk in hun huwelijk is het feit dat Antoine steeds meer de zijde van de rooms-katholieken kiest en Jeanne die van de hugenoten.
Anker in de hemel
Als Jeannes vader sterft, worden zij en Antoine in een katholieke ceremonie tot koning en koningin van Navarra gekroond. Daarna neemt Jeanne nadrukkelijk het roer in handen. Ze staat gereformeerde erediensten en predikanten toe in haar gebieden. In het voetspoor van haar moeder sympathiseert ze openlijk met de hugenoten, maar het komt nog niet tot een breuk met de Rooms-Katholieke Kerk. Vooral een diep verankerde loyaliteit aan de koning maakt het ongelooflijk moeilijk om die stap te zetten.
In augustus 1560 komt Calvijns vriend Theodorus Beza op bezoek en vermaant zowel Antoine als Jeanne om te kiezen voor de goede zaak. Terwijl Antoine zich terugtrekt, is het voor Jeanne de aansporing die zij nodig heeft. Op de kerstdag van dat jaar neemt zij deel aan het heilig avondmaal en legt daarmee een persoonlijke geloofsbelijdenis af. Van diverse kanten wordt er druk uitgeoefend om haar geloof te herroepen, maar die weg is afgesloten. De reformator Johannes Calvijn bemoedigt haar in een brief: „Word niet moe om stand te houden, want u hebt God tot uw steun (…). Al zou de hele wereld wankelen, als ons anker vastgemaakt is in de hemel, komen wij zeker in de goede haven aan.”
Jeannes echtgenoot sterft twee jaar later op het slagveld en daarna is zij nog actiever in het verspreiden en voorstaan van de gereformeerde leer. Ze initieert vertalingen in de landstalen van Calvijns catechismus, van Marots psalmboek, van het Nieuwe Testament. Er komt zelfs een protestantse academie in Orthez. Intussen onderhoudt zij correspondentie met protestantse leiders als Gaspard de Coligny en koningin Elizabeth I van Engeland, maar evengoed met de koningin-moeder Catherine de Médicis. In de brieven slaat ze een nederige toon aan, maar het is bekend dat Jeanne haar minachtend betitelde als „die dochter van een Italiaanse kruidenier.”
Jeanne is van koninklijke bloede en daarom een factor van betekenis in Frankrijk. Ze is niet zomaar iemand die in het verre zuiden haar eigen koninkrijkje regeert. Wanneer ze vanuit het Vaticaan dreigbrieven ontvangt en er een complot wordt beraamd om haar te ontvoeren, schrijft Catherine brieven aan de paus dat zij niet van een dergelijke inmenging gediend is en dat zij de koningin van Navarra met rust moeten laten.
Verkoop van juwelen
In 1568 breekt de derde godsdienstoorlog tussen protestanten en katholieken uit. De grond wordt Jeanne te heet onder de voeten en zij vlucht met haar zoon Hendrik (de latere koning Hendrik IV) en dochter naar de protestantse vrijstad La Rochelle. Daar neemt ze allerlei bestuurlijke taken op zich, inspecteert met De Coligny de protestantse legers, verkoopt haar juwelen en financiert met het geld de oorlogsvoering. In deze tijd verwerft zij met recht de benaming van ”calvinistische Debora”. Noodgedwongen onderhandelt zij met Catherine de Médicis, die haar inmiddels „de meest schaamteloze vrouw ter wereld” noemt, over vrede. Die wordt getekend en verleent de hugenoten meer vrijheid dan ooit tevoren.
Het moet een opmaat zijn naar de volgende stap: een huwelijk tussen de zoon van Jeanne en de dochter van Catharine, een alliantie tussen de Bourbons en de Valois, tussen rooms en protestants. De besprekingen verlopen moeizaam en het wordt duidelijk dat bruid en bruidegom in ieder geval niet van godsdienst zullen veranderen. Toch wordt er overeenstemming bereikt en een datum vastgelegd.
Jeanne begeeft zich naar Parijs om voorbereidingen te treffen. Ze wordt echter al gauw ernstig ziek. Het is tuberculose en enkele dagen later overlijdt ze, op 9 juni 1572, op 43-jarige leeftijd. Ze wordt weggenomen „voor het onheil”, voor de vreselijke ”Bloedbruiloft”, op 23 augustus van dat jaar.