Rapport: doden van dieren vereist zorgvuldige afweging
Het is onvermijdelijk dat mensen dieren soms moeten doden. Maar áls het moet, dan graag na zorgvuldige afweging en op een verantwoorde manier.
Dat stelt de Raad voor Dieraangelegenheden in een donderdag uitgebracht rapport. De raad is groep wetenschappers en deskundigen die gevraagd en ongevraagd advies geeft aan de minister van Landbouw.
Steeds meer Nederlanders gunnen dieren een waardig bestaan en willen dieren niet zien lijden, stelt de raad. Daardoor verandert de relatie met dieren. De mens beschouwt zich niet meer als heerser maar ziet het dier steeds meer als partner.
Dieren worden om allerlei redenen gedood. Ratten bijvoorbeeld kunnen schade veroorzaken. Een baasje laat zijn zieke hond inslapen omdat het dier „ondraaglijk lijdt.” Als er in Nederland te veel exotische wasberen leven, verstoren ze het natuurlijk evenwicht. Kippen worden geruimd om de vogelgriep te bestrijden. Miljoenen dieren worden geslacht omdat veel mensen graag een stukje vlees of vis eten.
Volgens de raad mag het doden van dieren nooit vanzelfsprekend zijn. Het rapport pleit daarom voor een maatschappelijk debat en biedt daarvoor handvatten. Zo kan het doden van veel dieren worden voorkomen bij een goede preventie. De raad breekt onder meer een lans voor het vaccineren van vee tegen besmettelijk ziekten zoals vogelgriep.
Tweede aanbeveling is een zorgvuldige afweging. Die moet duidelijk maken welke belangen in het geding zijn en hoe rekening wordt gehouden met het welzijn van dieren.
Verder moet er volgens de raad meer gedacht worden vanuit het dier. Nog te vaak worden dieren gedood als „onderdeel van een bepaald systeem” dat dieren als ongewenst, bedreigend, minder aaibaar of minder beschermwaardig ziet.
Als dieren dan toch gedood worden, dan moet dit op een verantwoorde manier gebeuren, „met de grootst mogelijke zorgvuldigheid” en door vakbekwame mensen. De raad vraagt in dit verband aandacht voor bestaande regels die verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn soms belemmeren.
Ritueel slachten
De toegenomen maatschappelijke aandacht voor dierenwelzijn „vraagt om een nieuwe beoordeling van onbedwelmd slachten”, stelt de raad. Hij wijst er in dit verband op dat het Europese Hof voor Justitie in 2020 uitsprak dat EU-lidstaten het onbedwelmd doden mogen verbieden of beperkingen opleggen.
Een concreet advies geeft de raad niet, omdat in Nederland de regelgeving voor ritueel slachten in 2018 nog is aangescherpt. In 2012 kwam de overheid met de joodse en islamitische gemeenschappen een convenant overeen. Bij een evaluatie in 2021 concludeerde toenmalige landbouwminister Carola Schouten dat het convenant heeft geleid tot een verbetering van het dierenwelzijn.