Kamer wil uitstel onder water zetten Hedwigepolder
De Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen moet vooralsnog niet onder water worden gezet, vindt de Tweede Kamer. Die maakt zich zorgen over de gevolgen van de ontpoldering voor mens en milieu omdat de Westerschelde is vervuild met PFAS. Deze chemische stoffen worden in verband gebracht met kanker, verhoogd cholesterol of problemen met het immuunsysteem of voortplanting.
Een ruime meerderheid van de Kamer steunde een motie van SP en D66. Zij willen dat de ontpoldering pas begint als het lopende onderzoek naar PFAS is afgerond „en vaststaat dat geen negatieve effecten optreden voor de natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving”.
Het chemiebedrijf 3M dat aan de Belgische kant aan de Schelde is gevestigd, vervuilde het water met PFAS. Omwonenden van de fabriek bleken te hoge PFAS-waarden in hun lichaam te hebben. Daardoor is onrust ontstaan, ook bij bewoners vlak over de grens in Nederland.
Vorige maand adviseerden de Nederlandse Vissersbond en belangenvereniging PO Delta Zuid vissers om voorlopig geen garnalen meer te vangen in de Westerschelde. In een proef troffen de organisaties hoge PFAS-waarden aan. Vorige week meldde het RIVM na onderzoek naar PFAS in het water dat zwemmen in de Westerschelde niet schadelijk is voor de gezondheid.
De bijna 300 hectare tellende Hedwigepolder is in 1907 ingepolderd en werd vooral voor de landbouw gebruikt. Tien jaar geleden is na jarenlang politiek gesteggel besloten om de polder weer onder water te zetten en er natuurgebied van te maken.