Zijn 92e verjaardag hoopt hij in juli te vieren in Zjitomir, Oekraïne. Hij was niet van plan om te vluchten, maar deed dat direct na de Russische invasie toch, daarom is ds. Daniil Michalovitz Vinogradsky sinds begin maart in Nederland. Hij verbaast zich allang niet meer over onverwachte wendingen in het leven, of over schijnbare tegenstrijdigheden: zijn leven is er vol van.
Op de dag van de Russische invasie in Oekraïne reisde de familie Vinogradsky van Zjitomir naar Nederland, in drie auto’s. Bij hen was ds. D. M. Vinogradsky, in christelijk Nederland misschien wel de bekendste predikant uit de voormalige Sovjet-Unie. Twee van zijn dochters wonen in Nederland. Een van hen is Katja Ploeg-Vinogradskaya, zij is getrouwd met de musicus Cor Ploeg en woont in Genemuiden. In haar huis zit ds. Vinogradsky op een maandagochtend in april geduldig klaar voor een interview, ook al gaf hij er recent al een paar. Hij spreekt Russisch; Katja vertaalt.
Hij oogt eerst een beetje moe, een tikje afwezig. Normaal mediteert hij ’s morgens, van ongeveer acht tot twaalf uur, wat de stof oplevert voor de dagelijkse overdenkingen die hij sinds de coronatijd rondstuurt per mail en via WhatsApp. Maar zodra het over theologie en de wereld gaat, veert hij op. „Als ik denk, leef ik”, zegt hij.
Hebt u nu vanmorgen vroeg al een overdenking geschreven?
Katja vertaalt de vraag; zegt dan: „Hij zegt: „Je moet wel uitleggen dat ik iedereen vraag om mij ’s morgens nooit te storen!” Maar dat is meer voor mij bedoeld, want ik kon ’s middags niet. Ik zei: Als je een tolk wilt hebben, dan moet het ’s morgens. De ochtend is voor hem heilige tijd, dus het is voor hem een grote overwinning dat hij hier zit.”
Hij heeft gisteren al een meditatie gemaakt, zegt ds. Vinogradsky. „Ik mediteer al mijn hele leven; het verschil is dat ik mijn overdenkingen tegenwoordig opschrijf. Ik heb me voorgenomen dit te doen zolang mijn verstand het toelaat en zolang ik leef.
Op mijn 90e verjaardag werd ik verleid door de techniek. Ik kreeg een tablet cadeau, en mijn schoonzoon gaf me in de zomervakantie les over hoe die te gebruiken. Ik kan niet zeggen dat ik brandde van verlangen om deze digitale dingen nog te leren, maar het is de leiding van God geweest dat dit gebeurde. En nu hebben ze me ook weer elke zondag in de kerk gezet… Maar nee: ik voel dat dit Gods plan is. Als de Heere mij nog zo’n helderheid geeft, ben ik verplicht om te preken.” Op zondag leidt ds. Vinogradsky nu Oekraïense kerkdiensten in Kampen.
Op uw 91e.
„Bijna 92. Het kan zijn dat ik mijn 92e verjaardag hier moet vieren, maar dat zou ik liever in Zjitomir doen.”
Voelt u zich hier thuis?
„Ja, ik voel mij wel thuis. We hebben natuurlijk al langer dan dertig jaar contacten met kerken in Nederland. Ik was trouwens niet van plan om uit Oekraïne te vertrekken, maar zes jonge gezinnen van onze familie konden de grens over omdat ze drie of meer kinderen hebben onder de 18 jaar, en ik ging mee. Op 24 februari kwamen mijn kinderen direct bij elkaar om te beslissen wat we moesten doen. In Zjitomir ligt een militair vliegveld, dat werd direct de eerste dag gebombardeerd, om vijf uur ’s ochtends. Ik heb het niet gehoord. Toen ik wakker werd, om acht uur, zeiden de kinderen: De oorlog is begonnen, en ik geloofde het gewoon niet.
We hebben een grote familie, die bestaat inclusief klein- en achterkleinkinderen intussen uit 75 mensen. Een deel van de mannen is nog in Oekraïne, en een deel is met het hele gezin nog daar. We hebben dus veel familie en heel veel kennissen in Oekraïne. Of we ons zorgen over hen maken? Ja, dat wel.”
Staat de christelijke school in Zjitomir, waar u bij betrokken bent, nog overeind?
„Ja. De school staat in het centrum van de stad, en daar bevinden zich geen militaire doelen – maar dat laatste gold voor een andere school in Zjitomir die wél is gebombardeerd ook…”
U hebt het regime van Joseph Stalin meegemaakt, daarna Chroesjtsjov, vervolgens Brezjnev. In de jaren 80 trad Gorbatsjov aan, en toen viel de Sovjet-Unie uiteen en kwam er vrijheid voor de protestantse kerken. Dat was een grote omwenteling. Bent u bang dat die vrijheid weer gaat verdwijnen?
„De communistische ideologie, met daarbij het atheïsme, is kapotgevallen, verpletterd. Dit huidige conflict heeft geen ideologie. Het is een politiek conflict tussen Moskou en het Westen, tussen totalitarisme en democratie.
Wat mij ongerust maakt, is dat Poetin het idee heeft dat hij een instrument in Gods hand is. Omdat patriarch Kirill van Moskou hem heeft gezegend. Poetin ziet het als zijn missie om de Sovjet-Unie te herstellen. Hij voegt hier een vleugje religie aan toe, alsof hij religieuze doelen najaagt. Hij zet zichzelf neer als een religieus persoon, en noemt het Westen goddeloos. In de kerk in Moskou hangt een icoon van hem. Niet dat hij heilig is verklaard, maar er hangt wel een icoon.
Poetin onderneemt nog geen actie tegen traditionele kerkgenootschappen: orthodoxen, rooms-katholieken, protestanten. Sektes pakt hij wel aan, zoals Jehovah’s Getuigen. Ik zie niet direct atheïstische trekken, zoals waar wij vroeger mee te maken hadden.
Wat er nu gebeurt, is eerder te vergelijken met de tsarentijd. De orthodoxe kerk was toen de staatskerk; protestanten zoals baptisten werden als een sekte beschouwd. Inmiddels is dat laatste niet meer zo. Wat me wel verdrietig maakt, is dat er maar plukjes baptisten zich uitspreken tegen de oorlog; de rest zegt niks. Ik ben bang dat een groot deel Poetin gelooft omdat hij kruisjes slaat en naar de kerk gaat.
Trouwens, over Gorbatsjov gesproken, zijn ”baboesjka” –zijn oma– was een baptiste.”
U hebt vervolging gekend, daarna vrijheid. Voor de kerk zijn dat uitersten geweest. Poetin noemt westerse waarden verdorven. Hoe kijkt u hiernaar?
„Het was natuurlijk heel fijn dat er vrijheid was, dat het Evangelie verkondigd mocht worden. Dat onze kerk van 20, 30 leden naar 300 leden groeide, is alleen maar goed. Maar vrijheid heeft ook een keerzijde, en dat is geestelijke verzwakking. De aantrekkingskracht van de wereld werd groter. Een gevaar van de propaganda van tolerantie is dat zonde geen zonde meer wordt genoemd. Sterker, de zonde werd wettig toegestaan. Ook in Oekraïne kwamen er bijvoorbeeld gayparades. Wij hoeven de mensen die daaraan meedoen niet in de gevangenis te zetten, we moeten hen niet vernederen of hun vrijheid beperken, maar we moeten wel benoemen wat zonde is.”
Bent u verbaasd dat deze oorlog uitbrak?
„Njet. Nee, verbaasd ben ik niet. Conflicten worden erger en komen vaker voor. Ik zeg niet dat het morgen of overmorgen zal zijn –misschien duurt het nog duizenden jaren– maar het einde van de wereld komt een keer. Mensen zullen vechten, het draait om het eigen ik, ze willen gelijk krijgen. Het gaat ten diepste niet om Rusland tegenover Oekraïne, het gaat om de macht in de wereld, om het ene volk dat tegen het andere opstaat. Dat komt door de catastrofe in de hof van Eden.
De zondeval was een catastrofe. De mens was geschapen om eeuwig te leven. Maar nu weet iedereen dat iedereen een keer sterft.”
Ds. Vinogradsky spreekt vurig; Katja komt er haast niet tussen om te vertalen. „Hier zal het nooit anders worden. We leven in een wereld waar de conflicten steviger, heviger, wreder worden. Pas in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zal de wereld totaal anders zijn. Daar zullen nooit meer oorlogen zijn en zullen mensen nooit meer sterven. Alles zal zijn zoals het oorspronkelijk bedoeld was. Met één uitzondering: in de hof van Eden stond nog de boom van de kennis van goed en van kwaad, maar in het nieuwe paradijs staat alleen maar boom van het goede, niet van het kwade, want het kwaad is al vernietigd.
Besef van goed en kwaad is bij elk mens ingeschapen. Jezus Christus heeft tijdens Zijn rondwandeling op aarde heel duidelijk laten zien wat goed is. En iedereen die dagelijks in de Bijbel leest, kan niet anders zeggen dan dat wat Poetin nu doet, kwaad is. Het conflict tussen goed en kwaad is hier duidelijk te zien.”
Na de Tweede Wereldoorlog zeiden Europeanen: Nooit meer zo’n oorlog.
Ds. Vinogradsky lacht meewarig. „Weet je wat de baptistenpredikant Billy Graham zei? Wij moeten vechten voor vrede, maar er is constant een strijd gaande. We kunnen die twee alleen maar uit elkaar trekken –vredesbesprekingen houden, sussen– en daartussen heb je dan een soort vrede.”
Op een bijeenkomst van Stichting Help Zhitomir, eind vorig jaar in Genemuiden, bladerde ds. Vinogradsky vaak even in zijn Bijbel voordat hij een antwoord gaf, om het tekstgedeelte dat hij wilde noemen erbij te zoeken. Lukas 20:25, 1 Petrus 5:8… Hij wist precies welk hoofdstuk hij hebben moest.
Heeft dat nog te maken met uw tijd in de gevangenis, toen u veel in de Bijbel las? Dat u telkens teruggaat naar de bron voordat u iets zegt?
Hij knikt, vertelt dan over hoe het mogelijk was dát hij daar in de Bijbel kon lezen. „Ik had een baan in de gevangenis, moest gereedschappen uitdelen, en had een eigen kantoortje dat op slot kon. Daar heb ik een geheim laatje gemaakt voor mijn Bijbel, waar ik ’s avonds twee, drie uur in kon lezen, met de deur op slot.
Ik heb een paar mensen omgekocht om een Bijbel binnen gesmokkeld te krijgen. Hier is een voorbeeld rond goed en kwaad: was het goed of niet, om stiekem een Bijbel te kunnen krijgen? Ik heb smeergeld betaald; is dat zonde? Natuurlijk is dat geen zonde. Maar degene die mij gevangen heeft gezet zou kunnen zeggen: Dit is fout.”
U zei daarnet: „Nu weet iedereen dat iedereen een keer sterft.” U hebt zelf heel wat sterfgevallen meegemaakt van dichtbij – drie kinderen, uw vrouw… Wie 91 is, heeft veel mensen om zich heen zien wegvallen. Hoe kan een mens leven met al die dood om zich heen?
Ds. Vinogradsky doet zijn ogen dicht, glimlacht, doet zijn handen samen, zucht zachtjes, houdt dan de handen gevouwen als een brugje. „Een mens probeert zich elke keer voor te stellen wat dood is”, zegt hij peinzend. „Als je leeft, kun je het je niet voorstellen. Maar we kunnen beter aan het leven denken. Het leven heeft geen einde. Alles wat ik aanraak, wat ik zie, heeft een einde.” Hij tikt tegen de tafel, daarna tegen zijn arm. „Dit ook: ons lichaam.” Dan legt hij een vuist stevig tegen zijn borstbeen: „Maar dat wat binnenin zit, wat diep in mij zit, mijn ik, is oneindig, eeuwig. Er bestaan dingen die tijdelijk zijn. Wat tijdelijk is, is fysiek. Maar wat in ons zit, is onsterfelijk, eeuwig. En juist het geloof in de onsterfelijkheid, het eeuwige, is het leven. Vanwege de opstanding van Christus jaagt de dood geen angst meer aan.”
Hij spreekt vurig, net als eerder. Hij vraagt om een ”Bibliya”, en zoekt een hoofdstuk op. Mompelt dat hij het niet kan vinden omdat het niet zijn eigen Bijbel is.
Wat tijdelijk is, is fysiek. Maar wat in ons zit, is onsterfelijk, eeuwig. En juist het geloof in de onsterfelijkheid, het eeuwige, is het leven.
„Wat is de grootste angst van mensen? Dat is de dood. Het is onontkoombaar: iedereen moet sterven, iedereen moet daardoorheen. Maar achter die dood wacht een ander leven, dat is mijn grote verlangen – die wereld waar geen kwaad meer is, geen tranen, afscheid of verdriet.
Het leven houdt een mens ook nog wel vast op deze aarde. Gezin, kinderen, mensen die je omringen. Maar hogere doelen moeten zwaarder wegen dan alles van hier.
Ik snap wel dat dit mooie woorden zijn die ik nu spreek. En dat het best moeilijk is om zo ver te komen in het leven. Dertig, veertig, vijftig jaar geleden had ik nog niet zo’n gevoel dat ik nu uitspreek. Maar nu ik 90 met een plusje ben, is het echt zo.
Maar. Wat mij nu treft, is dat er mensen zijn die 90 en ouder zijn en zo vasthouden aan het leven, zij willen niet gaan. Dat snap ik niet. Ze zijn nog bang voor de dood.”
Daar moet u om glimlachen.
Ds. Vinogradsky knikt.
En dit geloof heeft u door de verliezen heen gedragen?
„Ik kan niet zeggen dat ik niet verdrietig was. Toen ik vijfenhalf jaar geleden mijn zoon heb moeten begraven, konden ze mij niet van de kist af trekken. Maar ik ben vertroost door de gedachte dat de Heere hem op het beste moment tot Zich heeft genomen. Als iemand niet bang is voor de dood, betekent dat niet dat diegene niet verdrietig is of geen gemis ervaart.”
U hebt 29 kleinkinderen, 17 achterkleinkinderen… wat verwacht u voor hen, hier of in Oekraïne?
„Mijn enige gebed voor hen is dat de zaadjes die gezaaid en geplant zijn –door ons, door hun ouders– goede vrucht zullen dragen. Ik ben erg dankbaar dat zij allemaal nog naar de kerk gaan.”
En u kunt hen dan ook loslaten, overgeven?
Ds. Vinogradsky knikt langzaam.
Katja: „Wij kennen niet echt het woord ”loslaten”, dus ik heb dit vertaald als ”in Gods handen geven”.”
Ds. Vinogradsky: „Dat betekent niet dat er in zo’n groot gezin als wij hebben geen beproevingen komen of verliezen zullen zijn, maar we moeten kijken naar wat uiteindelijk het laatste doel is. Dat brengt vrede in ons hart. Dat is: geloof in een doel dat veel verder gaat dan vrede op deze aarde.”