Opvallend veel kinderen hebben de laatste tijd waterpokken gekregen. Onderzoeksinstituut Nivel laat op basis van huisartsgegevens weten dat dit jaar vier tot vijf keer zoveel kinderen waterpokken krijgen als in de eerste maanden van 2021. Het gaat vooral om kinderen tussen de 0 en 4 jaar, maar ook onder kinderen van 5 tot 15 jaar komt de ziekte nu een stuk vaker voor dan een jaar geleden, tot tweemaal zo vaak.
Nivel schat in dat mogelijk sprake is van een „inhaaleffect” na de coronajaren. Door alle coronamaatregelen, van schoolsluitingen tot afstandsregels, kwamen veel infectieziekten nauwelijks voor in 2020 en 2021. Met de versoepelingen van begin dit jaar krijgen die ziekten weer meer kansen om zich te verspreiden. Onder de jongste kinderen gaat het nu wekelijks om zo’n 150 vastgestelde gevallen van waterpokken per 100.000 inwoners. De onderzoekers baseren zich op registraties van honderden huisartsenpraktijken. Veel ouders laten overigens hun kinderen thuis uitzieken zonder dat daar een huisarts aan te pas komt.
Waterpokken worden veroorzaakt door een virus. Het is meestal een onschuldige kinderziekte, maar heel soms doen zich ernstige complicaties voor. Kinderen hebben over het algemeen vooral last van jeukende bultjes. Volwassenen die nog waterpokken krijgen, hebben een groter risico op bijkomende problemen.
Kinderartsen vertelden woensdag tegen de Volkskrant dat ze de laatste tijd ook vaker kinderen zien die zijn besmet met een zogeheten groep-A-streptokokkenbacterie. Waterpokken kunnen de kans op zo’n infectie vergroten. Ook dit soort bacteriën zijn meestal relatief onschuldig, maar in zeldzame gevallen kan infectie tot zeer ernstige ziekte leiden.
Iets soortgelijks als nu met de waterpokken gebeurde vorige zomer met het RS-virus: dat was in de winter onderdrukt door de coronamaatregelen, maar greep in de zomer om zich heen toen de maatregelen ook al grotendeels waren versoepeld.