In totaal verlieten 206 leden en 366 doopleden de GGiN. Van hen gingen 77 leden en 137 doopleden over naar de Gereformeerde Gemeenten (GG), 31 leden en 57 doopleden naar de Hersteld Hervormde Kerk (HHK), en naar de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) 36 leden en 40 doopleden. Van 46 leden en 102 doopleden die vertrokken is niet duidelijk waarheen zij gingen.

Toetredingen tot de GGiN –in totaal 64 leden en 119 doopleden– waren er vooral vanuit de OGGiN (33 leden en 62 doopleden), de HHK (15 om 28) en de GG (12 om 22).

De GGiN tellen 49 gemeenten. Die worden gediend door 8 predikanten, onder wie ook ds. A. Schultink als emeritus predikant. Eén student wordt opgeleid tot predikant: G. M. van Putten. In 2021 besloot het curatorium van de Theologische School de studie van student W. J. van Meijeren uit Barneveld te beëindigen.

Het ledental van de gemeente in Opheusden, waar in januari 2018 onrust ontstond, daalde in 2021 met 245 (doop)leden; in 2020 ging het om 252 (doop)leden; in 2019 verlieten 256 (doop)leden deze gemeente. Op 1 januari telde de gemeente in Opheusden 2194 (doop)leden. De gemeente bestond voor 2018 uit meer dan 3300 (doop)leden.

Van de acht predikanten die de gemeenten dienden verwisselde ds. J. A. Weststrate in 2021 Elspeet voor Gouda (Stationsplein). Na in 2020 geen synode gehouden te kunnen hebben, kwam in 2021 de synode wel weer samen, op 9 juni en 8 september.

H. D. den Toom, algemeen medewerker van het kerkelijk bureau te Opheusden en schrijver van het kerkelijk jaaroverzicht, wijst op de vele sterfgevallen die zich voordeden als gevolg van de coronapandemie. „Corona-tijd bracht ons de boodschap: Gedenk te sterven.” Het virus vroeg in 2021 veel overleg van het deputaatschap kerk & overheid, aldus het jaarverslag.

Het deputaatschap contact met kerken van de GGiN sprak in 2021 met het deputaatschap kerkelijke eenheid van de Gereformeerde Gemeenten „uitvoerig” over de publicatie van ds. G. Hoogerland ”Om vriend en broed’ren spreek ik nu”, zo meldt het jaaroverzicht. Ds. Hoogerland was bij deze bespreking aanwezig. „De vertegenwoordigers van beide kerken waren eenstemmig over de grondhouding bij het spreken over kerkelijke eenheid, namelijk dat we de waarheid en de vrede dienen te zoeken, in voorzichtigheid en liefde.”

Den Toom wijst in het jaaroverzicht op de geschiedenis van Elia en Achab aan de hand van Jakobus 5:17 en ziet overeenkomsten tussen die tijd en nu: „De huidige seksualisering van de samenleving kunnen we wel als een variant zien op wat er in het Israël van Achab gevonden werd. Wat te denken van het transgenderisme in ons vaderland? En is daarbij ons land niet vol van eigenwillige godsdienst? Is er ook onder ons niet een grenzeloze zucht naar steeds meer te hebben en te genieten?

Tegelijk wijst Den Toom op de zegeningen die er toch nog zijn. „Wat een voorrecht dan dat de Heere, ondanks dat alles, onder ons Zijn Woord nog laat tot op dit ogenblik toe. Onder Israël verborg hij Zijn profeet en ontnam Hij daarmee het volk Zijn Woord. Zover heeft Hij het met ons nog niet doen komen. Niet omdat wij beter zijn of het niet net zoveel verdorven hebben als het Israël van de oude dag. Nee, het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben (Klaagliederen 3:22).”