Onderzoek: aanpak ‘omkatfabrieken’ gestolen auto’s moet beter
Gestolen auto’s krijgen in „strip- en omkatfabrieken” in loodsen, garageboxen en garagebedrijven in een paar uur tijd een andere identiteit of worden uit elkaar gehaald. Losse onderdelen worden verhandeld. De aanpak van deze georganiseerde voertuigcriminaliteit krijgt nu niet de aandacht die het verdient en de regie moet beter, stellen onderzoekers van Bureau Beke na verkennend onderzoek in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
Vooral nieuwe modellen van BMW, Volkswagen, Mercedes, Audi, Renault en Porsche zijn geliefd en worden op bestelling gestolen. Onderdelen gaan naar criminele groothandels en de producten worden in heel Europa verkocht. In de loodsen en garagebedrijven treft de politie regelmatig omgekatte auto’s en honderden auto-onderdelen aan, waaronder motorblokken, deuren, boordcomputers en spiegels. De „fabrieken” zijn vooral te vinden in kleinere dorpen en worden vooral gerund door kleine groepjes mannen tussen de 30 en 50 jaar, vaak familie van elkaar, aldus de onderzoekers.
Niet alle gestolen auto’s worden verhandeld. Ook bij liquidaties en ram- en plofkraken worden eerder gestolen wagens gebruikt. De onderzoekers geven aan dat in bijna elk dossier dat gaat over zware criminaliteit, van gewapende overvallen tot liquidaties, zeker een gehuurd of gestolen voertuig opduikt. Ze vinden dat politie en justitie weinig weten van deze vorm van criminaliteit, en dat de kennis die er is niet wordt gecoördineerd. Dit soort „fabrieken” wordt vaak ontdekt tijdens een controle of na een tip.