Hoog tijd voor vrede in verscheurd Jemen
Voor het eerst in meer dan zes jaar hebben de strijdende partijen in Jemen een staakt-het-vuren bereikt. De wapens moeten twee maanden zwijgen. In de hoop dat het bestand de voorzichtige opmaat naar vrede vormt.
Afgelopen zaterdag ging het bestand in. Dat de partijen in het conflict tot die overeenkomst bereid waren, is een overwinning voor de onderhandelaars van de Verenigde Naties en de Verenigde Staten die zich het afgelopen jaar hebben ingespannen om een einde aan het geweld in het Arabische land te maken.
Het is echter vooral een broodnodige ademtocht voor de geteisterde Jemenitische bevolking. De oorlog aan de rand van het Arabisch schiereiland heeft het land in een van de ernstigste humanitaire crises ter wereld gestort.
Want terwijl de ogen van de internationale gemeenschap op de gebeurtenissen in Oekraïne zijn gericht, voltrekt zich in Jemen nog altijd een menselijk drama van ongekende omvang. Alleen al in de strijd tussen Huthi-rebellen, die door Iran worden gesteund, en een coalitie die door Saudi-Arabië wordt aangevoerd, zijn al meer dan 150.000 doden gevallen. Het aantal indirecte slachtoffers van de oorlog –door ondervoeding, besmettelijke ziektes en gebrek aan basisvoorzieningen– bedraagt naar schatting bijna 250.000. Hongersnood dreigt voor miljoenen burgers.
De wapenstilstand is er dan ook in de eerste plaats op gericht om hulpgoederen op een veilige manier naar de noodlijdende bevolking te transporteren. Verder zullen er beperkt commerciële vluchten op de hoofdstad Sana’s worden uitgevoerd en wordt brandstof aangevoerd naar gebieden die onder controle van rebellen staan.
De grote vraag voor de korte termijn is of en hoe lang het staakt-het-vuren stand zal houden. Eerdere bestanden waren geen lang leven beschoren en werden binnen korte tijd alweer geschonden.
Voor de lange termijn is het te hopen dat dit bestand een periode inluidt waarin de wapens voorgoed zullen zwijgen.
Een lichtpuntje is dat de voornaamste sponsors van de strijdende partijen –Saudi-Arabië en Iran– beide de overeenkomst hebben verwelkomd. Vanuit de Saudische hoofdstad Riyad klonken al eerder geluiden dat men van de oorlog in Jemen af wilde. Dat heeft mede te maken met de afbrokkelende steun van regionale partners. Een raketaanval van Huthi-rebellen op een oliedepot in Jeddah gooide echter vorige maand weer olie op het vuur.
Dat nu ook Teheran het staakt-het-vuren steunt, is wellicht een signaal dat er eindelijk naar een vreedzame oplossing van het slepende conflict kan worden gezocht.
Dat wordt ook hoog tijd. Want al veel te lang hebben de regionale rivalen Saudi-Arabië en Iran hun oorlog-op-afstand over de ruggen van de Jemenitische bevolking uitgevochten.
De hoop is nu gevestigd op een poging van de Verenigde Naties om spoedig een regionale vredestop in de Jordaanse hoofdstad Amman te beleggen om de strijdende partijen aan tafel te krijgen. Dan moet blijken of het tijdelijke bestand in een duurzame overeenkomst kan worden omgezet.