Ronald de Waard ziet zichzelf als een schakel op school
Tijd is kostbaar. Waar zijn we druk mee tussen 7.00 en 19.00 uur? Ronald de Waard (31) is directeur van de Augustinusschool in Ermelo.
„Meedoen aan deze rubriek doe ik vooral om mensen warm te maken voor een baan in het onderwijs. Ik heb het grote voorrecht dat ik directeur mag zijn van een heel fijne school op de Veluwe. Dagelijks doe ik hier met veel plezier mijn werk. De vacaturenood in het onderwijs is hoog. Ik hoop dat ik mensen kan overhalen om ook met jongeren en kinderen te gaan werken.
Ik ben geboren en getogen in Hendrik-Ido-Ambacht. Na het mbo ging ik aan de slag op het Driestar College in Gouda. Daar was ik als onderwijsassistent actief in het leerweg ondersteund onderwijs. Ik groeide er door tot kerndocent.
Vervolgens kon ik in september 2016 aan de slag op het Van Lodenstein College in Kesteren als teammanager in de onderbouw van het vmbo. In 2018 zijn we als gezin van Hendrik-Ido-Ambacht naar Elspeet verhuisd. Toen ben ik ook gaan rondkijken naar een baan wat dichter in de buurt van mijn nieuwe woonplaats. Zo kwam de vacature van directeur in Ermelo op mijn pad. Sinds maart 2019 mag ik hier schoolleider zijn.
In het begin vroeg ik mij wel eens af of het basisonderwijs wel wat voor mij was. Maar ik ben al gauw heel enthousiast geworden. Het leiden van een basisschool is een drukke baan, maar het levert ook heel veel op. Elk kind is weer anders. Als team probeer je recht te doen aan de individuele ontwikkeling van elk kind. De geestelijke ontwikkeling staat voorop. Ons onderwijs is gegrond op Gods Woord. Die diepere laag geeft een nauwere verbinding onderling dan op een openbare basisschool.
Ik geniet er enorm van om het team te helpen bij de ontwikkeling van kinderen. Als directeur hoef je niet degene te zijn die een plannetje bedenkt om dat vervolgens door de leerkrachten te laten uitvoeren. Het is veel beter te kijken naar wat het team nodig heeft om goed kwalitatief onderwijs te kunnen geven. Als er bijvoorbeeld een nieuwe methode nodig is, gaan de leerkrachten zelf op zoek, ze spreken met andere scholen en komen ten slotte met een voorstel. Als directeur probeer ik dergelijke processen in goede banen te leiden. En als we als team dan merken dat kinderen er mee geholpen zijn, geeft dat veel voldoening.”