Woonlasten voor woningeigenaren harder omhoog dan voor huurders
De woonlasten voor woningeigenaren stijgen dit jaar harder dan die voor huurders. Dat meldt het Centrum voor Onderzoek van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen in zijn Atlas van de Lokale Lasten. Woningeigenaren zijn dit jaar 2,9 procent meer kwijt, voor huurders stijgen de lasten met 1,9 procent.
Gemiddeld zijn de kosten voor lokale lasten voor woningbezitters 1486 euro. Daarvan gaat 904 euro naar de gemeente, 189 euro naar de provincie en 392 euro naar het waterschap. Tilburg is met een totaalbedrag aan lokale lasten van 1162 euro het goedkoopst. Huizenbezitters in Bloemendaal zijn met 2405 euro het duurst uit.
Huizenbezitters zien in Landsmeer en Papendrecht de onroerendezaakbelasting (ozb) het hardst stijgen met respectievelijk 31 en 27 procent. In Weesp, dat op 24 maart onderdeel werd van de gemeente Amsterdam, daalt die belasting juist met 39 procent.
Huurders betalen geen ozb en zijn ook minder heffingen verschuldigd aan het waterschap. In een deel van de gemeenten hoeven ze ook geen rioolheffing te betalen. Dat leidt tot gemiddelde woonlasten van 893 euro. Daarvan gaat 424 euro naar de gemeente, 189 euro naar de provincie en 280 euro aan het waterschap. In Nijmegen zijn huurders met 544 euro het minste kwijt, in Wassenaar met 1226 euro het meest.
Andere lokale lasten zijn de toeristenbelasting en de hondenbelasting. Het aandeel gemeenten waar toeristen moeten betalen voor hun verblijf is gestegen naar 89 procent en de belasting zelf werd gemiddeld 4,3 procent hoger. De hondenbelasting werd juist gemiddeld 10 procent lager. Bovendien zette de trend van het afschaffen van de hondenbelasting door. In minder dan de helft van de gemeenten moeten baasjes nog die speciale belasting voor het bezit van hun hond of honden voldoen.